Sigrid Spruyt
‘Meer open zwemwater? Vlaanderen speelt de bal door naar steden en gemeenten’
Aan de vooravond van de Big Jump roept Sigrid Spruyt nogmaals op om meer open zwemwater te voorzien. De nieuwe Vlaamse regelgeving is een goeie eerste stap, maar is niet voldoende. ‘Voor buitenzwemmers is er nog heel veel werk aan de winkel.’
Meer open zwemwater. Daar ijveren wij al jaren voor, maar het is er nog altijd niet, ook niet na de op 29 mei aangekondigde wijziging van Vlaamse regelgeving. Minister Demir stond er in Hofstade met de voeten voor in ’t water, in hoerastemming. Wij delen in de vreugde, want het gaat om het herinvoeren van ‘zwemmen op eigen verantwoordelijkheid’, al is het dan beperkt. En valt af te wachten wat ervan komt.
De zaak is nog niet rond: het gaat om een principiële goedkeuring, die nog voor advies naar een aantal raden moet, waarna een publieke consultatie volgt, en de minister een startdatum bepaalt. Niet meer voor dit zomerzwemseizoen. Daarna moeten lokale overheden nog geïnteresseerd zijn en in gang schieten. In het beste geval krijgen we dus wat meer openzwemwater in de zomer 2024. ’t Zal ervan afhangen welke lokale machthebbers er iets aan gelegen is. Een loterij: naargelang waar je woont, krijg je wel of niet de kans om in open water te zwemmen…
Het Is nu immers aan steden en gemeenten om een volgens hen geschikte vrije zwemzone aan te duiden. Een aanvraagprocedure te doorlopen. Stimuleert de Vlaamse overheid om dit te doen en hoe dan? Vlaanderen had eigen proefzones kunnen starten maar speelt de bal door. Meer dan ooit wordt het alle steden voor zich. Goed voor Brugge en Mechelen. Ook Gent begint de stem van de buitenzwemmer te horen, maar Antwerpen is voor die zwemmer voorlopig een kleine ramp. De stad heeft twee hondenvijvers geopend en haar enige twee buitenzwembaden dit seizoen deels gesloten. Wie er open water opzoekt, riskeert een GAS-boete van 350 euro. ‘De politie patrouilleert’, klonk het grimmig, twee dagen na Demirs aankondiging. Nota bene bij open water waar triatleten wel mogen zwemmen! De voor hen voordelige Vlaremafwijking blijft van kracht, waardoor clubs eigen plekken kunnen blijven uitbouwen. Van de geen 60 openwaterlocaties in ’t Vlaamse binnenland is nu al ruim een derde (20) voor of via clubs. De gewone zwemmer heeft daar niets aan. Minister Demir verzwijgt dat, door te spreken van 100 plaatsen (met de 42 van de kust erbij, die er eigenlijk 1 is = de zee). Echt publiek zijn in het binnenland slechts 36 locaties, meestal pretplekken voor hittegolfplonzers. Het nieuwe decreet lijkt zwemmen buiten de openingsuren, en dus buiten het seizoen, daar mogelijk te maken. Dat zou al iets zijn: op bestaande plekken het jaar rond vrij kunnen zwemmen. Joepie!
Steden en gemeenten krijgen meer speelruimte door het schrappen van een boel VLAREMregels, het keurslijf dat vrijwel elk initiatief onmogelijk maakte. Risicobeoordeling per plek vervangt de algemene regels, en dat is positief, al valt af te wachten hoe het Agentschap Zorg en Gezondheid de beoordeling van de exploitant zal evalueren. Zo’n exploitant blijft nodig, voor risicobeoordeling, waterkwaliteitcontrole, reddingsboei.
Wié gaat exploitant zijn? Weer een club? In principe kan eender wie, individu, vereniging of gemeente, exploitant worden eens een mogelijke vrije zwemzone is aangeduid. Maar ook daarna blijven er praktische obstakels: goedkeuring krijgen van de waterbeheerder, onderhandelen met concessiehouders (zeil- duik- en andere clubs die bijna altijd aanwezig zijn en eigen deals hebben met vooral de Triatlonfederatie), aanpassen van de politiecodex, en een VLAREM-melding klasse 3 doen, want zwemmen blijft een VLAREM activiteit (en dus gezien als ‘hinderlijk’). De overblijvende VLAREM-regels zullen het aantal zwemlocaties nog steeds beperken.
(Lees verder hieronder.)
De minister volgt wel het advies VLAREM-regels te schrappen maar niet dat om 3 categorieën te hanteren (zwemmen met toezicht/vrij zwemmen/zwemverbod). Ze komt met een onnodige vierde: vrij zwemmen in regelluwe zones. (Dat klinkt als een vreemde mix: is dat geen tegenspraak?). Zones die zwemmers dus stad per stad en gemeente per gemeente zullen moeten afsmeken. Eigenlijk een beleid van willekeur.
Veel beter en simpeler zou een helder algemeen beleid zijn zoals in het buitenland, zoals het adviesrapport ook vroeg: overal zwemrecht op eigen verantwoordelijkheid tenzij verboden, i.p.v. zoals bij ons overal verboden tenzij op aangeduide zwemplekken. Dit zal zo blijven, met dat verschil dat er hopelijk ook enkele voor vrij zwemmen bij zullen zijn. Een begin. We zijn er blij mee maar voor buitenzwemmers is er nog heel veel werk aan de winkel.
We zwijgen nog van de nood aan een zwemcultuur. Daarvoor moet de afbouw van het zwemonderwijs en van de zwembaden stoppen. Net als de veiligheidshysterie rond water: de ‘snelwegen naar de dood’ waar minister Demir van sprak zijn in realiteit de wegen op het land, én de waterlopen die de overheid zelf onveilig maakt, door geen exitplaatsen te voorzien, of ze te betonneren tot afvoerpijpen, zoals de Zenne. Bijna 95% van de verdrinkingen zijn géén zwemongelukken.
De overlast bij karige zwemplekken, omgebouwd tot versterkte burchten, is het gevolg van tekort aan open zwemwater. In de nieuwste hittegolf was dat tekort nijpender dan ooit. Bestorming van wat er is. Antwerpens enige frisse vijver bijna de helft van de tijd dicht. Verder in een straal van 20 km rond de stad níks, geen open water en geen buitenbad. Buitenzwemmers die kunnen, wijken tijdelijk uit naar Nederland. Is dit normaal? Wij willen zwemmen, op eigen verantwoordelijkheid. Overal elders is dát normaal.
Meer open zwemwater, wij blijven ervoor gaan. Zeker in steden waar de nood het hoogst is. Lokale besturen, doe mee. Zodat we ooit op elke redelijke fietsafstand kunnen buitenzwemmen. Een investering in gezondheid en welzijn. Uw stad en gemeente -leefbaarder- zal er wel bij varen.
Sigrid Spruyt, namens OutdoorSwimmingBelgium, Waterland, LangeReiZwemmers en Pool is Cool.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier