Meer Franstaligen in Vlaamse Rand, maar vooral meer diversiteit

Merchtem. © Belga

Het aandeel Franstaligen in de Vlaamse Rand neemt toe, maar het Nederlands blijft de dominante taal. Dat blijkt vrijdag uit de derde Taalbarometer voor de Vlaamse Rand van de VUB, uitgevoerd door het Brussels Informatie, Documentatie en Onderzoekscentrum (BRIO).

Voor deze editie van de Taalbarometer analyseerden de onderzoekers de taalvaardigheden van 2273 inwoners uit de 19 Randgemeenten. De onderzoekers registreerden een sterke toenemende diversiteit qua talen die gesproken werden in de Vlaamse Rand: het ging om 104 verschillende talen, tegenover 87 in 2019 en 75 in 2014. Daarmee komt de Rand op gelijke hoogte als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 

Het aandeel Franstaligen blijft toenemen in de Vlaamse Rand. Meer dan de helft van de inwoners die Frans goed kent, heeft de taal van thuis uit meegekregen (54 procent tegenover 46 procent in 2019). Het aandeel Nederlandstaligen die met die taal is opgevoed, is licht gedaald (van 80 procent in 2019 naar 79 procent in 2024). 

Het Nederlands blijft wel de dominante taal in de Rand. Nederlands wordt nog steeds door het meest aantal personen thuis gesproken, al daalt het wel percentage wel. 37,7 procent spreekt uitsluitend Nederlands thuis, tegenover 45 procent vijf jaar geleden. Dit wordt gecompenseerd door het een groei van het aantal randbewoners die zowel Nederlands als het Frans als thuistaal hebben. Het aandeel inwoners dat thuis enkel Frans spreekt, stijgt eveneens licht, van 20 naar 23 procent. Andere talen die veel gesproken worden, zijn Engels, Duits en Spaans. 

Ontnederlandsing

De studie toonde, behalve een grote diversiteit aan verschillende talen, ook een grote diversiteit binnen de negentien randgemeenten. De gemeenten Asse, Grimbergen, Meise en Merchtem zijn het meest Nederlandstalig, gevolg door Beersel, Dilbeek en Sint-Pieters-Leeuw, en de gemeenten uit de Druivenstreek (Hoeilaart, Overijse en Tervuren). Wemmel, Zaventem en de faciliteitengemeenten scoren dan weer het laagst qua Nederlandstaligen.  In Kraainem en Wezembeek-Oppem bevinden zich de grootste groep inwoners die opgroeide in een eentalig Franstalig gezin, gevolgd door Drogenbos, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode, waar net niet de helft van de inwoners het Frans als oorspronkelijke thuistaal had. Een op de vijf inwoners uit Machelen, Vilvoorde, Wemmel en Zaventem groeide op in een gezin waar noch het Nederlands, noch het Frans werd gesproken. Door de taalverschuivingen en de diversiteit in de Rand, roepen de onderzoekers op een gedifferentieerd taalbeleid te voeren.

‘De taaldiversiteit neemt enorm snel toe onder impuls van verhuisbewegingen vanuit Brussel’, stelt onderzoeker Mathis Saeys (VUB-BRIO). ‘Dat noopt om meer aan maatwerk te doen, en een meer gedifferentieerd taal- en integratiebeleid te voeren op gemeentelijk niveau.’

‘Veel Vlamingen vinden het op korte termijn gemakkelijker om Frans te spreken met nieuwkomers, maar dat wreekt zich op lange termijn’, merkt Ben Weyts (N-VA), minister van Vlaamse Rand, op. ‘In de komende jaren komt er voor het eerst een Totaalplan Nederlands en een van de centrale boodschappen zal zijn: iedereen moet aan de bak. De overheid kan de ontnederlandsing niet alleen stoppen: daar hebben we iedereen voor nodig.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content