Geert Hoste
‘Meer dan de helft van de Belgische gemeenten respecteert de mensenrechten niet’
Geert Hoste vraagt aandacht voor het lokale bedelreglement, dat in een groot deel van de gemeenten nog altijd problematisch is. ‘Wanneer mensen in armoede gehinderd worden om via bedelen in hun basisbehoeften te voorzien, wordt volgens het Europees Hof hun menselijke waardigheid aangetast.’
‘Acht bedelaars opgepakt’ luidde de kop boven het artikel in bijna alle kranten op 4 november. Het klonk als een triomfkreet, als een gigantische prestatie. Kijk eens aan: maar liefst acht bedelaars opgepakt. En dat op één avond! Goed bezig mannen. Make Antwerpen Great Again. In het artikel stond dat ze nog op heterdaad betrapt waren ook. Terwijl ze aan het bedelen waren, dus.
Maar wat hadden ze misdaan, vroeg ik me af. Een geldbeker en een karton vol taalfouten op straat gelegd? Een leeg Antwerps handje omhoog gehouden? Geen idee. Want bedelarij is geen misdrijf. Maar de data beperkten zich tot: acht bedelaars, heterdaad en opgepakt. Waren het mannen, vrouwen, kinderen, een nieuw samengesteld gezin of een hele familie? Waren het mensen?
Bedelen is sinds 1993 geen strafbaar feit meer in België, maar toch wordt het op vele plaatsen niet toegelaten. Het zou oneerlijk zijn om dat alleen in Antwerpse schoenen te schuiven want in meer dan de helft van de Belgische gemeenten zijn bedelaars niet welkom, zo blijkt uit recent onderzoek van Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens en het Steunpunt voor armoedebestrijding. Verschillende gemeentebesturen namen maatregelen op basis van hun politiebevoegdheden.
Van de 581 steden en gemeenten die onderzocht werden, bleken 305 een bedelreglement te hebben. Voor 253 van 581 steden en gemeenten blijkt dat lokale bedelreglement problematisch. Voorbeelden van problematische regels zijn een verbod op bedelen met dieren, op verminkingen tonen tijdens het bedelen of een bedelverbod op specifieke plaatsen.
Voor alle duidelijkheid: van de onderzochte steden en gemeenten zijn er 52 die een bedelreglement hebben dat niet in strijd is met de mensenrechten. Het recht op bedelen is namelijk geen absoluut recht. Dit betekent dat het recht op bedelen in enkele heel specifieke, uitzonderlijke omstandigheden beperkt kan worden. Bijvoorbeeld wanneer de rechten van anderen worden geschonden door agressief of opdringerig bedelen, of wanneer het leidt tot belemmering van het verkeer of de doorgang. Die hinder moet worden aangetoond. Bedelen mag dus niet verboden worden louter omdat iemand die door een bedelaar wordt benaderd, zich ongemakkelijk voelt.
Uitbuiting van bedelaars is wel strafbaar. Vaak wordt verwezen naar georganiseerde bedelarij door criminele netwerken als een reden om in te grijpen. Het feit dat bedelaars samenwerken, betekent echter niet dat zij door een crimineel netwerk worden uitgebuit. De slachtoffers zelf bestraffen is volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een bedenkelijk middel in de strijd tegen mensenhandel of exploitatie.
Wanneer mensen in armoede gehinderd worden om via bedelen in hun basisbehoeften te voorzien, wordt volgens het Europees Hof hun menselijke waardigheid aangetast. Artikel 8 van het Europees Verdrag RM wordt geschonden: het recht om contacten te ontwikkelen met anderen, onder meer door hun hulp in te roepen. “Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft erkend dat bedelen een mensenrecht vormt, en dat een algemeen bedelverbod dus in geen geval toelaatbaar is,” stelt Martien Schotsmans, directeur van het FIRM.
Bedelaars zijn geen sluikstort dat snel uit het straatbeeld moet verdwijnen.
‘Acht bedelaars opgepakt’, is dus geen wapenfeit dat applaus verdient. Bedelarij vormt een overlevingsstrategie voor bedelaars om in hun onmiddellijke behoeften en deze van hun gezin te voorzien. Een repressieve aanpak zou enkel het laatste redmiddel mogen zijn. De voorkeur moet altijd gaan naar maatregelen die minder verregaand zijn.
Het FIRM en het Steunpunt tot bestrijding van armoede geven enkele goede voorbeelden van hoe steden en gemeenten omgaan met bedelarij. In bepaalde steden moeten politieagenten bedelaars steeds op de hoogte brengen van hun rechten en de mogelijke ondersteuning van het OCMW. Bedelaars zijn geen sluikstort dat snel uit het straatbeeld moet verdwijnen. Het is de verantwoordelijkheid van de overheden, op alle beleidsniveaus, om de meest kwetsbare mensen in onze samenleving te beschermen en om een structureel beleid te voeren om armoedesituaties op lange termijn op te lossen.
Geert Hoste is Ambassadeur voor Amnesty Vlaanderen, en Plaatsvervangend lid van de Raad van Bestuur van het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier