Meer dan 1 op de 8 Vlamingen leeft in armoede of sociale uitsluiting

© Getty

In 2024 leefde 12,8 procent van de inwoners van het Vlaams gewest, of ongeveer 860.000 mensen, in armoede of sociale uitsluiting. Dat blijkt dinsdag uit cijfers van Statistiek Vlaanderen.

Het gaat om mensen die  leven in een huishouden met een inkomen onder de armoededrempel of met ernstige materiële en sociale deprivatie, en/of mensen die jonger zijn dan 65 jaar en leven in een huishouden met zeer lage werkintensiteit. 

Omdat de Europese enquête (EU-SILC) waarop de cijfers zijn gebaseerd in 2019 ingrijpend veranderde, is vergelijken moeilijk. Globaal gezien kan wel worden gesteld dat er tussen 2004 en 2024 een licht dalende trend is van het aantal Vlamingen in armoede of sociale uitsluiting.

Het hoogste aantal mensen in armoede of sociale uitsluiting is er bij de werklozen. In 2024 was dat 63 procent. Ook bij eenoudergezinnen is het aandeel aanzienlijk (35 procent). Er zijn grote verschillen tussen huurders (28 procent) en eigenaars (8 procent), laaggeschoolden (23 procent) en hooggeschoolden (7 procent) en mensen geboren buiten de Europese Unie (36 procent) en in België (11 procent).

Grafiek Belga – Bron Statistiek Vlaanderen

Het aantal personen in armoede of sociale uitsluiting was in 2024 lager in Vlaanderen (12,8 procent) dan in Wallonië (22 procent) en Brussel (37 procent). In België lag het aandeel op 19 procent. Vlaanderen doet het beter dan gemiddeld in de EU. In de 27 lidstaten lag het gemiddelde op 21 procent.

Tsjechië scoort het beste (12 procent), Roemenië het slechtste (32 procent). De Belgische armoededrempel lag volgens de EU-SILC-enquête van 2023 voor een alleenstaande op 1.450 euro per maand, voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen op 3.045.

Ernstige materiële en sociale deprivatie gaat over het missen van een aantal basisitems en sociale activiteiten om financiële redenen, zoals vakantie of een eigen auto.

Lees meer over:

Partner Content