Margriet Hermans: ‘Zodra je in het parlement zit, heb je geen bal meer te zeggen’
Margriet Hermans is zangeres. Ze werd net 70 en toert samen met haar dochter langs theaters met de voorstelling Kwestie van DNA.
Welk nieuws heeft u recent bang of boos gemaakt?
De stakingen ben ik echt wel beu. In het begin had ik nog sympathie voor de boeren, maar hun acties beginnen me stilaan de strot uit te komen. Of neem de geplande staking bij Brussels Airlines, die gelukkig net op tijd is afgewend: komaan, wil je echt al die jonge gezinnen raken die op het punt staan op reis te vertrekken?
Hebt u een concreet idee of voorstel om de wereld te verbeteren?
Zolang macht, geld en seks bestaan, komt het slechtste in de mens naar boven. Christus, Gandhi, Franciscus van Assisi: ze hebben het allemaal geprobeerd, maar niemand is erin geslaagd om dat te veranderen.
Wat is uw grootste prestatie?
Dat ik de eerste vrouw was met een eigen talkshow op de Vlaamse televisie, Margriet.
Wat is uw grootste mislukking?
Van mijn politieke carrière had ik meer verwacht. Ik heb ontdekt dat je, eenmaal je in het parlement zit, geen bal meer te zeggen hebt.
Hebt u al eens overwogen om te emigreren?
Zo vaak! Op mijn twintigste heb ik een tijdje in San Francisco gewoond om er Engelse les te geven aan Aziaten, maar helaas kreeg ik geen green card, dus ben ik onverrichter zake moeten terugkeren.
Aan welke jeugdherinnering bent u het meest gehecht?
Elke zomer huurde mijn moeder een appartement aan zee, waar we dan met het hele huishouden een maand verbleven. Het leek alsof daar alles kon.
Doet u iets bijzonders voor het milieu?
Zo veel mogelijk. Ik ben een zeer goede afvalscheidster. Onze benzinewagen gebruiken we zo min mogelijk, voor de zaak is het een elektrische. Verder hebben we zonnepanelen en zelfs zo’n batterij. Als het aan mij lag, kocht ik nog een windmolen erbij.
Wat is het ergste wat u over uzelf op sociale media hebt gelezen?
Dat blijft verschrikkelijk, maar ik ben gelukkig gewapend om het naast me neer te leggen. Als kind riepen ze soms al ‘dikzak’ naar mij, maar mijn vader zei dan: ‘Wie dat roept, is een domme, ongelikte beer.’ Hij had gelijk.
Praat u weleens tegen uw huisdier?
Elke dag, tegen onze kat Simonne. Een prachtig dier, maar erg onvriendelijk. Ik mag haar niet aanraken. Ze is van de stijl ‘sois belle et tais-toi’.
Waarover zou u meer willen weten?
Ik ben gefascineerd door de medische wetenschap. Als ik bloed zie, wil ik weten waar dat vandaan komt. Ja, eigenlijk was ik wel graag dokter geweest.
Hoeveel geld geeft u jaarlijks aan goede doelen?
Heel veel, ik steun zeker acht goede doelen. Zodra je één vaste opdracht hebt, kom je in een database en krijg je brieven van al de rest. Maar gratis optreden doe ik niet meer, want naar die benefietvoorstellingen komt meestal amper volk.
Wat vindt u het moeilijkste aan de liefde?
Dat je soms jezelf opzij moet zetten.
Vindt u seks overschat?
Over het algemeen wel ja, vooral door mannen. Daarover ken ik een fijn mopje, met een kern van waarheid: ‘Vrouwen hebben twee paar lippen. Eén om ruzie te maken en één om het weer bij te leggen.’
Zou u op de vlucht slaan als het oorlog wordt?
Tja, waarheen dan? Als de bommen vallen, dan het liefst boenk op mijn kop. Ik vrees dat ik niet meer de moed heb om de wapens op te nemen.
Wat hebt u geleerd in het leven?
Gun jezelf tijd om volwassen te worden en jezelf te leren kennen.