Samuel Poos
‘Lokale producten zijn essentieel voor de ontwikkeling van eerlijke handel’
Willen we dat fair trade een stevige vooruitgang kent in België? Dan moet het zich openstellen voor lokale producten.
Flash-back: in 2009 bereikt de melkcrisis in Europa een hoogtepunt. Boze boeren op de rand van het failliet lozen miljoenen liters melk in de wei. De prijzen die de boeren voor hun melk krijgen, volstaan niet eens om de productiekosten te dekken. Sindsdien is er weinig tot niets veranderd. Dus eisen de boeren uit onze streken ook een eerlijke prijs en een eerlijke handel.
En zo ontwikkelt de lokale fairtradebeweging zich beetje bij beetje. Er komen specifieke lokale fairtradespelers zoals Fairebel en het label ‘Prix Juste Producteur’, ‘historische’ fairtradespelers zoals Oxfam starten met lokale fairtradeinitiatieven en internationale labels als Fair for Life of World Fair Trade Organization richten zich nu ook op lokale fair trade.
Rekening houdend met de vele crisissen die we vandaag het hoofd moeten bieden (klimaatverandering, energiecrisis, vernietiging van de biodiversiteit…) zou de integratie van lokale producten de coherentie en pertinentie van fair trade ten goede komen. De crisissen drukken ons immers met de neus op de feiten: we moeten onze uitwisselingen herdenken want de manier waarop we de globalisering van de markt hebben georganiseerd, met internationale waardeketens op een just-in-time basis, maakt ons uiterst fragiel en kwetsbaar en legt een grote druk op de ecosystemen, om maar te zwijgen over de externe sociale gevolgen zoals de groeiende ongelijkheid.
Maar deze evolutie brengt ook vragen met zich mee: beconcurreren lokale eerlijke producten de klassieke fairtradeproducten uit het mondiale Zuiden?
Voor producten als koffie en cacao is die vraag niet aan de orde omdat ze alleen in tropische gebieden kunnen worden geteeld. Maar wat met bloemen, wijn, honing of bepaalde vruchtensappen? Voor honing is het Europese aanbod kleiner dan de vraag. Dus als we honing van ergens anders laten komen, kan hij maar beter fair zijn. Voor wijn en vruchtensappen – streekgebonden geuren en smaken buiten beschouwing gelaten – moeten we rekening houden met de koolstofbalans en de ecologische voetafdruk van de producten uit verschillende geografische gebieden. We mogen de productiemethoden niet uit het oog verliezen. Een bio agro-ecologisch product uit het mondiale Zuiden dat per boot of zelfs per vrachtschip wordt vervoerd, kan een kleinere ecologische voetafdruk hebben dan een product uit de industriële landbouw in Spanje.
Concreet lijkt het hand in hand gaan van lokaal en Noord-Zuid op dit moment goed te lukken. Oxfam-Wereldwinkels verving zijn Chileens appelsap wel door Belgisch maar verkoopt ook producten uit het Noorden die het oorspronkelijke assortiment aanvullen.
Inzetten op lokale fair trade is bovendien strategisch een interessante keuze, want de Belgische consument is helemaal mee.
De barometer 2024 over fair trade, gepubliceerd door het Trade for Development Centre van Enabel, toont dat Belgen beduidend meer belang hechten aan lokale producten (45%) dan aan fairtradeproducten (17%). Volgens dezelfde barometer vindt 68% van de Belgen dat eerlijke handel ook producten van Belgische of Europese boeren moet omvatten. Bovendien zijn de producten die door de Belgen als ‘eerlijk’ worden geïdentificeerd grotendeels tropische producten (koffie, chocolade & bananen) en lijkt het volume verkochte fairtradeproducten uit het mondiale Zuiden in 2023 te zijn gedaald.
Het ligt dus voor de hand dat lokale fairtradeproducten een belangrijke ingang kunnen zijn voor de ontwikkeling van eerlijke handel want ze benadrukken het universele karakter van de aanpak en de complementariteit van de productengamma’s.
Samuel Poos is coördinator van Enabel’s Trade for Development Centre.
Deze tekst is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de auteur en is bedoeld om bij te dragen aan het debat. De tekst vertegenwoordigt noch de mening van Enabel noch die van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier