Ann Peuteman
‘Hebben oude mensen niets meer te zeggen, dan komt dat vaak door hun kinderen’
Het is seniorenweek en dan krijgt de overheid altijd een hele resem eisen onder de neus geduwd. ‘Terecht’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag. ‘Maar laten we niet vergeten door wie ouderen het meest worden betutteld: hun kinderen.’
Na twintig jaar heeft de Volvo van Piet (87) het begeven en dus wil hij graag een nieuwe auto kopen. Het hoeft niets exuberants te zijn. Een kleine tweedehandswagen met heel wat kilometers op de teller volstaat. Maar zijn kinderen verzetten zich met hand en tand tegen die aankoop. Volgens zijn zoon is dat alleen maar geldverspilling, want hij rijdt toch haast niet meer. Dat is ook zo. Sinds de dood van zijn vrouw gebruikte Piet zijn auto maar een paar keer per jaar meer. Om naar de reünie van zijn oude advocatenkantoor te rijden, bijvoorbeeld, en om op tweede kerstdag een neef op te zoeken. Toch wil hij mordicus een nieuwe auto. ‘Wéten dat ik weg kan als ik dat wil, geeft me een gevoel van vrijheid’, zegt hij. Maar zijn kinderen zien dat dus anders.
Willen we dat de rechten van ouderen veel meer worden gerespecteerd, dan volstaat het niet om druk uit te oefenen op overheden, besturen, banken en zorginstellingen. Op de een of andere manier moeten we weten door te dringen tot degenen door wie ouderen het meest worden betutteld: hun eigen kinderen. Zoals de zoon en dochter van Piet, maar ook de kinderen van Rachel (90) die haar tegen haar wil een poetshulp hebben opgedrongen of de kroost van Benjamin (83) die niet wil dat hij met zijn nieuwe vriendin gaat samenwonen. Ouderen die hulp en zorg nodig hebben, kunnen dat verzet doorgaans niet zomaar naast zich neerleggen.
Wanneer kinderen hun oude ouders van het een of andere voornemen proberen af te brengen, is dat vaak omdat ze zich zorgen maken om de financiële gevolgen. Als vader zijn nieuwe geliefde op een peperdure Nijlcruise willen trakteren, bijvoorbeeld, of als moeder plannen maakt om naar een al even prijzig als mondain woonzorgcentrum te verhuizen. Sommige zonen en dochters zijn doodsbang dat hun erfenis er op die manier door zal worden gejaagd. Daarmee gaan ze er al te gemakkelijk aan voorbij dat er iemand moet overlijden voor er sprake is van een erfenis.
Maar veruit de meeste kinderen hebben een veel edelmoedigere reden om over hun ouders heen te walsen: ze willen hen beschermen tegen de grote boze wereld én tegen zichzelf. Dus laten ze het gasfornuis afsluiten en zorgen ze ervoor dat er elke dag een warme maaltijd aan huis wordt geleverd. Klikt vader een keer op een gevaarlijke link in een phishingbericht, dan nemen ze zijn bankzaken als de wiedeweerga van hem over. Of ze zeuren net zo lang tot hun oude moeder haar geliefde villa verkoopt en naar een assistentieflat verhuist.
‘Ook ouderen hebben het recht om domme of zelfs onverantwoorde beslissingen te nemen.’
Hoe zorgbehoevender ouderen worden, hoe meer pogingen hun kinderen ondernemen om hun vrijheid – doorgaans met de beste bedoelingen – te beknotten. Dan eisen ze bijvoorbeeld dat hun oude moeder in het woonzorgcentrum aan haar stoel wordt gefixeerd terwijl zij dat zelf niet wil en de directie het ook geen must vindt. ‘We mogen er niet aan denken dat ze zou vallen’, klinkt het dan. Nochtans zou dat – zolang die moeder wilsbekwaam is – háár beslissing moeten zijn. Er zijn ook ontzettend veel zonen en dochters die zich bemoeien met het eet- en drinkpatroon van hun zorgbehoevende ouders. In de cafetaria van het woonzorgcentrum wilden ze Gust (91) nooit een tweede pint serveren. Dat had zijn zoon met de vrijwilligers achter de bar bedisseld. Toen Gust dat ontdekte, maakte hij zoveel stampij dat zowel de directie als zijn zoon hun excuses aanboden.
Natuurlijk willen we dat onze ouder wordende ouders zo lang mogelijk veilig, comfortabel en gezond blijven. Alleen vergeten we daarbij al te vaak dat je maar echt kunt leven als je ook (kleine) risico’s neemt. Net zoals we er veel te weinig aan denken om hun te vragen of zij het zelf wel een goed idee vinden om een boodschappendienst in te schakelen of de bovenverdieping van hun huis af te sluiten. Wilsbekwame volwassenen hebben nu eenmaal het recht om zélf te beslissen. Ook als hun kinderen die beslissing dom of zelfs onverantwoord vinden.
Piet heeft ondertussen een nieuwe auto. Op een zondagochtend heeft hij zijn kinderen bij zich geroepen en hun de grootste bolwassing sinds hun tienerjaren gegeven. De volgende dag is hij een taxi genomen naar een autohandelaar, bij wie hij een donkerblauwe fiat heeft gekocht. Zijn zoon heeft nog even tegengesputterd. Dat je bij zo’n impulsieve aankoop nooit kunt weten wat er onder de motorkap zit, zei hij. ‘Ach’, antwoordde Piet. ‘Het is mijn geld en die auto hoeft niet langer mee te gaan dan ikzelf.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier