Francine Mestrum
‘Kathedralen breek je nooit af, en dat geldt ook voor onze sociale zekerheid’
Francine Mestrum staat naar aanleiding van 1 mei stil bij de 80ste verjaardag van het Sociaal Pact. ‘Wordt dit een verjaardag in mineur?’
Tachtig jaar Sociaal Pact, de verjaardag van wat in vakbondskringen vaak ‘de kathedraal van onze sociale zekerheid’ wordt genoemd.
Kathedralen breek je nooit af, zoveel is zeker, wel kan het moeilijk worden om ze goed te onderhouden en vooral te verwarmen. Lukt dat niet, dan zullen mensen er zich makkelijk van afkeren.
De vergelijking tussen de sociale zekerheid en een kathedraal is niet zo slecht. Niet enkel gaat het in beide gevallen om imposante werkstukken, ze bestaan ook uit ontelbare hoekjes en kantjes waar veel mensen de weg niet meer in vinden.
Het is daarom van groot belang dat werkstuk nog eens goed te bekijken en een plan te maken voor het goed onderhoud en de verwarming.
Ik bedoel dit. De aanvallen op de sociale zekerheid zijn talrijk. Ze komen van links, van rechts en van groen. Radicaal links vindt het concept vaak overbodig. Natuurlijk is er gezondheidszorg en zijn er pensioenen nodig, maar is het hele bouwsel geen compromis tussen arbeid en kapitaal? Moeten we niet veeleer streven naar een systeem dat volledig in handen is van de arbeidersklasse? Je krijgt dit argument héél vaak te horen, hoewel het volstaat te antwoorden met de stelling dat de werkgevers beslist moeten meebetalen voor de gezondheid en de oude dag van hun werkers.
De argumenten van rechts zijn veel eenvoudiger. Sociale zekerheid is een erfenis uit het verleden, iets wat we vandaag niet langer nodig hebben. Wie werkt krijgt een degelijk loon en kan zich best verzekeren op de privé-markt die toch veel efficiënter werkt. Geef mensen die ‘het echt nodig hebben’ een basisinkomen en de kous is af. Dat hiermee de solidariteit onder onze voeten wordt weggenomen wordt dan meestal vergeten of als onbelangrijk afgedaan. Dat de gehandicapte oude man meer nodig heeft dan de gezonde jonge vrouw, er wordt niet bij stil gestaan.
Voor groen tenslotte is de sociale zekerheid erg ambigu. Ze vindt haar oorsprong in het kolonialisme, ze komt voort uit een economisch systeem dat niet langer aanvaardbaar is, ze vereist groei. Voor sommigen blijft ze toch noodzakelijk, anderen denken aan ‘basis sociale diensten’ of aan een universeel basisinkomen. Groenen zijn veelzijdig en weten niet zo goed hoe ermee om te gaan.
Heel vreemd wordt het wanneer sommigen de sociale zekerheid verantwoordelijk stellen voor het verdwijnen van de solidariteit. Redeneringen in de stijl van: als ik rechten heb, vergeet ik dat sommigen geen euro hebben om naar een openbare WC te gaan…
Nu is de sociale zekerheid het belangrijkste gegeven dat ons tot samenleving maakt. We zijn solidair met iedereen en dat is per definitie wederkerig. Solidariteit is geen liefdadigheid en nog minder gewone dagelijkse menselijkheid. Solidariteit is wat we tonen voor en krijgen van anderen. Daar is onze sociale zekerheid uniek in en tegelijk zoveel beter dan enig welk ander systeem. We betalen naar vermogen en krijgen naar behoefte. Het is niet in eerste instantie een herverdelingssysteem dan wel een collectieve verzekering. De basis zijn onze burgerrechten én de solidariteit onder alle burgers.
De liberale oplossing van het basisinkomen kan hier niet tegen op. Universeel of enkel ‘voor wie het echt nodig heeft’ blijft het een verticaal systeem, van overheid naar burger, en naar een andere burger en nog een andere burger. De structurele horizontale solidariteit van de sociale zekerheid gaat ermee verloren. Bovendien hebben we wel allemaal gelijke rechten, maar we zijn niet gelijk, de een heeft meer nodig dan de ander.
Met dit alles is niet gezegd dat de huidige sociale zekerheid volmaakt is. Verre van. Deze verjaardag zou kunnen – en ik denk moeten – gebruikt worden voor een vernieuwing en verjonging. Jef Maes wijst er in zijn jongste boek terecht op dat de principes van de sociale zekerheid moeten opgenomen worden in de eindtermen van het middelbaar onderwijs. Dat zou schitterend zijn, zodat mensen tenminste wéten wat er bestaat en hoe het werkt. Hoe belangrijk het is voor de saamhorigheid in onze maatschappij en het welzijn van iedereen.
Maar er is meer nodig. Een flinke vereenvoudiging, om van de zo typisch Belgische ‘koterijen’ af te komen, een integratie van de armenzorg, zodat arme mensen niet permanent moeten vernederd en gestigmatiseerd worden, een uitbreiding naar een breed gamma van gegarandeerde openbare diensten, want niet iedereen heeft de nodige middelen voor de particuliere markt.
Kortom, wat nodig is, is een breed debat over wat we kunnen en willen. Verder kijken dan de sociale zekerheid alleen, uitbreiding tot een brede sociale bescherming, en ja, nadenken over een systeem van sociale rechtvaardigheid. Daarvoor moeten we bereid zijn ook te kijken naar het klimaatbeleid én naar de economie. Vandaag zijn het arme mensen die het grootste slachtoffer zijn van het veranderende klimaat en is het de economie die aan de lopende band armoede produceert. Geen enkel armoedebeleid kan er tegen op.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier