Lia van Bekhoven
‘Je beurt afwachten aan de toog? Britten verliezen het vertrouwen in de ordentelijke chaos voor een pint’
‘Rond de notie dat Britse barmensen exact weten wie van hun cliëntèle het langst voor de toog staat, zijn eeuwenlange tradities gevormd. Maar de realiteit is anders’, schrijft Lia Van Bekhoven na een recent bezoek aan een Londense drankgelegenheid. ‘In steeds meer pubs worden keurige rijen gesignaleerd. En daar is lang niet iedereen gelukkig mee.
Het is niet waar. Het is één van die mythes waar de Britten op grootgebracht zijn, maar die het genadeloos afleggen tegen de realiteit. Gisteravond nam ik de proef op de som, en ik kan melden dat het personeel achter de tap in The White Swan geen flauw benul had wie er aan de beurt was. Zoals in beperkter beschavingen werden ook in West-Londen de luidruchtigsten het eerst bediend.
Maakt het uit? Zeker wel. Rond de notie dat Britse barmensen exact weten wie van hun cliëntèle het langst voor de toog staat, zijn eeuwenlange tradities gevormd. Er zijn verwachtingen omheen gecreëerd, reputaties aan opgehangen. De wetenschap dat pubbedienden met één blik kunnen inschatten wie aan de beurt is, indien nodig bijgestaan door bloedeerlijke stamgasten, is de reden dat de kroeg de enige openbare gelegenheid is in het Koninkrijk waar niét in de rij gestaan wordt.
Niet dat ik iets tegen rijen heb. Rijen zijn zijn de barricade tegen chaos en maatschappelijk verval. Ze zijn noodzakelijk en nuttig. Ik ken mensen die voor de supermarktkassa’s hoofdberekeningen doen en bekkenbodemoefeningen. Soms zelfs op één been. (Volgens een verhaal dat ik laatst las, hebben mensen die langer dan 15 seconden op een been staan trouwens aanzienlijk meer kans op een langer leven dan degenen die meteen omvallen).
Het zit in het Britse DNA om maar een bushalte te zien of automatisch een nette rij te vormen. Daar is evenmin iets aan te doen als aan het weer. Maar dat geldt dus niet voor de kroeg. De massa’s die rond de tap hangen, kletsend met een maat, scrollend op hun telefoon, doen dat in de absolute zekerheid dat degene achter de bar weet in welke volgorde er bediend moet worden. En mocht er iemand aan de aandacht van de bar employee ontsnappen en zijn bestelling eerder afvuren (doorgaans iemand die lang, blond en knap is, hoewel mijn jongste zoon, die alledrie is, zegt juist door bediendes genegeerd te worden) dan wordt er door de wachtenden een wenkbrauw opgetrokken en neerbuigend gekeken in de richting van de overtreder die schuld dient te bekennen met duizenden ‘I’m sorry’s’.
De massa aan de bar vormt een autonome regio met onduidelijke regels en tegenstrijdige gebruiken. Het gekwebbel voor de toog doet soms denken aan een bijeenkomst van de Dead Poets Society, soms aan een festijn van hooligans, maar doorgaans beperkt een discussie onder de dorstigen zich tot ‘nee, jij was eerst’, ‘volgens mij was ik aan de beurt’ en ‘na jou’.
Voordat mijn bestelling (‘half a Naked Ladies, please’ – ik kan het uitleggen) gehoord was, waren er al drie voorgedrongen. Ik zeg niet dat dit nooit gebeurt. Een menselijke fout is snel gemaakt. Maar wat veranderd is, is dat de Britten het minder verdragen. Deze zomer is duidelijk geworden dat de natie het vertrouwen aan het verliezen is in de ordentelijke chaos voor een pint.
Het gevolg is dat in steeds meer pubs keurige rijen gesignaleerd zijn. En daar is lang niet iedereen gelukkig mee. ‘Het lijkt begonnen te zijn met corona’, zegt pubganger Rod Truan in The Guardian. ‘Honderden tradities zijn in een keer weggevaagd’. Truan, docent op een middelbare school in Cornwall, voert met zijn account @QueuesPub campagne tegen rijen in de kroeg. ‘We staan overal voor in de rij, maar niet in bars’, zegt hij. ‘Het is uniek voor de Britse kroegcultuur om juist aan de toog mensen te ontmoeten, grapjes te maken. Het draait daar om saamhorigheid en dat maakt het wachten de moeite waard’. In de rij staan, reageerde een twitteraar, ‘is een bedreiging voor de kunst van het barwerk’. ‘Queues in boozers are for losers’, twittert een ander. ‘Het is tegennatuurlijk!’
Ik heb lang moeten wennen aan de regel dat er geen regel is in de pub, en heb na lang zelfonderzoek (met zo’n dilemma ga je niet over een nacht ijs) besloten er niet vanaf te stappen. Dan maar riskeren doodgedrukt te worden aan de tap. Zoals een vriendin zegt, verschil moet er zijn. ‘Dit is een kroeg, weet je, geen postkantoor’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier