Martha Balthazar
‘Ik vrees dat we ons in een collectieve staat van depressie bevinden’
Het is tijdens eindeloze en waardeloze vergaderingen dat een specifiek gevoel van ontbering opdoemt.
Deze week miste ik god. Dat hoor ik niet te zeggen als kind van de verlichting en het vrijzinnige humanisme, haast dogmatisch atheïstisch opgevoed. Door de secularisatiestrijd die mijn grootouders voerden, hoor ik bevrijd te zijn van god, onafhankelijk en ongebonden. Het is waarschijnlijk niet meer dan een soort stockholm-syndroom dat ik even een blik naar boven werp telkens als ik aan mijn overleden grootmoeder denk.
En toch, tijdens door en door banale maar drukke weken als deze, die in het teken staan van lange to-dolijsten en onderhevig zijn aan de geboden van mijn agenda, verlang ik eens te worden voorgesteld aan een of andere betekenisvolle hogere macht. Waarschijnlijk niet aan God met een hoofdletter, die van de strenge regels en de hoge torens. Maar eerder aan god in het klein, dat wezentje dat woont tussen de oren en in de harten van velen. De god tegen wie mensen voor het slapengaan nog even kletsen, aan wie ze verslag uitbrengen van hun dag en de staat van de wereld. Naar wie ze kijken als het bestaan zich blootgeeft als absurd en ze aan een onbeduidende dag betekenis moeten geven.
Ik neem me voor om de leegte te omarmen en het gemis serieus te nemen.
Want het missen van god overvalt mij niet op momenten van groot verdriet of in het licht van tragisch onrecht: voor troost en verantwoording wil ik niet bij religie aankloppen. Het overvalt me eerder wanneer ik ’s nachts wakker lig om de volledig verkeerde dingen: angst voor een deadline of stress voor administratieve beslommeringen. Het is tijdens eindeloze en waardeloze vergaderingen dat dat specifieke gevoel van ontbering opdoemt, het ontbreken van iets groots en betekenisvols waarmee we dit korte leven wensen in te vullen. Het is dezelfde god die je mist in de onhandigheid van een burgerlijke ceremonie of die in het kille crematorium luid ontbreekt.
Als je een depressie definieert als een staat van constante levenslusteloosheid met paradoxaal genoeg voortdurende onrust, een soort druk door gebrek aan betekenis en waarde, dan vrees ik dat we ons in een collectieve staat van depressie bevinden. Helaas vind ik nergens een god met wie ik overeenkom en kunnen ook astrologie of yoga het voor mij niet oplossen. In plaats daarvan neem ik me voor om de leegte te omarmen en het gemis serieus te nemen. Omdat ik geloof dat de contouren ervan ons duidelijk maken wat er vandaag ontbreekt en wat er werkelijk toe doet. Dat we in het missen erkennen hoe onze samenleving zingeving tegengaat en op zoek gaan hoe we ons opnieuw, of misschien pas voor het eerst, kunnen verbinden in onze existentiële verlangens.
Martha Balthazar is theatermaakster. Haar column verschijnt tweewekelijks.