Khatera Shamal

‘Ik denk aan Florennes. Aan het asielcentrum waar we 25 jaar geleden per toeval terechtkwamen’

‘‘Florennes’ staat voor mij gelijk aan het asielcentrum, maar misschien is Florennes ook meer dan dat’, schrijft Khatera Shamal in een persoonlijke reflectie op haar aankomst in een klein Waals dorp, ondertussen 25 jaar geleden.

Ik ben Khatera. Ik ben een kind, een kleinkind van een familie uit Kabul, een Perzische grootstad met miljoenen inwoners. Ik ben een kind van de Afghaanse exodus, van de Afghaanse diaspora. 25 jaar geleden op de vlucht voor de Taliban. Toen, nu nog. Ik ben een kind, zoals duizenden andere kinderen, dat per toeval in België terecht gekomen is. In mijn geval in Florennes, een Waals dorp.

Florennes, een bescheiden gemeente in de Belgische provincie Namen, bekend van de folkloristische Sint-Pieters- en Sint-Paulmars, een van de beroemde Marches de l’Entre-Sambre-et-Meuse, die sinds 2012 op de UNESCO-lijst van immaterieel cultureel erfgoed prijken. De streek herbergt daarnaast ook het Spitfire-museum, het Kasteel Beaufort en de historische Sint-Gangulfuskerk, en dat allemaal omringd door mooie wandelpaden. En voor de mensen die nu 60 zijn, is het ook de plaats waar kernraketten gestationeerd werden. Groot protest. Koude Oorlog, weet u nog? Maar dat is ‘mijn’ Florennes niet.

Als ik aan Florennes denk, dan denk ik aan de oude kazernes van defensie omgevormd tot een asielcentrum. Aan de gebouwen, omheind, maar ook omringd door natuur. Aan het everzwijn achter de omheining.

Ik denk aan onze kamer. Een kamer met één tweepersoonsbed en twee stapelbedden. Ik denk aan onze kamer die zowel onze slaapkamer als onze leef- en speelkamer was.

Ik denk aan het speellokaal van het centrum. Een speellokaal waar naast speelgoed ook twee konijntjes rondliepen.

Ik denk aan hoe ik op een dag in een brandnetelstruik viel. Ik denk aan hoeveel pijn dat deed.

Ik denk aan mijn eerste woordjes Frans: ‘Merci’ en ‘Je m’appelle Khatera’.

Ik denk aan de begeleiders. Aan spelletjes en knuffels. Aan mijn eerste ontmoeting met Sinterklaas. Hoe vreemd ik die figuur vond. Je leest het in mijn vragende kinderogen.

Ik denk aan het enige andere Afghaanse gezin in het centrum, de enige mensen uit het centrum met wie we nog altijd contact hebben.

Ik denk aan Florennes. Aan het asielcentrum waar we 25 jaar geleden per toeval terechtkwamen.

Ik voel me nostalgisch. Ik voel van alles, allerlei gevoelens door elkaar. Ik voel me verdrietig, maar tegelijkertijd moet ik ook glimlachen als ik er weer aan terugdenk.

Ik denk dat ik, als ik de kans krijg, zeker nog eens terug zou willen gaan naar Florennes. Terug naar het asielcentrum waar het allemaal begon.

‘Florennes’ staat voor mij gelijk aan het asielcentrum, maar misschien is Florennes ook meer dan dat. Is het een fijn Waals plekje. Een plekje met een bekende mars, een kasteel en een museum. Een Waals plekje waar ik uren kan gaan wandelen. Voor mij het ontdekken waard.

© Khatera Shamal

Het is een eerste etappe in de terugkeer naar mijn roots. En dan, ja dan? Dan wacht de tocht naar mijn echte bakermat. Dan wacht het vliegtuig. Naar Afghanistan. Naar een miljoenenstad, een stad die ons gedwongen had om aan onze tocht te beginnen. Naar het echte begin van. Er is één vraag die vaak door mijn gedachten spookt: waar zou ik nu zijn als we onze tocht niet begonnen waren? Wie zou ik zijn? Zou ik een van die vele moedige meisjes en vrouwen zijn die dagelijks strijden voor hun rechten? Zou ik nog altijd geloven dat er geen vooruitgang mogelijk is in een land zonder vrouwen? Zou ik nog altijd geloven?

Ik hoop dat ik het antwoord mag horen. Ik hoop dat ik het mag zien. Wie is Khatera voor Florennes, en wie zou zij zijn als Florennes slechts een mooi Waals dorpje was, zonder iets méér?

Khatera Shamal werkt als beleidsadviseur op het stadhuis van Antwerpen. 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content