Bregje Van Deun

‘Hoe zit het met de pride? Een pretparade met duistere kant’

Bregje Van Deun Socioloog aan de UA
Jolien Verbrugge Logopedist

‘Misschien hebben we nood aan het hervinden van de essentie van de pride’, schrijven Bregje Van Deun en Jolien Verbrugge, die als lesbische vrouwen lid zijn van de queergemeenschap. ‘Samen zijn en zichtbaar zijn is een goed begin, maar nog steeds maar het begin.’


Onze vrienden die vragen of we naar de pride gaan, morgen. Wij die zeggen dat het in ons contract staat als praktiserende potten, dat we onze lidkaart moet inleveren als we niet gaan.

Het is groen lachen. Want tussen alle regenboogvlaggen door, vinden we een andere waarheid. De pride scandeert luid, schreeuwt in oren, zwaait met vlaggen en gooit met glitters, onder het mom: we gaan nooit meer terug in de kast. Dat is een boodschap waar niemand iets op tegen heeft, we zien het door een roze bril: love united, we vieren een overwinning, we denken dat we gewonnen hebben. En hierin zit nu net het giftige van dit alles: er worden uitsluitend statements aangehaald die passen binnen het grid dat boven onze hoofden bestaat. We kleuren feilloos binnen de lijntjes die vervat zitten in machtsstructuren die aan ons voorbij gaan. We houden ons aan de afgesproken straten, de afgesproken maand en dagen, samen met de alom aanwezige kapitalistische krachten. We vieren ter wille van de gratie van een hogere macht.

Wie de geschiedenis een beetje kent, weet dat out en proud zijn een verworven recht is, een recht met bloedige wortels ontstaan uit een strijd om een bestaansrecht. Het recht om jezelf te kunnen zijn en erkent te worden zonder discriminatie. De straat op komen en gezien worden was een fundamentele vorm van protest; wij zijn hier, we bestaan. Zie ons.

Het is net die vorm van protest die uitgehold wordt: wees maar zichtbaar, toon je gezicht, maar wel onder de conformistische voorwaarden dat het maar op één dag mag, paraderen tussen 2 en 5 op de afgesproken plaats. Verkleed je ook maar, in alle regenboogkleuren en met wat glitter; maar voor controverse is minder plaats, vier wat je hebt, maar daar blijft het dan ook bij. Op die manier wordt het een gedoogd feestje met een einduur. Eéntje dat bovendien nog eens geinstrumentaliseerd wordt door bedrijven en politieke partijen die een kans zien hun imago bij potentiele kiezers en consumenten te versterken.

Maar hoe claim je je bestaansrecht, hoe neem je ruimte in, als de lijnen op voorhand reeds zijn uitgetekend? Op die manier doet iets zoals de critical mass het misschien beter. Door met duizenden op de fiets te springen en actief het verkeer in Brussel of Londen te verstoren, ontwrichten, ontstaat er wrevel, en ben je disruptief, je neemt een plaats in die je niet altijd hebt, zij roepen al rinkelend en fietsend ook ‘wij zijn hier, wij bestaan’.

Hier onstaat een oproep voor concrete actie die binnen een georganiseerde pride eerder vaag en algemeen blijft. Concrete politieke acties of gevolgen die de rechten van de LGBTQ+ gemeenschap verder bestendigd blijven uit.

Deze soort uitholling van protest doet denken aan wat door de Amerikaans-Duitse filosoof Herbert Marcuse wordt beschreven als “Repressieve Tolerantie”. Dat concept werkte hij uit in de jaren ’60, maar lijkt ons nog steeds zeer actueel. Het gaat hierbij om gedoogd protest, wat de eigenlijke politieke kracht voor verandering omver kegelt.

Mensen worden steeds vaker nageroepen op straat, we zijn ons zeer bewust van het feit dat we niet tot de heteronormatieve standaard behoren wanneer we door het stadscentrum lopen. Een pride als de onze lost niks op: de onveiligheid die komt bij hand in hand lopen in een metrostation na 22 uur blijft, het staren blijft, de marginalisatie van de queer gemeenschap blijft.

Zijn we anti-pride? Allesbehalve. We willen enkel aantonen dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is, zoals een pride doet uitschijnen. Het verdoezelt de waarheid. Misschien hebben we nood aan het hervinden van de essentie van de pride. Samen zijn en zichtbaar zijn is een goed begin, maar nog steeds maar het begin. De pride kwam ooit voort uit een protest en heeft zich vandaag de dag geconfirmeerd aan de verwachtingen. Dat lijkt ons jammer. Ondanks de glitters.

Bregje Van Deun is socioloog aan de UA.
Jolien Verbrugge is logopedist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content