Lode Cossaer
‘Hoe “leefbaarheid” stilaan de wooncrisis verergert’
‘Het heeft weinig zin dat we als samenleving steeds productiever en welvarender worden, als onze woningmarkt daar niet in meegaat’, schrijft Lode Cossaer. Hij vreest dat een aantalop het eerste gezicht goedbedoelde maatregelen, de steden in Vlaanderen structureel onbetaalbaar maken.
In Leuven mag je in het kernwinkelgebied geen grote woningen opsplitsen. In Mechelen moet elke nieuwe woning minstens een plafondhoogte van 280 centimeter hebben. Beiden illustreren iets fundamenteel over ons woonbeleid.
Deze maatregelen (waarvan er vele gelijkaardige voorbeelden zijn over heel Vlaanderen) lijken op het eerste gezicht nobel en goedbedoeld, in het belang van ‘leefbaarheid’. Maar wie even verder denkt, ziet al snel hoe zulke regels bijdragen aan een groeiend probleem: het structureel onbetaalbaar maken van onze steden.
Probeer even de vergelijking te maken met auto’s. Stel dat er enkel nog nieuwe wagens verkocht mogen worden die uitgerust is met de allernieuwste veiligheidssystemen, comfortsnufjes en technologie. Wat denk je dat dat zal doen met de prijs? De goedkopere, nieuwe auto’s verdwijnen, en wie geen geld heeft voor een fonkelnieuw model, moet zich tevredenstellen met een oude tweedehandswagen – minder veilig, minder zuinig, minder comfort. Dat is exact wat we nu met het woonbeleid aan het doen zijn.
Door op lokaal niveau steeds strengere normen op te leggen voor wat als een ‘waardige’ woning geldt – van plafondhoogtes tot minimale oppervlaktes en verbodsregels op opsplitsing – zetten steden zichzelf stilaan klem. Ze maken nieuwe woningen schaarser én duurder. En waar kunnen mensen met een kleiner budget dan nog terecht? Juist: in aftandse, slecht onderhouden panden die wél nog betaalbaar zijn, maar die veel lagere standaarden van leefbaarheid hebben. Is dat vooruitgang?
Het lijkt haast een bewuste strategie: regels zodanig ontwerpen dat betaalbare woningen nauwelijks nog mogelijk zijn. Zo worden minder begoede bewoners ontmoedigd om zich te vestigen in een stad, wat het lokale bestuur dan weer beschermt tegen extra druk op het OCMW of sociale dienstverlening. In essentie bouwen we met publieke middelen publieke gated communities waarin het motto stilaan luidt: hoe minder armen, hoe leefbaarder. https://www.knack.be/nieuws/belgie/maatschappij/huisje-boompje-tuintje-voor-iedereen-wonen-in-het-groen-blijft-voor-velen-onbereikbaar/
Maar dat is een gevaarlijk en asociaal pad. Als we niet dringend ruimte maken voor meer, diverse nieuwbouw, en vooral: als we niet toelaten dat niet elke nieuwe woning alle denkbare luxe en comfort heeft, dan zullen we de wooncrisis enkel verdiepen. Nieuwe woningen moeten vooral beter zijn dan wat nu nog op de markt circuleert aan verloederd patrimonium – dat zou al een enorme stap vooruit zijn.
Het fundamentele probleem is dat elk lokaal bestuur op zijn eigen eilandje blijft focussen op leefbaarheid, zonder het bredere plaatje van betaalbaarheid in rekening te brengen. Die twee zouden samen moeten gaan. Nu worden ze tegen elkaar uitgespeeld, met als gevolg dat wonen enkel nog haalbaar blijft voor wie het breed heeft.
De Vlaamse overheid moet hier dringend ingrijpen. Niet met kleine correcties, maar met een grootschalige, doortastende aanpak die woonbeleid opnieuw in lijn brengt met sociale realiteit én economische noodzaak.
Dit kan enkel maar door de gemeentelijke autonomie enorm terug te schroeven zodat gemeentebesturen niet meer als lokale baronnen het moderne equivalent van ‘arme mensen niet toegelaten’ kunnen veroorzaken.
Het heeft weinig zin dat we als samenleving steeds productiever en welvarender worden, als onze woningmarkt daar niet in meegaat. Zolang wonen niet mee evolueert in betaalbaarheid en toegankelijkheid, bouwen we vooral aan een leefbaarheid voor een beperkte groep, ten koste van de betaalbaarheid van een hoop andere mensen.
Lode
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier