Het ‘limitarisme’ van Ingrid Robeyns: ‘Beperk het vermogen van superrijken tot 10 miljoen’
De filosofe en econome Ingrid Robeyns (Universiteit Utrecht) pleit voor een bovengrens op individuele vermogens. ‘Extreme rijkdom veroorzaakt extreme schade’, stelt ze.
Wat zou u doen als u 100 miljoen euro zou winnen met de Lotto?
Ingrid Robeyns: Ik zou hooguit 1 miljoen houden.
Waar gaat de rest dan naartoe?
Robeyns: Dat zou naar een instituut gaan dat zich met een nieuw economisch systeem verzet tegen de neoliberale ideologie. We hebben een rechtvaardigere economie nodig.
Uw boek Limitarisme: pleidooi tegen extreme rijkdom heeft een debat uitgelokt over de ethische grenzen van rijkdom. Daarin pleit u voor financiële limieten: niemand zou meer dan 10 miljoen euro mogen bezitten. Wat hebt u tegen de rijken?
Robeyns: Ik heb helemaal niets tegen rijke mensen, maar wel tegen de concentratie van rijkdom. Er is geen morele, politieke of economische rechtvaardiging voor grote vermogens. Veel mensen beseffen niet dat extreme rijkdom ook extreme schade veroorzaakt.
Over welke schade hebt u het dan?
Robeyns: Extreme rijkdom ontwricht de democratie. Superrijken kunnen hun belangen zomaar doordrijven door lobbygroepen te financieren. Ze kunnen debatten sturen omdat ze betrokken zijn bij mediabedrijven en de politiek beïnvloeden met hun donaties.
Zijn dat geen holle clichés?
Robeyns: De Australische mediamagnaat Rupert Murdoch is een goed voorbeeld van hoe mediamacht gebruikt kan worden om aan politiek te doen. Is het niet naïef om te geloven dat grote vermogens geen voorkeursbehandeling krijgen van politici?
Het is een fabeltje dat superrijken hun geld in hun eentje verwerven.
En superrijken tasten niet alleen de economie aan, maar ook de planeet. Met hun buitensporige levensstijl veroorzaken ze een jaarlijkse CO2-uitstoot van meer dan 100 ton per persoon. Bij de gemiddelde inwoner is dat ongeveer 10 ton.
Is een hogere CO2-taks een oplossing?
Robeyns: Dat zou arme mensen hard treffen, terwijl superrijken het amper voelen. Het probleem ligt bij de absurd grote rijkdom. We hebben het hier over bedragen die we ons bijna niet kunnen voorstellen. Je moet bijvoorbeeld 2 miljoen dollar per uur verdienen om zo rijk te worden als Elon Musk.
Sommigen zullen zeggen dat Musk extreem hard heeft gewerkt voor zijn geld. Bent u tegen succes?
Robeyns: Het is een fabeltje dat superrijken hun geld in hun eentje verwerven. Veel rijken denken dat ze slimmer zijn dan anderen. Maar je zult nergens een selfmade miljardair vinden die het zo ver kon schoppen zonder dat hij onder gunstige voorwaarden kon beginnen.
Of we nu arm blijven of rijk worden, het is dus gewoon toeval?
Robeyns: Dat heb ik niet gezegd. Onze beslissingen spelen natuurlijk ook een rol, maar veel factoren van ons economische succes hebben we niet zelf in de hand. Het staat vast dat de rijkdom van miljardairs ondenkbaar zou zijn zonder de inspanningen van de samenleving. Hoe rijk kan een miljonair worden op een onbewoond eiland met enkel natuurlijke bronnen?
Niet heel rijk.
Robeyns: Precies! Dus: excessief vermogen valt moreel niet te rechtvaardigen. Hoe je het ook wendt of keert, niemand heeft helemaal alleen een miljard verdiend. Vooral omdat de rijkdom van veel miljardairs afkomstig is uit twijfelachtige bronnen.
En wat met de oprichters van BioNTech, die dankzij hun onderzoek rijk zijn geworden? Hun coronavaccin heeft miljoenen mensenlevens gered. Hebben zij hun rijkdom dan niet verdiend?
Robeyns: Ik ken ze niet persoonlijk, maar zelfs de meest briljante onderzoekers steunen op overheidsstructuren. Ze hebben bijvoorbeeld octrooibescherming nodig. Ze baseren zich ook op wetenschappelijke bevindingen die gefinancierd zijn met belastinggeld.
Ik vind de Amerikaanse arts Jonas Salk in dat opzicht een mooi voorbeeld. Hij heeft het eerste vaccin tegen polio ontwikkeld en liet dat niet patenteren.
Niet iedereen doet alles uit altruïsme. Hoeveel ondernemers zouden met hun bedrijf risico nemen als de beloning beperkt zou zijn?
Robeyns: Het neoliberalisme wil ons wijsmaken dat mensen alleen uit eigenbelang handelen, maar dat is niet zo.
Ik wil geen volledige gelijkheid nastreven, wel een grens op rijkdom.
Ook in een ‘limitaristische’ wereld zouden er nog inkomensverschillen bestaan, maar ze zouden niet meer zo groot zijn als nu. Ik wil geen volledige gelijkheid nastreven, wel een grens op rijkdom. Zo’n grens kan zelfs economisch gestaafd worden.
Hoe dan?
Robeyns: Als je arm bent en plots 1000 euro per maand meer verdient, kan dat je leven veranderen. Je kunt genoeg eten kopen of je kinderen een goede opleiding verzekeren. Als je rijk bent en 1000 euro meer verdient, merk je geen verschil. Waarom zouden we dan toestaan dat mensen steeds rijker worden, als ze het niet eens merken? Als we grenzen stellen aan individuele rijkdom, verwezenlijken we een rechtvaardigere wereld voor iedereen.
Wat is te veel geld voor u?
Robeyns: We hebben daarover een representatief onderzoek verricht in Nederland. De bevraagden gaven grotendeels aan dat een vermogen van hoogstens 1 miljoen euro per persoon genoeg is om een goed leven te leiden. Voor mij is dat in landen met een functionerend sociaal systeem de ethische grens. Daarboven kan rijkdom bijna niet gerechtvaardigd worden.
Een woning met goede ligging kost in sommige steden al een miljoen.
Robeyns: Ik ben me ervan bewust dat het afhangt van de context. Er is ook nog een tweede grens, die hoger ligt. We moeten streven naar een samenleving waarin niemand meer dan 10 miljoen euro bezit. Vanaf die grens brengt vermogen ook politieke schade toe. Zo’n vermogen kan worden omgezet in extreme invloed op de politiek en de media.
Die grens lijkt willekeurig.
Robeyns: Het precieze getal maakt uiteindelijk niet echt uit. Het gaat erom dat geld boven een bepaalde drempel schadelijke effecten heeft. In de VS zal die grens wellicht iets hoger liggen, omdat daar minder sociale zekerheid is dan in België. Bovendien is de schade niet alleen maatschappelijk. Zelfs de superrijken halen geen voordeel uit extreme rijkdom.
Dat zien zij misschien anders.
Robeyns: Er zijn veel rijken die niet geloven dat onze maatschappij het nog lang zal volhouden met de groeiende kloof tussen arm en rijk. De multimiljardair Nick Hanauer waarschuwt dat ‘de hooivorken eraan komen’. Volgens hem is het maar een kwestie van tijd voor er een opstand uitbreekt. Dat rechts-populistische partijen steeds populairder worden, hoeft niet te verbazen, gezien de groeiende kloof.
Ik heb voor mijn onderzoek met verschillende rijke mensen gesproken, en enkelen hebben ook persoonlijke redenen om een bovengrens op te leggen. Velen voelen zich eenzaam of zijn omringd door vrienden met slechte bedoelingen. Abigail Disney, bijvoorbeeld, de achternicht van Walt Disney, noemt haar rijkdom een enorme last.
Er zijn ergere dingen in het leven.
Robeyns: Ik wil gewoon zeggen dat er vanuit het standpunt van de rijken óók goede argumenten zijn voor een bovengrens.
Waar moet hun geld naartoe gaan? Belastingen?
Robeyns: Volgens Thomas Piketty en andere economen is de staat de afgelopen decennia systematisch verzwakt. Door het limitarisme kunnen we hem weer versterken.
Veel economen vinden de staat inefficiënt en traag.
Robeyns: Dat is niet verwonderlijk. Veel westerse staten hebben zich kapotbespaard met het oog op neoliberale dogma’s. Welke instantie kan vandaag de dag nog een competitief salaris betalen voor topmensen? Ik geloof niet dat er een alternatief is voor de staat.
Promoot u hiermee het socialisme?
Robeyns: (lacht) Nee. Sommige mensen maken me uit voor socialist of communist, maar zie ik mezelf eerder als groene sociaaldemocraat. Ik vind privébezit positief. Bovendien geloof ik dat de markt een belangrijke rol kan spelen, ze is alleen te dominant geworden.
Sommige mensen maken me uit voor communist, maar zie ik mezelf eerder als groene sociaaldemocraat.
Volgens mij proberen mensen op die manier de argumenten voor het limitarisme te ontkrachten, in plaats van grondig naar mijn argumenten te luisteren.
Hoe zou een limitaristische wereld eruitzien?
Robeyns: In zo’n wereld zou er niet alleen een armoedegrens zijn, maar ook een grens op extreme rijkdom. De overheid zou weer beter functioneren dankzij hogere belastinginkomsten. Daarnaast zouden de lonen van managers worden begrensd en erfenissen beperkt. De wereld zou eerlijker zijn.
Dat is nog behoorlijk abstract.
Robeyns: Het is stof tot nadenken, geen definitief stappenplan. Toen ik aan mijn boek begon, had ik een hoop maatregelen voor ogen. Maar het werd al snel duidelijk dat we eerst een nieuwe ideologie nodig hebben die past bij de tijdgeest van het post-neoliberalisme. We moeten onszelf weer als burgers zien, niet enkel als investeerders.
Wat houdt dat precies in?
Robeyns: Het neoliberalisme heeft ons geleerd om naar de wereld te kijken door een economische bril. Wie aan de universiteit studeert, streeft niet naar onderwijs zoals Alexander von Humboldt dat deed, maar wil in zichzelf investeren. Niemand zou eraan denken om zijn relatie met familie of vrienden te zien als een investering in de toekomst. En toch komt die manier van denken steeds vaker terug in de rest van ons sociale leven. Alles draait tegenwoordig om ons eigen voordeel.
Zelfs de superrijken handelen niet altijd in hun eigen belang. Bill Gates en Warren Buffett hebben aangekondigd dat ze een groot deel van hun vermogen zullen wegschenken. Is dat geen goed begin?
Robeyns: Het is belangrijk om ons af te vragen hoe ze hun vermogen zullen schenken en aan wie. Dat soort grootschalige filantropie is zeer twijfelachtig. Hoe mooi de doelen ook zijn, uiteindelijk bepalen de miljardairs waar het geld voor gebruikt wordt, en daarmee beïnvloeden ze de politiek. Bovendien gaat het maar om een handvol superrijken. De meesten willen hun geld aan hun familie nalaten, het liefst zonder daar belastingen op te betalen.
Je hoeft niet superrijk te zijn om tegen hoge successierechten te zijn.
Robeyns: Dat klopt. Veel mensen staan terughoudend tegenover hogere successierechten. Tegelijk vallen erfenissen moreel niet te rechtvaardigen.
Erfenissen vallen moreel niet te rechtvaardigen.
Verschillende filosofen pleiten er zelfs voor om het erfrecht volledig af te schaffen. Ik vind alleen die bovengrens belangrijk. Iedereen zou maar een bepaald bedrag mogen erven, de rest zou door de staat verdeeld kunnen worden onder jongere burgers. Zo erft iedereen een deel van het vermogen van eerdere generaties.
Gelooft u dat het limitarisme een kans maakt?
Robeyns: Ik denk niet dat wij het nog zullen meemaken. Maar dat wil niet zeggen dat het slechte argumenten zijn. Ik zie het als een ideale wereld. Als ik miljonair was, zou ik me daarop toeleggen.
Hoe reageren de superrijken op uw voorstellen?
Robeyns: Ik word vaak uitgenodigd door rijke mensen die geïnteresseerd zijn in mijn ideeën. Ik was onlangs op een evenement in Londen, waar ik werd aangesproken door een zakenman. Eerst vond hij mijn suggesties te radicaal, maar nu stelt hij zelf het systeem ter discussie en raadt hij mijn boek aan bij anderen.
Heeft Elon Musk al contact met u opgenomen?
Robeyns: Nee. Ik ben natuurlijk benieuwd naar zijn mening. Ik kan me al voorstellen dat hij zou zeggen dat ik zijn kostbare tijd verspil.
Vertaald door Fleur Valette en Chloé Cottyn
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier