Martha Claeys

‘Het is niet omdat iets samen voorkomt, dat er een causaal verband is tussen de twee’

Martha Claeys Filosofe

Pestvogels zijn er bijna nooit, en dan ineens zijn ze met honderden. Als er door een uitzonderlijk strenge winter niet genoeg bessen te vinden zijn in het Hoge Noorden zakken ze naar onze contreien af. Dan zie je de schilderachtige vogel plots in groepjes rondvliegen op zoek naar rode besjes.

In de middeleeuwen werd hun komst gezien als de voorbode van een pestuitbraak, en daaraan ontleent de vogel zijn jammerlijke naam. Met de vogel kwam ook de Zwarte Dood, redeneerde men. 

Het is niet omdat iets samen voorkomt, dat er een causaal verband is tussen de twee. Dat is een klassieke denkfout die je als filosofiestudent al bij de eerste les logica leert. De pest is wel een zoönose, een ziekte die van dier op mens wordt doorgegeven, dat hadden de middeleeuwers goed. Maar de schuldige is niet de pestvogel, wel de rat en haar vlooien.

We zijn sinds de middeleeuwen niet per se beter geworden in het interpreteren van causale verbanden. In de Britse krant The Guardian vertelt Andrew Przybylski, onderzoeker aan de universiteit van Oxford, dat het populaire idee dat internetgebruik hersenschade zou toebrengen op zo’n denkfout is gebaseerd. Vaak kun je wel een correlatie aanduiden tussen internetgebruik en mentale klachten zoals concentratieproblemen, angsten of depressie, maar daaruit zonder verder onderzoek een causaal verband concluderen is onwetenschappelijk, zegt Przybylski. 

Als je een causaal verband ziet, hoef je elders geen oorzaken meer te zoeken. Dat vernauwt onze blik.

Er is een verschil tussen coïncidentie, correlatie en causatie. Als twee fenomenen toevallig tegelijkertijd voorkomen, maar verder geen verband houden, dan gaat het om coïncidentie. Er is plots een klein vogeltje in opvallenden getale in het land wanneer de pest uitbreekt. Maar het is niet zo dat de pest altijd uitbreekt wanneer je die vogel kunt spotten. 

Stel dat pestvogels zich onder dezelfde omstandigheden goed voelen als de pestbacterie, en dus vaak samen voorkomen, dan gaat het om meer dan toeval. In dat geval is er een correlatie tussen de twee. Als je dan een pestvogel ziet, ben je maar beter op je hoede, want dan zou de pest wel kunnen uitbreken – maar het is niet omdát de pestvogel in het land is, dat de pest uitbreekt. 

Als het ene gebeurt omdát het andere gebeurt, dan heb je een causaal verband. We denken graag in termen van causaliteit, wist ook scepticus David Hume. Maar echte causaliteit is vaak moeilijk aan te tonen. Er is waarschijnlijk een correlatie tussen internetgebruik en mentale capaciteit en mentaal welzijn, maar Przybylski waarschuwt ons voor de conclusie dat het internet slecht voor ons zou zijn. Met die conclusie vernauwen we onze blik, want als je een causaal verband hebt, hoef je elders geen oorzaken meer te zoeken. Bijvoorbeeld in de prestatiemaatschappij, die ons ervan overtuigt dat we met anderen in concurrentie staan. Of in het kapitalisme, dat ons vertelt dat we pas waardevol zijn als we produceren. Of in de toenemende zichtbaarheid van geweld, en de voortschrijdende kennis over de staat van het klimaat. Een correlatie vraagt ons om die factoren wel te overwegen. 

Causaliteit is te makkelijk, zegt Przybylski eigenlijk. De middeleeuwers wisten het eigenlijk ook wel: wie de pestvogel afschiet, is nog niet van de pest verlost.

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content