Jonathan Lambaerts
‘Het gelijkheidsstreven van woke ligt juist in het verlengde van het Verlichtingsdenken’
‘De woke-beweging is geen antithese van de Verlichte cultuur, zoals De Wever en anderen willen doen geloven, maar het is eerder een voorzetting van de emancipatiestrijd die in de Verlichting begon’, schrijft Johathan Lambaerts (Thomas More Hogeschool).
Met een lezing, getiteld Hoe woke onze cultuur vernietigt, trekt N-VA-voorzitter Bart De Wever de komende maanden door Vlaanderen. In deze lezingenreeks waarschuwt De Wever voor het gevaar dat de woke-beweging vormt voor de eigenheid van de Vlaamse en bij uitbreiding, de Westerse cultuur. De Wever bevindt zich met dit pleidooi in slecht gezelschap.
Ook Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken hield eerder dit jaar halt in verschillende steden met een pleidooi tegen de ‘woke-waanzin’. Recenter nog stelden twee andere Vlaams Belang-mandatarissen een kinderboek voor, met de veelzeggende titel Red Zwarte Piet. Op deze en andere manieren werpt het Vlaams Belang zich op als behoeder van ‘onze’ cultuur, maar kan het ook haar identitaire wij-zij logica uitspelen.
Dat ook N-VA-voorzitter zijn ijlen richt op ‘woke’, laat zich politiek gemakkelijk verklaren. In een recente bijdrage wees Walter Pauli er fijntjes op dat ‘de N-VA bij de verkiezingen in 2024 verdomd weinig heeft om mee uit te pakken’. Het woke-debat is voor De Wever een perfecte bliksemafleider.
Toch valt de opstelling van De Wever te betreuren, in het bijzonder omdat zij in schril contrast staat met de positie die hij in het verleden innam. De Wever stelde meermaals dat de Verlichting het fundament van ‘onze’ cultuur vormt en de lijm van onze samenleving is. Kenmerkend aan de Verlichting was echter dat er afstand werd genomen van traditie en gezag. Alle aannames en gebruiken uit het verleden werden kritisch in vraag gesteld, en tegen de maatstaf van de rede gehouden. Zo werd er komaf gemaakt met bijgeloof, irrationele opvattingen en gebruiken die geen enkele andere legitimatie hadden dan dat het altijd al zo werd gedaan.
(Lees verder onder het artikel.)
Vanaf het prille begin droeg deze intellectuele ontvoogdding een sociaal element in zich mee. Net zoals alle andere aannames uit het verleden, werden ook de principes waarop de samenleving werd geënt in vraag gesteld. Deze principes bleken vaak arbitrair en daarom ook onrechtvaardig te zijn. Zo spoorde de intellectuele ontvoogding van de Verlichting aan tot sociale veranderingen. De samenleving moest op een redelijke wijze worden georganiseerd. In dit voornemen vond de moderne rechtstaat haar oorsprong, die onder meer wordt gekenmerkt door transparante procedures en formele wetten. Een van de belangrijkste grondgedachten hierachter was het gelijkheidsbeginsel. Volgens de rede en de wetten die op haar zijn geschoeid, is iedereen gelijk (ongeacht afkomst of status) en bijgevolg hoort iedereen van dezelfde rechten en vrijheden te kunnen genieten. Al wat dit verhindert en bepaalde groepen systematisch achterop stelt, is in strijd met dit gelijkheidsbeginsel en met de rede.
Dit maakt duidelijk dat de woke-beweging geen antithese is van de Verlichte cultuur, zoals De Wever en anderen willen doen geloven, maar dat zij eerder een voorzetting is van de emancipatiestrijd die in de Verlichting begon. De woke-beweging vond haar oorsprong in de zwarte gemeenschap die ernaar streefde om mensen zowel bewust te maken als bewust te houden van structurele vormen van racisme. Later verruimde deze beweging zich naar alle vormen van structurele achterstelling. De woke-beweging streeft er in al haar veelzijdigheid naar om ervoor te zorgen dat iedereen een eigen en gelijke plaats heeft in de samenleving. Ze klaagt het sociale onrecht aan dat het resultaat is van een onredelijk denken en dat in stand wordt gehouden door maatschappelijke structuren (zoals onderwijs, economie, politiek, …). Voor hen die zich in een geprivilegieerde positie bevinden, is dit niet altijd een even gemakkelijke boodschap om te horen. Zoals de Franse Verlichtingsfilosoof Denis Diderot (1713-1784) al wist: “On avale à pleine gorgée le mensonge qui nous flatte, et l’on boit goutte à goutte une vérité qui nous est amère.“
In zijn essay Beantwortung der Frage: Was ist Aufklärung? voegt de grote Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804) daaraan toe: “Daß der bei weitem größte Teil der Menschen den Schritt zur Mündigkeit, außer dem daß er beschwerlich ist, auch für sehr gefährlich halte: dafür sorgen schon jene Vormünder, die die Oberaufsicht über sie gütigst auf sich genommen haben.”
Dit rechtvaardigt eens te meer enig scepticisme ten aanzien van het discours van De Wever over cultuurbehoud en woke. Het gaat niet over het afwenden van een dreigend gevaar voor ‘onze’ cultuur. Het gelijkheidsstreven van woke ligt juist in het verlengde van het Verlichtingsdenken. De verkettering van woke houdt eerder het afwijzen van het gelijkheidsbeginsel in en dat zou iedereen zorgen moeten baren. Het loslaten van dit grondbeginsel zet de deur verder open voor willekeur, waar uiteindelijk iedereen het slachtoffer van kan worden. Hoe zoetgevooisd het pleidooi over het behoud van ‘onze’ cultuur ook mogen klinken, het is belangrijk om zich niet in slaap te laten wiegen en woke te blijven.
Jonathan Lambaerts studeerde sociaal werk, filosofie en godsdienstwetenschappen. Hij is momenteel verbonden als lector aan de Thomas More hogeschool.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier