Mieke Valcke

‘Heel wat pijnlijke evoluties in het onderwijs hangen samen met een gebrek aan woonkwaliteit’

‘De kwaliteit van hun huisvesting beïnvloedt de fysieke gezondheid en het psychologisch en sociaal welzijn van burgers’, schrijft Mieke Valcke voor de ecologische denktank Oikos. ‘Goed wonen en goed leren hangen samen.’ Deze bijdrage maakt deel uit van de zomerreeks De Doordenkers van Knack.be: Betaalbaar Wonen.

Onderwijs groeide terecht uit tot een van de belangrijke thema’s van de voorbije Vlaamse verkiezingen. Klassen zonder leraar, studierichtingen met te weinig leerlingen, verouderde leslokalen, oplopende schoolkosten,… Het zijn maar enkele van de problemen waar de toekomstige minister van Onderwijs samen met de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement een antwoord moet op vinden. Andere pijnlijke evoluties in onderwijs, zoals een toename van het vroegtijdig schoolverlaten, worden mee beïnvloed door een gebrek aan woonkwaliteit en woonzekerheid.

Hoe kleiner de impact van de sociaal-economische thuissituatie op de schoolprestaties van leerlingen, hoe eerlijker een onderwijssysteem. Die impact is echter zeer groot in Vlaanderen. Dat blijkt telkens opnieuw uit de resultaten van de internationale PISA-metingen bij een steekproef van 15-jarige leerlingen. ”Sociale ongelijkheid zit ingemetst in de muren van onze scholen”, stelde Ides Nicaise (KUL, HIVA) recent nog onomwonden. Vlaanderen combineert een hoger dan gemiddelde leerprestatie met een lager dan gemiddelde sociaal-economische eerlijkheid in vergelijking met de andere deelnemende landen. Het grote verschil in punten voor wiskunde tussen rijke en armere Vlaamse kinderen kan oplopen tot maar liefst zes schooljaren. Een kwetsbare sociaal-economische achtergrond gaat heel vaak samen met een precaire woonsituatie.

Het Brussels Studies Institute stelde vast dat een groeiende vraag naar betaalbare woningen in Brussel niet geleid heeft tot een groter aanbod van betaalbare woningen. Hoe gaan burgers met een woonvraag daar mee om? Ze blijven wonen in dezelfde woning ook als het gezin uitbreidt, ze blijven wonen in een niet comfortabele woning, ze doen toegevingen op het gebied van de plek waar ze wonen en jongvolwassenen blijven langer thuis wonen.

Verschillende van die mechanismen, waaronder overbewoning, komen vaker voor bij gezinnen met kinderen en adolescenten. Uit de Beleidsnota Wonen 2020-2025 van de stad Gent blijkt dat de kwaliteit van woningen in de Vlaamse centrumsteden tussen 2013 en 2018 verbeterde maar dat die verbetering nauwelijks merkbaar is bij slechte of zeer slechte woningen. De voorbije jaren leverde de stad Gent wel heel wat inspanningen door huizen te laten renoveren en te (her)bouwen, zo blijkt uit de Woonstudie van 2023.

Het prangend tekort aan betaalbare gezinswoningen zorgt ervoor dat een deel van de bevolking genoegen moet nemen met een woning die niet beantwoordt aan de persoonlijke of gezinsbehoeften, met onzekere woonstatuten en vaak in slechte huisvestingsomstandigheden. Ongeveer één op vijf Vlaamse kinderen (ca. 260.000) tussen 0 en 17 jaar heeft te kampen met een vorm van woningdeprivatie: zij wonen in een huis met een gebrek aan basiscomfort (een douche) en/of met een structureel probleem (lekkend dak, schimmel). Nog eens ca. 20.000 kinderen hebben een gebrek aan ruimte. Zo’n 6.000 kinderen hebben helemaal géén vaste thuis.

De Vlaamse Codex Wonen stelt dat iedereen recht heeft op menswaardig wonen. Dat wil zeggen een aangepaste woning van goede kwaliteit in een behoorlijke woonomgeving tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid. Een recht dat voor veel kinderen duidelijk nog niet is gerealiseerd.

De kwaliteit van hun huisvesting beïnvloedt de fysieke gezondheid en het psychologisch en sociaal welzijn van burgers. De Vlaamse Woonraad (opgeheven in 2020) stelde, samen met het Kinderrechtencommissariaat, dat onder invloed van en in wisselwerking met hun materiële, maatschappelijke en sociale omgeving kinderen en jongeren hun identiteit ontwikkelen.

Woonzaak, waar onder andere het Netwerk tegen Armoede deel van uitmaakt, stelde samen met een groep van leraren, gezondheidszorgprofessionals en werkers in de sociale sector heel recent nog in een open brief dat slechte woonkwaliteit zorgt voor ongelijke onderwijskansen en onderwijsachterstelling. Een niet aangepaste woonomgeving, met onvoldoende plek voor huiswerk en studie, beperkt het vermogen van kinderen om te leren en zich te ontwikkelen. Een woning met kwaliteitsgebreken is geen ‘veilige haven’ maar een bron van stress voor het ganse gezin. Slechte huisvesting zet cognitieve vaardigheden en het emotioneel en gedragsmatig functioneren van kinderen en jongeren onder druk. Als ze niet zeker zijn over hun huis en hun thuis hebben ze het moeilijker om zich te concentreren, zijn ze minder betrokken bij schoolactiviteiten en zijn ze vaker afwezig op school. Spijbelen is een voorspeller van vroegtijdig schoolverlaten.

In de stad Antwerpen verliet in 2022 maar liefst 25% van de jongeren het secundair onderwijs zonder kwalificatie. Dat hypothekeert hun toekomst, stelt de SERV. Iets verder terug in de tijd stelde de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dat de uitvalproblemen in onderwijs het taaist zijn bij de groep die de raad “overbelaste jongeren” noemt. Ze zijn overbelast in sociaal en economisch opzicht waaronder op vlak van huisvesting.   

Directies en leraren dienen zich bewust te zijn van de impact van onzekere en slechte huisvesting op hun leerlingen en moeten daar rekening mee houden bij de organisatie van onderwijs. Zo werkt veel en ondoordacht huiswerk onderwijsongelijkheid in de hand. Een versterkt beleid van gelijke onderwijskansen (GOK) en een breed zorgbeleid houden evident rekening met de maatschappelijke kwetsbaarheid van leerlingen. Daarbij mag hun vaak precaire woonsituatie niet vergeten worden. Een verbindend schoolklimaat is des te belangrijker bij kinderen die vaak (moeten) verhuizen.

Veel leraren en directeurs zijn overtuigd van het belang van verbinding maar dit omzetten in schoolbeleid en -klimaat is niet evident, zo blijkt uit een studie van het Rekenhof. Scholen en leraren moeten gerichte professionele ondersteuning krijgen, bv. via vorming en opleiding, om aanklampend te kunnen werken naar en met leerlingen en hun ouders. Lokale besturen zijn goed geplaatst om scholen daarin te ondersteunen. Om samen met de scholen en partners als Kind en Gezin, de centra voor leerlingenbegeleiding, armoedeverenigingen en het jeugdwerk signalen van precaire woonsituaties bij leerlingen en jongeren ernstig te nemen en aan te pakken. In Gent is er bv. de Kinderen Eerst-aanpak waarbij er ook maatschappelijk werkers aanwezig zijn op de scholen en ingaan op vragen van ouders.

Fundamenteel is uiteraard dat het aanbod aan energiezuinige, sociale woningen omhoog gaat en dat op de private huurmarkt investeringen gebeuren om het aanbod aan betaalbare, kwalitatieve gezinswoningen te vergroten. Uit onderzoek van onder andere Katleen Van den Broeck (KUL) naar de impact van het project Gent knapt op blijkt dat steun aan noodeigenaars (zonder eigen middelen om te renoveren) meerdere positieve sociale effecten hebben. Gerichte, outreachende  ondersteuning van huurders uit lage-inkomensgroepen is nodig om sociale onderbescherming tegen te gaan. Voldoende kwalitatieve tijdelijke opvang moet voorzien worden zodat gezinnen met kinderen altijd een dak boven het hoofd hebben. Naast het recht op een menswaardige woning, moet ook het recht op een veilige en gezonde woonomgeving gegarandeerd worden. Kinderen zijn kwetsbaarder in het verkeer en gevoeliger voor luchtvervuiling. Kinderen en jongeren hebben nood aan ruimte om te spelen, te bewegen en vrienden te ontmoeten.

Hoog scoren op de PISA-metingen, als een indicator van onderwijskwaliteit, is een terechte ambitie van het Vlaamse onderwijsbeleid. Het wegwerken van de ongelijkheid in schoolresultaten naargelang de sociaal-economische status van het gezin waarin je opgroeit, moet meer dan vandaag een minstens even prioritaire ambitie zijn.

Dat dat niet losstaat van een stabiele woonplek en van een gezonde en veilige woonomgeving mag duidelijk zijn. Succesvolle (lees: leerrijk, ondersteund, kwalificerend, enthousiasmerend) schoolloopbanen voor alle kinderen en jongeren zijn gebaat bij een stevig fundament van betaalbaar en kwalitatief wonen. Een extra en doorslaggevend argument voor een doortastend ecologisch en sociaal woonbeleid in de volgende Vlaamse en lokale bestuursperiode.

Mieke Valcke is adviseur onderwijs bij de SERV. Ze schrijft deze bijdrage in eigen naam.

Partner Content