Ann Peuteman
‘Hebben we echt aparte kassa’s nodig voor mensen die wél nog met elkaar willen praten?’
Omdat we met z’n allen geen tijd te verliezen hebben, ergeren we ons te pletter aan mensen die de boel vertragen. ‘Het gevolg is dat we amper nog een praatje durven te slaan’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar wekelijkse column De Zoetzure Dinsdag.
Eerst was er alleen luid gezucht, maar al snel begonnen mensen ook hardop commentaar te geven. Toch bleef de medewerkster aan het onthaal van de supermarkt de klant die voor haar stond, een man van een eind boven de tachtig, vriendelijk te woord staan. Hij had pasfoto’s nodig voor zijn nieuwe identiteitskaart, maar snapte niet hoe het fotohokje aan de ingang werkte. ‘Ik loop wel even met u mee’, zei de medewerkster uiteindelijk. Dat kwam haar op woedende blikken te staan van de andere klanten die aanschoven om een kraslot te kopen, een aankoop te ruilen of een pakje op te halen. ‘Dat kan ze toch niet ménen’, zei een jonge vrouw luid genoeg opdat iedereen het zou kunnen horen.
De voorbije jaren hebben we zonder het goed en wel te beseffen afgeleerd om in een rij te staan wachten. Het ene loket na het andere sluit, steeds meer diensten werken op afspraak en in heel wat winkels kun je je boodschappen zelf inscannen. Wordt ons geduld nog op de proef gesteld, dan is dat tegenwoordig vooral in de virtuele wachtrij van een telefonische klantendienst. Nog niet zo lang geleden was het nochtans de gewoonste zaak van de wereld om aan een de een of andere kassa achter twee of drie andere klanten aan te schuiven. En natuurlijk maakte je dan, terwijl je je boodschappen in een tas propte, een praatje met de caissière. Zo herinner ik me de altijd vrolijke medewerkster van de supermarkt bij mij om de hoek die thuis een hondenhotel runde en haar collega die van countrymuziek hield. Ondertussen heb ik hen al een paar jaar niet meer gesproken. Zoals zoveel klanten passeer ik tegenwoordig altijd langs de zelfscankassa. Dat gaat véél sneller.
De voorbije jaren hebben we zonder het goed en wel te beseffen afgeleerd om in een rij te staan wachten.
Meer dan ooit verwachten mensen dat het vooruit gaat. Daarom hebben alle Nederlandse filialen van de supermarktketen Jumbo sinds kort een Kletskassa. Die is bedoeld voor klanten die niet gehaast zijn en graag een praatje slaan. In de winkels waar al langer met zulke kassa’s wordt geëxperimenteerd blijkt daar wel degelijk behoefte aan te zijn. Niet alleen eenzame ouderen die snakken naar wat sociaal contact schuiven er aan, maar ook klanten die het gewoon fijn vinden om even een paar vriendelijke woorden met de kassamedewerker te wisselen zonder dat de klanten achter hen zich daarover opwinden.
‘Zo heb je in de gewone rij tenminste geen last meer van slome mensen die de boel vertragen’, zei een Nederlandse kennis onlangs. Alsof de drie of vier minuten die je verliest wanneer de klant voor je vertelt dat ze heeft geaarzeld om de deur uit te gaan met dat koude weer op de een of andere manier impact hebben op je levenskwaliteit. Het jammere is dat al die ongeduldige mensen ervoor zorgen dat er almaar minder wordt gebabbeld. Met de verkoopster van de bakkerij hier verderop heb ik het normaal altijd even over het weer, de parkeerproblemen in de buurt en onze gedeelde overtuiging dat een mens nooit te oud is voor Sinterklaaschocolade. Maar staat er nog een klant in de winkel, dan weet ik wel beter dan de verkoopster langer bezig te houden dan strikt noodzakelijk is. Daar worden sommige mensen namelijk heel erg kregelig van. Zoals vorige week in de apotheek. Een jonge moeder vertelde de apotheker dat ze zich grote zorgen maakte omdat haar baby hoge koorts had. Meer dan aan een siroopje leek ze nood te hebben aan geruststelling. Maar hoe langer dat gesprek duurde, hoe demonstratiever de klanten voor me begonnen te kuchen, met hun ogen te rollen en op den duur zelfs stilletjes te protesteren. Geen wonder dat sommige apotheken mensen die denken wat meer tijd nodig te hebben weleens vragen om een afspraak te maken. Net zoals er tegenwoordig winkels zijn die vaste momenten voor ‘seniorenshopping’ hebben ingevoerd.
Al die initiatieven worden natuurlijk met de beste (commerciële) bedoelingen genomen. Maar is het écht zover gekomen dat we speciale tijdstippen en kassa’s nodig hebben voor mensen die wél nog met elkaar willen praten en het niet erg vinden om een paar minuten te moeten wachten? Ik hoop van niet. Zelf probeer ik me in elk geval niet al te veel meer te ergeren aan dat soort vertragingen. Ik maak nu ook weer geregeld een praatje met de onthaalmedewerkster bij wie ik een pakje ophaal of de jobstudent die naast de zelfscankassa postvat. En ik moet zeggen dat boodschappen doen er een pak aangenamer op is geworden. Zoals vorige week, toen de dame voor me zich blozend verontschuldigde. Doordat ze haar bananen was vergeten te wegen, hield ze de boel minutenlang op. ‘Geeft niet’, zei ik. ‘Ik ben niet gehaast.’ Je had het ongeloof op haar gezicht moeten zien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier