Filosoof Ignaas Devisch stelde zijn mening bij: ‘Technologie is niet de boosdoener’
Waarover is professor ethiek en medische filosofie Ignaas Devisch van gedachte veranderd?
In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.
‘Vroeger zag ik technologie als de grote boosdoener’, zegt Ignaas Devisch. ‘Alles wat verkeerd liep in de wereld, was de schuld van technologie. Ik was bijvoorbeeld ook heel erg tegen kernenergie. Mijn visie toen was, ietwat romantisch samengevat: als de mens maar dicht bij de natuur blijft, dan komt het allemaal wel goed. Hoeveel sympathie ik nog altijd voor die stelling heb, ik denk nu dat we technologie nodig hebben om uit deze energiecrisis te raken. De boeken van de Amerikaanse architect-allesdoener Richard Buckminster Fuller hebben mijn ogen geopend. In de jaren vijftig schreef hij al: “Het ruimteschip aarde vaart rond en wij zijn de astronauten.” De vraag zou dus niet moeten zijn of we meer of minder technologie willen, maar wel hoe we die technologie op de juiste manier kunnen aanwenden zodat ze geen destructieve impact heeft op onze planeet.
‘Tegenwoordig wordt er vaak iets ontwikkeld en achteraf zeggen we: “Wat zijn we daar nu mee?” Terwijl het beter zou zijn om ons eerst af te vragen welke technologie we nodig hebben. Zoals we bijvoorbeeld gedaan hebben tijdens de coronacrisis: velen werkten samen om vaccins te ontwikkelen. Toen ze er waren, zeiden veel mensen: “Ik neem geen vaccin. Ik vertrouw op mijn immuniteit.” Daar zag je weer dat spanningsveld tussen mensen die technologie omarmen en mensen die ze wantrouwen.’
Twijfelen is mijn beroep, het leitmotiv in alles wat ik doe.
De technologie heeft uiteraard niet alleen maar positieve dingen opgeleverd.
Ignaas Devisch: Zeker niet. Het gaat om wat we ermee aanvangen, denk aan het klimaat. Tegelijkertijd heeft technologie ons ook veel welvaart gegeven. Ik ben het ermee eens dat we anders moeten gaan leven, maar dat zal niet zonder technologie zijn. Het zal niet volstaan om minder met de auto te rijden, of om een beetje minder dit of dat te doen. We hebben technologie nodig om de wereldbevolking eten te geven en van energie te voorzien. Sommige ecologisten beschouwen technologie nog altijd vaak als de boosdoener.
Het debat is ook zo gepolariseerd. Onlangs tweette ik een column van The New YorkTimes-columnist Farhad Manjoo waarin die onder meer schreef dat in 2020 en 2021 ‘de wereldwijde capaciteit aan wind- en zonne-energie met 464 gigawatt gegroeid is. Dat is meer dan de som van de energie die alle kerncentrales die nu actief zijn opwekken.’ Op die tweet kwam heel wat reactie. De rechtse mensen zeiden: hij overschat zonne-energie. En de klassieke links-ecologische reactie was: eindelijk iemand die het begrepen heeft. Terwijl mijn punt niet was dat we voor of tegen kernenergie moeten zijn. Wel dat we nog een heel potentieel van zonne-energie onbenut laten en dat we dat met nieuwe technologie beter kunnen benutten.
Bent u iemand die vaak twijfelt, professor?
Devisch: Twijfelen is mijn beroep, het leitmotiv in alles wat ik doe. Het is een krachtig instrument om je eigen hypotheses telkens opnieuw te onderzoeken en zo dichter bij de waarheid te komen. Ik slaag er zelfs niet in om expert te worden op één terrein: er zijn zo veel onderwerpen waar ik ook iets over wil weten.