Ex-journalist Louis Van Dievel: ‘Naar het nieuws kijken is verloren tijd’

Stijn Tormans

Waarover twijfelt journalist en schrijver Louis Van Dievel?

In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.

‘Ik was ooit een van de pioniers van het VTM-nieuws’, vertelt Louis Van Dievel. ‘Daarvoor heb ik bij de radio gewerkt. We keken toen nog neer op het televisienieuws. “Praatjes bij plaatjes” noemden wij dat. Maar in 1989 vertrok ik dus naar VTM, mijn twee grote voorbeelden Danny Huwé en Rudy Dufour achterna. Behalve Terry Verbiest had niemand van de VTM-nieuwsredactie ooit televisie gemaakt. We wisten van toeten noch blazen. Al doende hebben wij televisie leren maken. Dat was heel plezierig: altijd waren we aan het werk, nooit waren we moe. We dachten dat we goed bezig waren, maar eigenlijk maakten we heel slechte nieuws-uitzendingen. De kijkers aanvaardden dat omdat het iets anders was dan het toenmalige BRT-journaal, maar ik heb daar veel prulreportages gedraaid.
‘Via een omweg langs Radio Donna ben ik dan opnieuw naar de VRT gegaan, waar ik eindredacteur van Het Journaal werd en later op de nieuwssite belandde. In die tijd nam ik al geregeld loopbaanonderbreking. Ik trok me dan een paar maanden terug in mijn huisje op een eiland in Spanje om te schrijven. Toen viel het me op dat ik het televisienieuws helemaal niet miste. Om geïnformeerd te worden, hoef je daar niet naar te kijken. Het is een opeenvolging van onderwerpen die het ene oor ingaan en het andere weer uitgaan. Allemaal heel oppervlakkig gebracht, je wordt er amper wijzer van. Als je de dingen echt wilt begrijpen, moet je de krant lezen. Soms zit ze niet in mijn bus ’s morgens. Dan is mijn dag om zeep.

Ik hoef niet meer te twijfelen. Ik heb genoeg meegemaakt om mijn meningen niet meer te veranderen.

Dat gevoel hebt u nooit als u het tv-journaal mist?

LOUIS VAN DIEVEL: Nee, ik kijk zelfs niet meer. Het nieuws is nooit zo dringend dat je alles direct moet weten. Als je het morgen begrijpt, is het ook goed. Dat is vloeken in de kerk van de nieuwsmanagers, want die vinden dat alles onmiddellijk op het net gegooid moet worden. Maar hoe je het ook wendt of keert: dat gaat onvermijdelijk ten koste van de kwaliteit. Een krant daarentegen kun je rustig lezen. Je kunt ze even wegleggen of denken: hé, wat staat hier nu? In de krant staan ook foto’s: die vertellen vaak al de helft van het verhaal. Dat gebeurt zelden met bewegende beelden. Vroeger probeerden we in Het Journaal ten minste één reportage te steken met sprekende beelden. Maar de rest was meestal haastwerk. Vaak waren het beelden van een persconferentie, saaier kan het niet.

Twijfelt u weleens?

VAN DIEVEL: Nee. Ik ben nu 69. Ik heb bij zenders, kranten en tijdschriften gewerkt. Ik heb een drankverslaving overwonnen. Ik ben ontslagen bij de VRT en weer aangenomen. En deze zomer ben ik zelfs opnieuw getrouwd. Om maar te zeggen: ik hoef niet meer te twijfelen. Ik heb genoeg meegemaakt om mijn meningen niet meer te veranderen.

Louis Van Dievel, De koers, Pelckmans, 256 blz., 22,90 euro
Louis Van Dievel, De koers, Pelckmans, 256 blz., 22,90 euro © National

Partner Content