Europees wetsvoorstel voor opsporen van online kindermisbruik: ‘Natuurlijk is privacy ook belangrijk’
Nooit eerder werden er online zoveel seksuele misbruikbeelden van kinderen gerapporteerd. Om de verspreiding van die beelden tegen te gaan, maakt Europa werk van nieuwe wetgeving. ‘Maar ik bespeur een intellectuele luiheid om tot een evenwichtig compromis te komen’, aldus expert cybercriminaliteit Catherine Van de Heyning.
Het aantal meldingen van beelden van seksueel kindermisbruik die online circuleren, stijgt exponentieel. Amerikaanse sociale mediabedrijven zoals Facebook, Instagram en Snapchat rapporteerden vorig jaar maar liefst 32 miljoen beelden van vermoedelijk seksueel kindermisbruik. Meer dan 50.000 van die beelden werden gelinkt aan België – een stijging van 319 procent tegenover 2021. De slachtoffers worden steeds jonger en kinderen maken de beelden almaar vaker zelf. Die verontrustende cijfers en trends zette de Europese Commissie ertoe aan om een wetsvoorstel te publiceren dat zowel de productie als de verspreiding van online beelden van seksueel kindermisbruik moet voorkomen. Hoewel die verordening nog in behandeling is bij de Raad en het Parlement, doet ze toch al heel wat stof opwaaien.
Om proactief beelden van seksueel kindermisbruik op te sporen op het open internet, wordt vandaag al artificiële intelligentie (AI) ingezet. In 2022 analyseerde Child Focus zo meer dan 125.000 beelden met behulp van Arachnid, een tool die op het internet en de sociale media gekende beelden van slachtoffers opzoekt en verwijdert. Alleen staat het gros van de misbruikbeelden niet zomaar op dat open internet, maar worden ze verspreid via versleutelde communicatie-apps, zoals WhatsApp, iMessage of Signal, die aan die screening ontsnappen.
‘Het opsporen van zulke misbruikbeelden is niet alleen belangrijk om ze offline te kunnen halen, maar ook om slachtoffers te helpen en om daders te identificeren’, zegt academica en parketmagistrate Catherine Van de Heyning (UAntwerpen). ‘Vaak worden misdrijven opgelost omdat speurders via zo’n beeld de locatie achterhalen.’
Achter gesloten deuren
Daarom wil Europa een stap verder gaan en richt ze haar pijlen nu ook op het gesloten internet: de privéberichten die sinds de toepassing van end-to-endencryptie in principe niet meer voor derden toegankelijk zijn. Het wetsvoorstel, waarin sprake is van het schrappen of verzwakken van die encryptie, is voer voor stevige, ethische discussies. Waar ligt het evenwicht tussen privacy en veiligheid? ‘Er zijn twee kampen ontstaan die allebei sterke argumenten voordragen, maar het debat wordt vaak manipulatief gevoerd’, zegt Van de Heyning.
Aan de ene zijde heb je de vervolgende autoriteiten en de organisaties die elke dag een strijd leveren om kindermisbruikmateriaal de wereld uit te helpen. ‘Wij vinden dat online platformen, zoals de sociale media en directe communicatie-apps, ervoor moeten zorgen dat detectie op kindermisbruikmateriaal mogelijk blijft’, zegt Tijana Popovic, beleidsadviseur bij Child Focus. ‘Momenteel verdwijnt heel wat kindermisbruikmateriaal achter gesloten deuren, waardoor het moeilijk is om jonge slachtoffers te helpen. Bovendien heeft onderzoek aangetoond dat 34 procent van de jonge slachtoffers hun ervaring met misbruik aan niemand vertelt. Slechts 3 procent belt een hulplijn of neemt contact op met de politie.’
Aan de andere zijde heb je pleitbezorgers van de privacy. ‘Als de encryptie wordt opgeheven, is dat de facto een inbreuk op ieders privacy, terwijl het hopelijk toch nog altijd slechts een klein deel van de bevolking is dat seksuele misbruikbeelden van kinderen verspreidt’, zegt privacy-jurist Matthias Dobbelaere-Welvaert. Dat kindermisbruik als argument gebruikt wordt om die privacy op te heffen, vindt hij zorgwekkend. ‘Voor alle duidelijkheid: het is niet omdat je voor privacy bent, dat je ook voor kindermisbruik bent’, benadrukt Dobbelaere-Welvaert. ‘Maar men moet beseffen dat het opheffen van privacy uiteindelijk ook andere doelen kan dienen. Dat zagen we bijvoorbeeld al bij de invoering van de ANPR-camera’s (slimme camera’s die nummerplaten registeren, nvdr): die werden oorspronkelijk geïnstalleerd om terroristen op te sporen, maar worden vandaag gebruikt om trajectcontroles uit te voeren.’
Van de Heyning gelooft niet dat het verbreken van de encryptie uiteindelijk gestemd zal worden. ‘Vrijwel alle lidstaten vinden dat een stap te ver, slechts een aantal landen – waaronder België en Spanje – lijken nog niet volledig overtuigd’, zegt Van de Heyning. ‘En laten we ook niet vergeten dat encryptie net ook van groot belang is voor de cyberveiligheid. Die versleuteling zorgt ervoor dat derden niet aan de beelden kunnen als jongeren bijvoorbeeld met elkaar sexten.’
Hellend vlak
‘In de discussie worden twee aspecten – privacy en veiligheid – steeds tegenover elkaar geplaatst’, zegt Popovic. ‘Maar het ene sluit het andere niet uit. Je kan én encryptie behouden, én maatregelen nemen om minderjarige slachtoffers te beschermen. Er bestaat vandaag al technologie om preventief te scannen, nog vóór het materiaal versleuteld wordt.’
Die technologie is de zogenoemde client-side scanning (CSS): software die gegevens op het toestel van de gebruiker scant op het moment dat die materiaal uploadt om te versturen. ‘Zo hoeft de encryptie niet verbroken te worden’, legt Van de Heyning uit. ‘Maar de vraag blijft: leggen we ons erbij neer dat er een controle gebeurt op alle bestanden die we uploaden, of is ons toestel als een vergrendeld huis, waar men alleen met een huiszoekingsbevel in kan?’
Intussen ondertekenden honderden wetenschappers een open brief waarin ze ook in deze context wijzen op de negatieve impact op de cyberveiligheid. ‘Wie garandeert dat er puur en alleen gescand wordt op beelden van kindermisbruik?’, klinkt het. ‘Een terechte vraag’, aldus Van de Heyning. ‘Pegasus (spionagesoftware waarmee alles wat je doet op je telefoon gevolgd kan worden, nvdr) werd al illegaal gebruikt in Spanje en Griekenland, en wat de rechtsstaat en fundamentele rechten betreft, tonen Polen en Hongarije zich weinig betrouwbaar. Door in Europa een scan op het toestel toe te staan, krijgen zulke lidstaten potentieel een wapen dat ondermijnend kan werken.’ Experts waarschuwen voor een hellend vlak.
Volgens sommigen plaatsen de voorstellen uit de verordening burgers onder permanente surveillance, maar Popovic wijst erop dat het wetsvoorstel net heel wat waarborgen inbouwt om buitensporige schendingen van de privacy te voorkomen. ‘En die lijken in het publieke debat verloren te gaan. De detectie zal pas tot stand komen wanneer blijkt dat een platform zelf te weinig onderneemt om kindermisbruikbeelden op te sporen, én na overleg met een competente autoriteit – zoals een rechtbank, de gegevensbeschermingsautoriteit of het Europees expertisecentrum (dat daar speciaal voor zou worden opgericht, nvdr).’
Stemmingmakerij
‘Aan beide kanten van het debat bespeur ik een intellectuele luiheid om tot een evenwichtig compromis te komen’, zegt Van de Heyning. ‘Een oplossing die het enerzijds toelaat om kindermisbruikbeelden te traceren zodat slachtoffers geïdentificeerd en geholpen kunnen worden, en die anderzijds de privacy waarborgt.’ Volgens haar is client-side scanning een interessante piste, ‘op voorwaarde dat het binnen een strikt kader gebeurt om te voorkomen dat het voor andere doeleinden kan worden gebruikt.’
Popovic hoopt dat er meer nuance in het debat komt en dat er afgestapt wordt van de stemmingmakerij. ‘Natuurlijk willen ook wij garanties voor onze privacy, dat is ontzettend belangrijk. Maar op een bepaald moment moet het evenwicht tussen veiligheid en privacy gevonden worden. En dat is precies wat dit wetsvoorstel probeert te doen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier