Econoom Stijn Baert en goede vriend Hakan Can: ‘Het ministerschap zou ik overwegen’

Hakan Can en Stijn Baert. © Carmen De Vos

De ene giet een deel van zijn leven in Excelbestanden, de andere omarmt de chaos. Toch is er veel dat de vrienden Stijn Baert en Hakan Can verbindt: hun liefde voor voetbal, Gent en maatpakken, bijvoorbeeld.

Uw reporter voelt zich in zijn blauwe jeans en zwart T-shirt lichtjes underdressed wanneer modeondernemer Hakan Can hem met das en in maatpak ontvangt in zijn zaak Atelier Acàn in de Gentse Kortrijksepoortstraat. Dat wordt er niet beter op als even later ook professor abeidseconomie Stijn Baert in kostuum binnenwandelt.

Geheel verrassend is dat natuurlijk niet: het is door hun gemeenschappelijke liefde voor maatpakken dat de twee Gentenaars bevriend raakten. Baert merkte op Instagram Cans werk op, er werden berichten uitgewisseld waarna er werd afgesproken. Nu zijn ze boezemvrienden. ‘Ik heb nog handelswetenschappen gestudeerd aan de faculteit van Stijn, maar nooit les van hem gehad’, zegt Can. ‘Maar van jongs af aan was het duidelijk dat ik ofwel profvoetballer ofwel modeondernemer zou worden, en dat ik met die studie dus niets concreets zou doen. Sorry Stijn. (lacht) Ik heb tot bij de beloften van AA Gent op hoog niveau gevoetbald: zelfs tegen kleppers als de latere Rode Duivels Romelu Lukaku en Michy Batshuayi. Huidig Anderlecht-speler Benito Raman was een ploegmaat. De eerste klasse heb ik niet gehaald. En in een voetbalcarrière in een lagere afdeling was ik niet geïnteresseerd, dus ben ik van de ene dag op de andere gestopt.’

‘Dat is een van de zaken die ons binden’, haakt Stijn Baert in. ‘We denken allebei resultaatgericht en we willen excelleren in ons vak. We leggen de lat hoog. Ik sta ondanks mijn relatief jonge leeftijd in de top vijf van Belgische economen met de grootste impact op de internationale wetenschappelijke literatuur. Daar ben ik trots op, net als op mijn maatschappelijke impact hier in Vlaanderen, door mijn onderzoeken. Ik zie dat ook als mijn taak. Tenslotte word ik betaald met belastinggeld. Ik ben net als Hakan gek op voetbal, maar ik had veel minder talent dan hij. Ik heb toen snel beslist dat ik daar niet te veel tijd in wilde stoppen. Dat is die resultaatgerichtheid. Mijn drang om te excelleren is wel niet meer zo extreem als in mijn kindertijd. Ik was een strever op school. Ik herinner me dat we in het derde leerjaar elke dag een toets hadden. Ik behaalde bijna altijd een tien. Maar op een gegeven moment had ik twee dagen op rij een negen. Wel, die tweede dag huilde ik tranen met tuiten. Ik ben nu eenmaal een perfectionist.’

Er is niets mis met een maatschappij waar je veel belastingen betaalt, als je er veel voor terugkrijgt.

Stijn Baert

U bereidt zelfs uw vakanties voor in Excel?

Stijn Baert: Niet alleen mijn vakanties, ook mijn interviews, mijn culinaire recensies voor Het Laatste Nieuws… Maar het klopt. Onlangs was ik met mijn man in Italië. Daar ging een Excelbestand met twintig kolommen aan vooraf, waarin ik informatie had genoteerd over de hotels in de buurt: hoeveel punten op tien krijgt het uitzicht, het eten, de kamer enzovoort. Als je zo veel mogelijk uit je kostbare tijd wilt halen, dan maak je maar beter de juiste keuzes. Voorbereiding en structuur helpen me daarbij.

Hakan Can: Dat is mij totaal vreemd. Ik onderneem en leef op het gevoel. Ik ben vier jaar geleden drie weken gaan rondtrekken in Vietnam en had alleen voor de eerste avond een overnachting geboekt. Daarna heb ik alles op me laten afkomen. Ik had op voorhand zelfs geen route bepaald en heb daar de tijd van mijn leven gehad. Maar ik besef wel dat ik op het vlak van ondernemen iets meer zoals Stijn zou moeten zijn. Minder gevoel, meer structuur.

Baert: Weet je wat het ook is? Ik heb bereikt wat ik heb bereikt door juist heel gestructureerd te werken. Dus hou ik daaraan vast. Misschien soms wat te veel, ja. Dat kan ik dan weer leren van Hakan: af en toe de controle loslaten. Maar ik merk dat onvoorziene gebeurtenissen, die altijd kunnen voorkomen, bij mij meestal voor een gevoel van ongemak zorgen. Terwijl je er ook verwondering bij kunt voelen, en het spannend en tof zou kunnen vinden. Soms slaag ik erin om het zo te beleven, maar het is nog altijd een work in progress.

© Carmen De Vos

Waar komt jullie passie voor kostuums vandaan?

Can: Onder meer van films zoals Ocean’s Eleven, waarin George Clooney en Brad Pitt altijd piekfijn in kostuums zijn uitgedost. Als kind vond ik dat supercool. Ik heb het geluk gehad om het vak al doende te mogen leren bij een kostuummaker. Na een paar jaren heb ik dan de stap naar mijn eigen atelier gezet. Het ondernemen heeft altijd wel in mij gezeten. Ik ben nu concreet aan het nadenken over een tweede atelier in Vlaanderen of Brussel, maar uiteindelijk wil ik met mijn kostuums ook naar het buitenland: Parijs, Scandinavië…

Baert: Ik heb de voorliefde voor maatpakken eerder van mijn ouders meegekregen, en dan vooral van mijn moeder: een zeer zachte, bescheiden vrouw, maar wel iemand die altijd mooi voor de dag wil komen en daar ook tijd en moeite in steekt. Ik kan dat wel appreciëren: je best doen met de kaarten die je hebt. Maar voor alle duidelijkheid: ik loop niet zeven dagen per week in een kostuum rond. Voor mij is het meer een soort uniform. Ik werd al prof op mijn 31 en dacht dat zo’n kostuum me zou helpen om voor een grote groep studenten, die niet veel jonger waren dan ikzelf, een zekere autoriteit uit te stralen. Ook voor mijn eerste mediaoptredens, in De afspraak, bijvoorbeeld. En zo is het een soort handelsmerk geworden.

Dat handelsmerk contrasteert wel fel met een ander deel van uw publieke imago: de ‘volkse’ prof die houdt van FC De kampioenen, de gewone Vlaamse keuken en muziek van Koen Crucke en Micha Marah.

Baert: Ik ben op veel vlakken een laatbloeier. Als kind heb ik nooit helemaal mezelf durven te zijn en kon ik nooit nee zeggen. Ook als beginnende professor voel je de druk om je te conformeren. Maar ik voelde me daar slecht bij. Een paar jaar geleden is dat gekeerd. Ik heb geleerd om te relativeren, af en toe foert te zeggen en op zoek te gaan naar meer fun in het leven. Authenticiteit is nu een van mijn kernwaarden. Ik ben wie ik ben en wil die persoonlijkheid ook uiten. Ik ga echt niet vanuit mijn maatschappelijke positie doen alsof ik niet kan genieten van FC De kampioenen, ook al weet ik dat collega-professoren daar achter mijn rug smalend over doen als ik erover vertel in interviews. Maar tegelijkertijd is die liefde voor mooie kleren óók een deel van mezelf en wil ik die tonen. Ik zie daar dus geen ‘schril contrast’ in, maar eerder een duidelijke, heldere lijn: ik doe me niet anders voor dan ik ben. En ik ga me niet meer excuseren omdat ik me amuseer.

Ik ben aan een frisse wind toe. Antwerpen of Brussel. En ooit… Parijs!

Hakan Can

Welke rol hebben jullie ouders gespeeld in jullie leven en carrière?

Baert: Ik ben opgegroeid met een afwezige vader, met wie ik een moeilijke relatie had. Maar mijn moeder heeft dat gecompenseerd. Zij is het toonbeeld van de onvoorwaardelijke liefde. Ik heb veel van haar meegekregen. Niet alleen de liefde voor mode, maar ook mijn afkeer voor snobisme.

Can: Ik heb fantastische ouders die me altijd gesteund hebben, bij elke keuze. Ook bij het opstarten van mijn zaak, al was er wel wat ongerustheid over het risico dat ik als jonge ondernemer zou nemen. Ze wilden me ook financieel steunen, maar dat wilde ik niet. Ik moest dat in mijn eentje doen, mijn eigen verantwoordelijkheid nemen.

Vindt u België een ondernemersvriendelijk land?

Can: Ik klaag niet, er is genoeg ondersteuning voor beginners. Ook de administratie verliep al bij al vlot toen ik begon. Maar ik ga nu een eerste werknemer in dienst nemen en schrik best wel van hoeveel van dat brutoloon naar de staat gaat.

Baert: Er is niets mis met een maatschappij waar je veel belastingen betaalt, als je er veel voor terugkrijgt. Op sommige vlakken is dat in België zeker het geval, zoals in de gezondheidszorg. Maar als we dan kijken naar de lage pensioenen, dan is dat een heel ander verhaal. En zo zijn er nog wel zaken waar de overheid geen waar voor haar geld levert. Wat me daarnaast opvalt, is dat ze in 2019 al beloofde om werken meer te laten lonen. We zijn nu vier jaar verder, en dat is nog altijd niet het geval. Integendeel zelfs: als een baas in 2019 100 euro betaalde aan een werknemer, hield die daar 49 euro netto aan over. Nu is dat nog maar 47 euro.

© Carmen De Vos

De professor is intussen niet alleen klant bij Atelier Acàn, maar ook ambassadeur van de zaak. Is hij makkelijk om mee samen te werken?

Can: Eigenlijk wel. Stijn brengt zelf ideeën aan en weet wat hij wil. Te lange jasjes ziet hij bijvoorbeeld niet zitten. Maar hij luistert ook wel naar mijn suggesties en waardeert mijn expertise. Daarnaast heeft hij ook goede maten. Dat is altijd handig voor een ontwerper.

Nochtans staat hij erom bekend om wekelijks één keer biefstuk-friet te eten. Waarom weeg je geen honderd kilo?

Baert: Omdat elke kermis meerdere geselingen waard is. Ik leef naar dat moment toe, geniet er ten volle van, elke keer in aangenaam gezelschap, en kijk dan ook niet op een frietje meer of minder. En soms steel ik ook nog wel iets van het bord van mijn disgenoot, een paar kroketten of zo. (lacht) Maar dat ene moment compenseer ik dan door de rest van de week op mijn eten te letten: lichtere, gezondere maaltijden, met minder koolhydraten. Ik ga ook twee keer per week sporten, met een coach. Die is echt nodig, want als ik dat alleen zou moeten doen, zou ik het nooit volhouden. Doordat die twee afspraken vaststaan, begeef ik me toch elke keer braaf naar de krachttraining. Al is het maar omdat ik belang hecht aan het nakomen van afspraken met anderen.

Can: Ik loop, tennis, padel. Ik vind het leuk om verschillende sporten te ontdekken. Alleen voetballen doe ik amper nog. Ik heb een overdosis gehad in mijn jeugd.

Baert: Dat zou ik, mezelf kennende, moeilijk vinden aan ondernemen: genoeg tijd nemen om andere dingen te doen, zoals sporten. Ik zou mijn zaak nooit kunnen loslaten en uiteindelijk mezelf ten gronde richten. Ik moet nu al zo vaak mijn best doen om grenzen te stellen. Als ondernemer is dat nog moeilijker, omdat elk uur extra ook concreet geld oplevert.

Can: Ik draai lange dagen, ja. Vaak ben ik in mijn zaak van acht uur ‘s ochtends tot tien uur ‘s avonds. Maar dat compenseer ik dan wel met af en toe een vrije dag of een weekendje weg.

Baert: Dat zou ik wellicht niet kunnen. Bovendien zou ik als ondernemer ook wel de maatschappelijke impact missen die ik nu heb.

Die maatschappelijke impact zou u ook als politicus kunnen hebben.

Baert: Ik ga daar niet flauw over doen: ik ben al door verschillende partijen gevraagd. Zowel bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 als bij de parlementsverkiezingen in 2019 waren er concrete voorstellen voor eerste en tweede plaatsen. Maar zou ik in het parlement meer impact hebben dan nu? Als parlementariër ben je toch zeer afhankelijk van je partij. Je moet al voorzitter of minister zijn om echt iets te kunnen veranderen.

En wat als ze u na de verkiezingen van 2024 bellen om minister te worden?

Baert: Dat zou ik overwegen. Maar als je springt, dan spring je door. Ik zou me dan ook wel aan de kiezer presenteren. Een terugkeer naar de academische wereld is daarna eventueel wel nog mogelijk, maar je verliest sowieso je impact, omdat je je politieke onafhankelijkheid kwijt bent. Het zou een moeilijke afweging zijn. Maar ik zou ze wel maken.

En wat als niet de politiek maar een prestigieuze buitenlandse universiteit u roept?

Baert: Ik heb al een paar aanbiedingen gehad, maar heb daar nooit een seconde over nagedacht. Ten eerste omdat ik sociaal nogal ‘traag’ ben: ik zou me in het buitenland te geïsoleerd voelen. Mijn sociaal leven speelt zich hier af. Ten tweede omdat ik impact wil hebben in Vlaanderen, niet in het buitenland, omdat de mensen die ik graag zie hier wonen. En ten derde: ik ben zeer honkvast. Ik hoop waar ik nu woon, in hartje Gent, tussen zes planken buiten gedragen te worden. Weliswaar niet te snel. (lacht)

Can: Ik heb heel mijn leven doorgebracht in Gent. Voor mij is dat de gezelligste stad van het land, met zijn vele cafés en restaurants. Het is ook een bijzonder mooie, open en diverse stad. Maar ik merk wel dat ik stilaan aan iets nieuws toe ben, een frisse wind. Als er een tweede zaak komt, in pakweg Antwerpen of Brussel, acht ik de kans groot dat ik verhuis.

U bent net 30 geworden. Hoe hebt u dat gevierd?

Can: Ik had 30 vrienden in een Brusselse brasserie uitgenodigd en we hebben lekker gegeten en ons goed geamuseerd.

Professor, u wordt over een paar weken 40. Gaat u met 40 mensen biefstuk-friet eten?

Baert: Nee, ik zou daar amper plezier aan beleven omdat ik dan te weinig aandacht zou kunnen schenken aan iedereen. Op mijn verjaardag zelf ga ik gewoon iets eten met mijn man. En daarnaast ga ik veertig mensen die ik dankbaar ben, omdat ze op een gegeven moment in mijn leven een belangrijke rol hebben gespeeld, elk persoonlijk een handgeschreven brief opsturen waarin ik vertel wat ze voor mij betekenen. Want ook dankbaarheid is een van mijn kernwaarden. En ja, de namen van die veertig mensen staan in een Excelbestand. (lacht)

Bio Stijn Baert

39 jaar, opgegroeid in Lokeren.

Sinds 2015 professor arbeidseconomie aan de UGent.

Onderzoekt onder meer arbeidsmarktdiscriminatie.

Brengt binnenkort het boek Steak met Stijn uit.

Bio Hakan Can

30 jaar, opgegroeid in Gent.

Modeondernemer.

Leerde het vak in een gerenommeerde Gentse kostuumzaak.

Richtte in 2021 zijn eigen Atelier Acàn op.

Liep een paar weken geleden zijn eerste marathon.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content