Drugscommissaris Ine Van Wymersch: ‘Cannabis kan, maar alleen als de overheid de handel controleert’

© Rebecca Fertinel
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

Nationaal drugscommissaris Ine Van Wymersch is klaar om de drugsproblematiek in ons land efficiënter aan te pakken. Een van haar voorstellen: verbeurd verklaard drugsgeld herverdelen naar de geestelijke gezondheidszorg. ‘Wanneer verslaafden structureel geholpen worden, zal de vraag naar drugs automatisch dalen.’

Deze zomer ging er geen dag voorbij zonder dat de media over drugsfeiten berichtten. De ene dag stierf een bezoeker op Tomorrowland aan een overdosis, even later ontplofte de zoveelste molotovcocktail in Antwerpen, en in Ecuador werd een presidentskandidaat vermoord door de drugsmaffia. Nationaal drugscommissaris Ine Van Wymersch moest zich tijdens haar vakantie in de Pyreneeën bij elk ontbijt door enkele krantenartikelen over drugs worstelen. ‘Er zijn in de wereld veel andere en grotere problemen, maar drugs zitten tegenwoordig overal. Erg verontrustend.’

Haar goede vriend Alain Remue van de Cel Vermiste Personen zei in Knack over haar aanstelling dat het al een groot succes zou zijn mochten ‘drugscriminelen beginnen te zuchten bij de naam van Ine’. (lacht) ‘Ik heb dat gelezen. Alle drugsproblemen oplossen is uiteraard onmogelijk. Drugs zullen er altijd zijn, alleen is de maatschappelijke schade nu veel te groot. Is het mijn ambitie om te beletten dat iemand nog drugs gebruikt? Nee, wel om het drugscriminelen zo moeilijk mogelijk te maken.’

Wanneer werd u voor het eerst geconfronteerd met drugs?

Ine Van Wymersch: Toen ik naar het jeugdhuis ging. In die periode zag ik weleens iemand een jointje opsteken, maar zelf heb ik nooit gebruikt. Ook in mijn vriendenkring was het niet gebruikelijk.

De VRT heeft een maatschappelijke taak. De banalisering van drugs maakt daar geen deel van uit.

Uw vader was chef van de Brusselse politie. Werd daar thuis over gesproken?

Van Wymersch: Hij vertelde over de risico’s en omschreef hoe cocaïne eruitzag. Ik herinner me ook dat hij me in Brussel weleens een verslaafde aanwees en zei dat je ze kunt herkennen omdat ze het vaak koud hebben en in de zomer veel te warm gekleed zijn. Hij wilde dat ik wist dat drugs gelijkstonden aan ellende. En dat ik ze zou herkennen als ik ze aangeboden kreeg.

Eigenlijk was u geen kandidaat om drugscommissaris te worden?

Van Wymersch: Ik was me aan het voorbereiden op een tweede mandaat als procureur van Halle-Vilvoorde. Toen ik erover aangesproken werd, voelde ik wel meteen een soort enthousiasme en begonnen er ideeën op te borrelen. Ik hou van een flinke uitdaging en voelde dat er mogelijkheden en middelen waren om een steen te verleggen.

Volgens de functiebeschrijving moet de drugscommissaris communicatief sterk zijn, verbindend werken en geloven in een integrale aanpak. Bent u zo iemand?

Van Wymersch: Blijkbaar wel. Het veiligheidsplan voor de luchthaven van Zaventem dat ik als procureur uitwerkte, wordt een voorbeeld genoemd. Dat is een integraal plan waar alle partijen bij betrokken zijn: politie en justitie, maar ook de exploitant van de luchthaven en andere privéspelers. De resultaten zijn goed.

Wat is uw precieze opdracht?

Van Wymersch: Die is veelledig, met de nadruk op veel. Het is niet de bedoeling dat ik in individuele drugsdossiers duik, wel dat ik over de muurtjes kijk. Het is een zeer ruime opdracht: ik buig me over georganiseerde drugscriminaliteit, de productie van drugs, witwaspraktijken en investeringen van de drugsmaffia, maar ook over eindgebruikers. Ik moet beleidsvoorstellen doen om het wettelijke arsenaal te versterken zodat de diensten op het terrein efficiënter kunnen werken.

© Rebecca Fertinel

Vreest u niet een soort excuustruus te zijn voor de federale regering? Iemand naar wie je gemakkelijk kunt doorverwijzen als er iets misloopt?

Van Wymersch: Ik begrijp de gefronste wenkbrauwen. Het is logisch dat sommige mensen op het terrein die al jaren, soms met beperkte middelen, strijd voeren tegen de drugscriminaliteit zich afvragen wat dat ‘madammeke uit Brussel’ komt vertellen. Ik beweer niet dat ik zal oplossen waar zij niet in slagen. Er moeten wel bruggen gebouwd worden tussen de betrokkenen en de experts. Die zijn volledig gefocust op één dossier en hebben daar vaak geen tijd voor.

Hoe wilt u dat oplossen?

Van Wymersch: Soms zien we in gerechtelijke dossiers een modus operandi telkens weer terugkeren. Met structurele maatregelen kunnen we er dan voor zorgen dat die route voor criminelen gesloten wordt. We stellen bijvoorbeeld vast dat criminelen een badge proberen te krijgen om op de luchthaven van Zaventem te werken. Als dat niet lukt, proberen ze het opnieuw bij een andere luchthaven of haven. Wij zullen een voorstel uitwerken om een nationale databank op te richten, waarin alle gegevens van badgeaanvragen en de beslissingen daaromtrent worden verzameld. Op die manier besparen we heel wat dubbele screenings van eenzelfde persoon en werpen we een structurele barrière op zodat criminele organisaties veel moeilijker kunnen infiltreren in de legale economie.

Wie hebt u de afgelopen weken en maanden gesproken?

Van Wymersch: Tientallen mensen. Dat gebeurde bijna altijd op uitnodiging. (lacht) De aanvragen stromen binnen.

Wie zijn die mensen?

Van Wymersch: Kabinetsleden, magistraten, politiemensen zoals de gerechtelijk directeur van Antwerpen, de mensen van het Stroomplan, burgemeesters. Ik sprak ook met de Limburgse gouverneur naar aanleiding van de illegale raveparty op het oude militaire vliegveld in Brustem, maar evengoed met een bedrijfsleider die cannabisproducten voor recreatief gebruik op de markt wil brengen.

Bij legalisering moet de overheid bepalen wie cannabis mag gebruiken en wie niet, net zoals dat voor alcohol gebeurt.

Wat hebben die gesprekken u geleerd?

Van Wymersch: Dat er niet één oplossing is. Dat dé druggebruiker en dé drugscrimineel niet bestaan. Maar ook dat de grootste verantwoordelijkheid in het mandje van justitie en politie ligt. Dat moet veranderen. Ook andere departementen moeten helpen.

Zoals organisaties die bezig zijn met preventie en de opvang van verslaafden. Zij klagen dat hun budgetten krimpen terwijl die voor de ‘war on drugs’ stijgen.

Van Wymersch: Preventie en hulpverlening zijn essentieel. Het is geen of-of-, wel een en-en-verhaal. Dat betekent dat iedereen — preventie, hulpverlening en handhaving — aan hetzelfde zeel moet trekken, zich moet inschrijven in eenzelfde visie. Wat dat betreft, is er nog ruimte voor verbetering. Kijk naar wat er allemaal misloopt aan het Zuidstation in Brussel. Dat is niet alleen een probleem van handhaving. Ook de Dienst Vreemdelingenzaken moet daar helpen, de NMBS, de stad Brussel enzovoort. We moeten ermee ophouden alleen naar politie en justitie te wijzen om het op te lossen.

Op dit moment mankeert het aan vertrouwen tussen politie en preventie.

Van Wymersch: Dat is een oud zeer. We moeten beter samenwerken. Ik geef een ander voorbeeld: het groeiende gevaar van synthetische drugs zoals xtc. Die worden hier geproduceerd in illegale labs. Er moet een dwingende procedure komen die bepaalt wat er moet gebeuren als er weer zo’n lab wordt ontmanteld. De rol van politie en justitie is duidelijk: bewijsmateriaal verzamelen over de productie van drugs, nagaan hoeveel ermee verdiend is, vermogen in beslag nemen en de daders voor de rechtbank brengen. Maar wie zal het lab schoonmaken dat is gevonden in een gehuurde privéwoning of in een bos? Wie draagt daarvoor de maatschappelijke verantwoordelijkheid? Wie zal de eigenaar van die woning verplichten om het huis af te breken en de grond te saneren? Als de politie een drugspand vindt, zegt de eigenaar dat hij er niets van af wist en wordt hij uit de gerechtelijke procedure gehouden. Moeten we niet naar het Australische voorbeeld kijken? Daar wordt zo’n drugspand voor honderd jaar onbewoonbaar verklaard omdat het schadelijk is voor de gezondheid. Dan zouden eigenaars wel twee keer nadenken voor ze hun vaak uitgeleefde woning of schuur voor een hoop cash verhuren.

Wat dacht u van het voorstel om synthetische drugs te laten testen op festivals?

Van Wymersch: Dat is dubbel. Het kan levens redden, maar het kan ook mensen stimuleren om vaker te slikken, want ze denken dat het veilig en zonder gezondheidsrisico is. Bovendien kun je er gif op innemen, sorry voor de uitdrukking, dat als zo’n lab waarschuwt voor het gevaar van een drug, sommigen meteen willen uitzoeken hoe gevaarlijk hij is. (zucht) De menselijke geest is complex.

© Rebecca Fertinel

Op basis van uw gesprekken met experts en betrokkenen werkt u aan een plan. Wat gaat u daarmee doen?

Van Wymersch: Dat plan vormt de basis van een opdrachtbrief aan de federale regering en de nationale veiligheidsraad. Ik hoop dat de voorstellen zullen doorsijpelen in de beleidsplannen van de ministers en zeker ook in het regeerakkoord van de volgende regering.

In dat plan stelt u onder meer de oprichting van een drugsfonds voor.

Van Wymersch: Zo’n drugsfonds wordt gefinancierd met het geld en de goederen van de drugscriminelen. Het is vergelijkbaar met het verkeersboetefonds. Met zo’n fonds verdwijnt de opbrengst van de verbeurdverklaringen niet meer in de staatskas. Mijn voorstel is om het grootste deel daarvan, bijvoorbeeld zestig procent, te herverdelen naar de geestelijke gezondheidszorg. Als de wachtlijsten daar korter worden, zullen mensen minder snel naar roesmiddelen grijpen om hun problemen te vergeten. Wanneer verslaafden structureel geholpen worden, zal de vraag naar drugs automatisch dalen.

Om drugs in beslag te nemen is het vergaren en delen van informatie extreem belangrijk.

Van Wymersch: De initiatieven die gestart zijn in het kader van de strijd tegen extremisme en radicalisering dienen als voorbeeld. Toen zijn de lokale integrale veiligheidscellen opgericht, die onder meer kijken naar leerlingen die radicaliseren. Leerkrachten weten perfect welke leerlingen in hun klas een drugsprobleem hebben, net zoals ze wisten wie kwetsbaar was voor radicalisering.

Die jongeren spelen een belangrijke rol in de ‘drugsketen’.

Van Wymersch: En ze zijn het snelst vervangbaar in een criminele organisatie. Het is onze verdomde maatschappelijke plicht om te vermijden dat ze in die situatie belanden. Ik hoor de Antwerpse burgemeester Bart De Wever (N-VA) zeggen dat we die jongeren niet met een straathoekwerker meer of minder uit dat circuit zullen halen. Maar het zal zeker niet lukken als we wachten tot ze een beetje geklommen zijn in de hiërarchie en duizenden euro’s per maand verdienen. Vroegdetectie is cruciaal. Zo konden we ten tijde van de aanslagen (van 22 maart 2016 in Zaventem en Brussel, nvdr) vermijden dat nog meer jongeren naar Syrië vertrokken. Dat heb ik zelf ondervonden als jeugdmagistraat in Brussel. We onderzoeken nu of we het wetgevende kader daarover kunnen ‘kopiëren’ naar drugs. De criteria daarvoor moeten wel goed vastgelegd worden: een leerling die op een toilet een joint rookt, vormt niet hetzelfde risico als een potentiële terrorist.

U gaat ook jagen op het geld van de drugsmaffia.

Van Wymersch: De follow the moneystrategie wordt al toegepast, maar niet altijd even succesvol. Ik wil bijvoorbeeld uitzoeken waarom de verbeurdverklaringen in het buitenland niet altijd even vlot verlopen.

En wat met de jonge drugshandlangers in Antwerpen? Die rijden vaak met peperdure BMW’s waarvan je je kunt afvragen hoe ze zich die in hemelsnaam kunnen veroorloven.

Van Wymersch: In het Verenigd Koninkrijk pakken ze dat aan door de bewijslast om te keren. De eigenaar moet kunnen bewijzen dat hij de auto op een correcte en legale manier heeft gekocht. Bij ons is het meestal omgekeerd. Ik zeg ‘meestal’ omdat onder meer Wim Dries, de burgemeester van Genk, binnen zijn bestuurlijke bevoegdheid optreedt tegen de zogenaamde ‘patserbakken’.

Drugscriminelen snoeven onder mekaar dat ze untouchable zijn. Maar dat zijn ze niet.

Het omkeren van de bewijslast is ethisch een zeer gevoelige zaak.

Van Wymersch: Het gaat helemaal in tegen het karakter van ons rechtssysteem. Het vermoeden van onschuld tot het tegendeel is bewezen, is daarin zeer belangrijk. Het omkeren van de bewijslast moet dus een uitzondering blijven. Daarom moeten er ook duidelijke wettelijke criteria worden vastgelegd. Niet elke politieman kan een jongere in een dure auto tegenhouden en die in beslag nemen als de bestuurder niet terstond kan bewijzen hoe hij zijn BMW of Mercedes heeft gefinancierd. Er moet vooraf voldoende informatie verzameld worden. Want het is ook mogelijk dat die jongere een erfenis heeft gekregen en daarmee zo’n auto heeft gekocht. Of hij kan de lotto gewonnen hebben. Maar als die persoon wel in de drugshandel zit, is het gênant voor hem als zijn auto getakeld wordt en hij voor de ogen van zijn vrienden met de fiets naar huis moet. Dat contradiscours is belangrijk, ook als signaal naar de samenleving: drugshandel is niet lucratief, je riskeert opgepakt te worden, je verdwijnt voor jaren achter de tralies en je drugsgeld gaat naar de samenleving

Hoe bedoelt u?

Van Wymersch: Drugscriminelen snoeven onder elkaar dat ze untouchable zijn. Maar dat zijn ze niet. Dat heeft Sky ECC (een operatie uit 2021 waarbij de politie kon meelezen in de versleutelde telefoons van criminele organisaties, nvdr) wel bewezen. Er zijn toen tientallen dealers gearresteerd en veroordeeld. Wij nemen heus wel wat in beslag, maar communiceren er nauwelijks over en de criminelen al evenmin. Dat moet veranderen. Het beeld dat ze ongenaakbaar zijn, moet verdwijnen. Communicatie is een strategisch onderdeel van de strijd tegen de drugscriminaliteit.

Wilt u daarom ook een gesprek met de VRT?

Van Wymersch: De openbare omroep heeft een maatschappelijke taak. Banalisering van drugs in een tv-serie of praatprogramma maakt daar geen deel van uit. Ik wil een gesprek met de raad van bestuur. (neemt haar smartphone) Enkele dagen geleden las ik op de website van Sporza een artikel over Sha’Carri Richardson, de zogenaamde sprintkoningin op het WK atletiek in Boedapest. Daarin lees ik dat ze weleens zwarte gedachten had en dat ze betrapt werd op cannabis. Onder het artikel staat terecht een verwijzing naar de zelfmoordlijn, maar waarom niet naar de drugslijn?

Gaat u het voorbeeld van Genk uitrollen in de rest van het land?

Van Wymersch: We moeten de beste praktijken niet telkens heruitvinden.

De vraag is of Bart De Wever iets wil leren van een Limburgse burgemeester.

Van Wymersch:(onverstoorbaar) Hij doet ongeveer hetzelfde in Antwerpen. Het zijn allebei sterke burgemeesters met een eigen stijl. Ze hebben ook sterke onafhankelijke administraties en juristen om zo’n beleid te voeren. Dat geldt niet voor kleinere gemeenten.

Daar is het drugsprobleem natuurlijk ook kleiner.

Van Wymersch: Wie zegt dat? Sint-Pieters-Leeuw staat in de top twintig van gemeenten waar de meeste spookbedrijven zijn gevestigd die als dekmantel gebruikt kunnen worden door criminelen.

In welke mate is de onderwereld geïnfiltreerd in de bovenwereld?

Van Wymersch: Het Sky ECC-onderzoek heeft duidelijk bewezen dat dit gebeurt. Daarom moeten we bijvoorbeeld kijken naar studies die leiden naar sleutelposities in de haven. Jongeren kunnen in opdracht van de drugsmaffia opleidingen in de logistiek, transport of particuliere bewaking volgen. Kijk naar de moeilijke rekrutering van het Antwerpse havenkorps dat ingezet wordt in de strijd tegen de drugshandel. Heel wat kandidaten met een drugsverleden hebben zich toen gemeld. Dan moet het alarm afgaan.

(Lees verder onder de preview)

Hoe staat u tegenover de mondiale trend om cannibas te legaliseren of te decriminaliseren?

Van Wymersch: Dat is een zaak voor de federale regering, maar het is wel de rol van het drugscommissariaat om de voor- en nadelen van alle opties te onderzoeken.

En wat denkt u zelf?

Van Wymersch: Legalisering en decriminalisering zijn twee verschillende begrippen die vaak door elkaar worden gebruikt. Bij decriminalisering geeft de overheid het signaal dat drugs weliswaar niet oké zijn, maar dat ze bereid is te helpen als je toch verslaafd raakt. Dat snap ik voor verslaafden in een zeer kwetsbare situatie die hulp nodig hebben. Voor de recreatieve gebruiker ligt het anders, omdat die welbewust de drugsmaffia financieel steunt door te gebruiken. Dat gezegd zijnde, vind ik legalisering wel een optie als na wetenschappelijk onderzoek blijkt dat cannabis met een laag thc-gehalte (thc is de belangrijkste werkzame stof in cannabis, nvdr) niet schadelijk is voor de gezondheid.

Wie zal dat controleren?

Van Wymersch: Een legalisering kan volgens mij alleen als de overheid de volledige keten in handen neemt: de productie, de kwaliteitscontrole en de verkoop. Dat staat nu op de politieke agenda in Duitsland. Wat niet kan, is cannabis aankopen bij een criminele organisatie. In Nederland zegt men niets over de herkomst van de cannabis in koffieshops. Dat betekent dat men stilzwijgend criminele organisaties tolereert als leverancier. Dat vind ik onaanvaardbaar. Het is ook aan de overheid om te bepalen wie die cannabis mag gebruiken en wie niet, net zoals dat voor alcohol geldt.

(Lees verder onder de preview)

Spreekt u nu alleen over de softdrugs?

Van Wymersch: Cannabis met een thc-gehalte van 15 procent is geen softdrug meer. Legalisering zal nooit een antwoord zijn op drugsgeweld. Drugsgeweld komt voor in een markt die niet gelegaliseerd of gereguleerd wil worden.

Worden de gevaren van cannabis onderschat?

Van Wymersch: Alle drugsgebruik wordt gebanaliseerd. Een pintje drinken is niet hetzelfde als een joint roken. Van een pintje krijg je geen psychose, wel van cannabis met een hoog thc-gehalte. Zoals er voor een minderjarige een verschil is tussen het drinken van wodka en een pils, zo zijn er ook grote verschillen in soorten cannabis.

Dat kan ook gezegd worden over de groeiende populariteit van synthetische drugs.

Van Wymersch: Het lijkt soms wel op een snoepjesfabriek, maar de maatschappelijke en medische schade die onder meer ketamine, fentanyl en benzodiazepines aanrichten is gigantisch. Willen we echt jonge mensen die vanaf hun dertigste een pamper moeten dragen omdat hun urinestelsel kapot is gemaakt door synthetische drugs? Sommige gebruikers zeggen dan: het is toch mijn vrije keuze. Ja, maar als het misloopt, doen ze wel een beroep op ons gezondheidssysteem.

Onlangs getuigde de gelauwerde tv-maker Tim Van Aelst over zijn cocaïneverslaving.

Van Wymersch: Ik vond het vooral goed dat hij ook over de schaduwzijde van zijn verslaving vertelde. Iemand zoals hij heeft maatschappelijk een grote impact. Onlangs las ik een artikel over het NBA-basketbal in de Verenigde Staten: haast elke speler zou er aan de cannabis zitten. Ik zie dat als potentieel dodelijk informatie, want een Belgische jongere die gepassioneerd is door basketbal zal misschien besluiten dat ook te doen. Nu is er vaak een te eenzijdig beeld van. Het is bijna hip om te zeggen dat je af en toe lijntje coke nodig hebt, want dan ben je echt belangrijk. We moeten geen angstcultuur creëren, maar we moeten wel naar een full information-cultuur evolueren. Een getuigenis over de negatieve aspecten van een verslaving is dus zéér belangrijk.

Waar kunnen we u op afrekenen?

Van Wymersch: Als er niets van mijn actieplan in het volgende regeerakkoord staat, zal wel heel ontgoocheld zijn.

Dat is snel.

Van Wymersch: Als we de volgende regeerperiode willen oogsten, moeten we snel werken. Ik vertrouw erop dat de politieke wereld dat zal doen. Je kunt als regering niet eerst een drugscommissaris aanstellen en vervolgens alle aanbevelingen negeren.

In Ecuador werd deze zomer een presidentskandidaat vermoord door de drugsmaffia. Wat dacht u toen u dat bericht las? U wordt zelfs hier op kantoor bewaakt door een bodyguard.

Van Wymersch: Ik heb toen heel wat berichtjes gekregen van bezorgde vrienden. Natuurlijk zijn er risico’s verbonden aan deze functie. Drugscriminelen zijn geen doetjes. Ik ben voorzichtig en doe geen onnodig provocerende uitspraken. Maar ik zal niet mijn mond houden.

Ine Van Wymersch

1980 Geboren in Brussel.

Studeerde rechten aan de KU Leuven.

Werkte bij het parket van Brussel als jeugdmagistraat en woordvoerder.

2020 Publiceert Als je wieg op drijfzand staat en werkte daarvoor ook mee aan de podcast Drie dagen.

2019 Procureur des Konings van Halle-Vilvoorde.

2023 Aangesteld als eerste nationale drugscommissaris.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content