Dienstencheques: hoeveel betaalt u straks en wat krijgt uw poetshulp?

© Getty Images/iStockphoto
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

De Vlaamse regering verhoogt de prijs van de dienstencheques. Wat zullen ze straks kosten en hoeveel daarvan gaat naar uw poetshulp?

De dienstencheques zijn geweldig populair. Zo’n 750.000 Vlamingen maken er gebruik van en 180.000 mensen zijn in ons land via dat systeem aan de slag. De dienstencheques creëerden werk voor mensen die kortgeschoold of langdurig werkloos waren en haalden ook heel wat werk uit het zwarte circuit.  Daarom noemde arbeidsmarktspecialist Jan Denys de invoering van de dienstencheques onlangs de succesvolste maatregel van de afgelopen vijftig jaar in het arbeidsmarktbeleid.

De overheidssubsidie gaat naar de hoogste inkomens, want vooral zij gebruiken dienstencheques.

Tot nu toe werden dienstencheques zwaar gesubsidieerd door de overheid: u kunt 20 procent van het aankoopbedrag via de belastingen recupereren. Dus van de 9 euro die een dienstencheque vandaag kost, krijgt u later 1,80 euro terug van de fiscus. Wat maakt dat een dienstencheque, waarmee u één uur arbeid betaalt, eigenlijk maar 7,20 euro kost.

Ive Marx, hoogleraar sociaal beleid aan de Universiteit Antwerpen, vindt het al langer ongehoord dat iemand zijn huis kan laten schoonmaken voor de belachelijk lage prijs van 7,20 per uur. Hij wijst erop dat de overheidssubsidie vooral gaat naar de hoogste inkomens, want vooral zij gebruiken dienstencheques. In het totaal kosten de dienstencheques de Vlaamse begroting nu 1,5 miljard per jaar.

Hoeveel stijgt de prijs van dienstencheques?

Er wordt al langer aangedrongen op een prijsverhoging van de dienstencheques. De Vlaamse regering-Diependaele heeft beslist om het fiscale voordeel vanaf 1 januari 2025 af te schaffen én de prijs van de dienstencheque met 1 euro op te trekken. Het gevolg? De dienstencheque wordt voor de consument in totaal 2,80 euro duurder, een prijsstijging met bijna 39 procent. Bovendien verklaarde minister-president Matthias Diependaele (N-VA) dat de prijs van de dienstencheques voortaan mee zal stijgen met de index, de stijgende levensduurte.

Wie dus wekelijks vier uur gebruikmaakt van dienstencheques voor poets- of strijkhulp moet vanaf januari 560 euro per jaar meer betalen: 360 euro minder belastingvoordeel en 200 euro extra voor de aankoop van de dienstencheques.

Maar wat zal de poetshulp van die verhoging merken?

Minimumloon

Hoe gaat het vandaag? Het dienstenchequebedrijf waarvoor de poetshulp werkt levert de dienstencheques in bij de Vlaamse overheid en krijgt daarvoor in ruil 28,07 euro per dienstencheque. Die inruilwaarde is al tien jaar niet meer geïndexeerd, terwijl de kosten natuurlijk gestegen zijn. Van die 28,07 euro gaat ongeveer de helft naar de poetshulp, de rest gaat naar de socialezekerheidsbijdrage, naar het administratieve personeel van het dienstenchequebedrijf, naar vakantiegeld of uitbetalingen bij ziekte, enzovoort.

Afhankelijk van de anciënniteit verdient een poetshulp tussen de 13,63 en 14,47 euro bruto per uur. ‘Een voltijdse poetshulp, die 38 uur per week werkt, met nul jaar anciënniteit verdient nu 2157 euro bruto per maand’, aldus Dennis Rombauts van Federgon, de federatie van dienstenchequebedrijven.

Ter vergelijking: over het algemeen bedraagt in ons land het minimumloon dat een werkgever verplicht is te betalen 2070 euro bruto voor wie 38 uur per week werkt. Een poetshulp verdient dus een klein beetje meer dan het minimumloon. Afhankelijk van de gezinssituatie (gehuwd, kinderen ten laste, enzoverder) blijft er voor de poetshulp na belastingen tussen de 1820 en 2050 euro netto over.

Winstmarge

Het bedrag dat een poetshulp per uur verdient, is afhankelijk van hoeveel het dienstenchequebedrijf van die 28 euro inruilwaarde afhoudt om zijn werking te betalen. Dat verschilt van bedrijf tot bedrijf, dus niet alle poetshulpen verdienen evenveel. Daarnaast geven sommige dienstenchequebedrijven ook extralegale voordelen aan hun poetshulpen, zoals maaltijdcheques.

Zo’n 40 procent van de dienstenchequebedrijven – vooral de kleine en middelgrote ondernemingen – is verlieslatend.

De winstgevendheid van de dienstenchequebedrijven is ‘dramatisch’, aldus Federgon. Volgens de vakbonden maakten de grootste 20 ondernemingen in 2023 samen 50 miljoen euro winst. Maar de sectorfederatie wijst erop dat zo’n 40 procent van de dienstenchequebedrijven – vooral de kleine en middelgrote ondernemingen – verlieslatend is. ‘De winstmarge op één dienstencheque is een schamele 0,03 euro’, aldus Federgon.

Daarom zijn de meeste dienstenchequebedrijven sinds enkele jaren gestart met het aanrekenen van administratiekosten, bovenop de kostprijs van de dienstencheques. De dienstenchequebedrijven kunnen die administratiekosten zelf bepalen. Meestal schommelen ze rond de 1 of 2 euro per dienstencheque, maar het kan ook meer zijn of er wordt een forfaitair bedrag gevraagd.

Het opvallendste voorbeeld is dienstenchequebedrijf I-mens. Dat vraagt aan de klant 5 euro extra per gewerkt uur. Daarvan zou 1 euro rechtstreeks naar de poetshulp gaan, 2 euro naar de omkadering en ondersteuning van de huishoudhulp zoals voor opleiding en de resterende 2 euro zou dienen om opnieuw zonder verlies te kunnen werken.

Hoger loon

Vanaf 1 januari betaalt u dus 10 euro per dienstencheque plus een administratieve kostprijs van 1 tot 5 euro per dienstencheque. Daarmee kost uw poets- en strijkhulp 11 tot 15 euro per uur. Het afschaffen van het fiscaal voordeel komt de staatskas ten goede, de verhoging van de prijs met 1 euro zou naar de poetshulp gaan. Althans, dat verklaarde Vlaams minister van Werk Zuhal Demir (N-VA): ‘Wij zijn het er allemaal over eens dat de poetshulpen recht hebben op een hoger loon. De opbrengst gaat rechtstreeks naar de poetshulp.’ De onderhandelingen over hoe dat zal gebeuren, moeten nog worden opgestart.

Van de 2,8 euro die u volgend jaar extra betaalt voor een dienstencheque, krijgt de poetshulp 35 cent te zien in zijn nettoloon.

Zal die 1 euro prijsverhoging ook tot 1 euro loonsverhoging leiden? ‘Dat kan niet’, zegt Rombauts. ‘De dienstencheque is rechtstreeks verbonden aan één gepresteerd uur. Een loon omvat ook meerdere niet-gepresteerde uren, wegens vakantie, feestdagen, klein verlet, ziekte enzoverder. Kort door de bocht is een poetshulp in de 52 weken die een jaar telt zo’n achttal weken niet aan het werk, waarvoor hij toch een loon verdient. Het geld dat nodig is om die niet-productieve uren te betalen, moet ook uit de dienstencheque zelf komen.’

Vakantie

Bovendien zal een dienstenchequebedrijf ongeveer 11 procent verliezen aan extra socialezekerheidsbijdragen, want een hoger loon betekent een lagere structurele RSZ-vermindering, ook bekend als de werkbonus, aldus Rombauts. ‘Alles bij elkaar zal van die 1 euro duurdere dienstencheque nog 40 cent bruto per uur overblijven voor de poetshulp. Netto wordt dat 30 tot 35 cent.’ Dat betekent dat een poetshulp vanaf 1 januari zo’n 50 tot 58 euro per maand netto meer zou verdienen, of 1870 tot 2100 euro netto. ‘En dan is er nog geen cent gegaan naar het herstel van de rendabiliteit in de sector,’ merkt Rombauts op.

Dus, van de 2,8 euro die u vanaf begin volgend jaar extra betaalt voor een dienstencheque, krijgt de poetshulp zo’n 35 cent te zien in zijn nettoloon. Zo’n 45 cent gaat uiteindelijk ook naar de poetshulp als een vorm van uitgesteld loon, bijvoorbeeld tijdens vakantie of bij ziekte. Het overige deel, pakweg 2 euro, gaat naar de sociale zekerheid en de staatskas.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content