Frederik Delaplace mag voor Vlaams minister van Media Benjamin Dalle (CD&V) aanblijven als CEO van de VRT. Hij vindt dat Delaplace een inschattingsfout heeft gemaakt, al gebeurde dat met de beste bedoeling en vindt de minister het ook een belangrijk signaal dat de topman zich verontschuldigd heeft. Het is nu zaak het vertrouwen te herstellen, ten opzichte van de medewerkers, de buitenwereld en de betrokkenen.
“We moeten er niet flauw over doen. Het is geen goeie passage geweest voor de VRT”, zo vatte minister Dalle woensdag in De Ochtend op Radio 1 de gebeurtenissen van de voorbije week samen. De openbare omroep, en dan vooral topman Delaplace, kwam in een storm terecht na de beslissing om de documentaire ‘Het proces dat niemand wou’ over de zaak rond tv-maker Bart De Pauw niet uit te zenden. Uiteindelijk wordt het programma toch uitgezonden en kwamen er verontschuldigingen wegens een “grote inschattingsfout”.
“Ik denk dat dit een heel belangrijk signaal was gisteren”, zei Dalle. “Ik denk dat hij en zijn team met de beste bedoelingen hebben getracht verzoening tot stand te brengen, met oprechte verontschuldigingen. Alleen is daar onvoldoende geluisterd naar de betrokken vrouwen.”
Volgens de minister is het ook een sterkte van de CEO dat hij kan toegeven dat het omgekeerde van wat werd beoogd, teweeg is gebracht. Minister Dalle geeft aan dat er wel contact is geweest met een aantal betrokken vrouwen voorafgaand aan de beslissing om de uitzending te schrappen. “Maar het is een terechte kritiek dat het niet met ieder van hen was én laat in het proces.”
Het is volgens het Mediadecreet juridisch gezien wel de bevoegdheid van de gedelegeerd-bestuurder om het zendschema en de programmatie te bepalen. “Hij doet dat niet alleen, hij heeft een heel team, maar de eindverantwoordelijkheid ligt heel duidelijk bij hem”, legt Dalle uit.
Na de verschillende negatieve reacties van de afgelopen dagen, beseft ook Dalle dat er “wonden zijn geslagen”. De rust moet weerkeren en het vertrouwen moet worden hersteld.
De passage is volgens hem ook niet goed geweest voor de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag – een thema dat hem nauw aan het hart ligt. De drempel om klacht in te dienen en te spreken, is niet verlaagd.
Toch kan de CEO voor Dalle aan het roer van de openbare omroep blijven staan. Hij vindt het jammer dat de verdiensten van Delaplace ook niet in de verf worden gezet. Zo merkt de minister op dat Delaplace erin geslaagd is een transformatieplan door te voeren in budgettair moeilijke tijden.
