‘De Wever overdreef bewust de schade aan de Stadsschouwburg’
De partij Groen stootte op een studie waaruit blijkt dat de betonschade aan de Antwerpse Stadsschouwburg wel meevalt. Nochtans was dat het grootste argument van het stadsbestuur om het gebouw af te breken.
De Stadsschouwburg op het Theaterplein is Bart De Wever (N-VA) al langer een doorn in het oog. Het gebouw zit vol betonrot, zegt het stadsbestuur. Zoiets laten herstellen kost heel veel geld. ‘Dat zette mij aan het denken’, zei De Wever zes jaar geleden aan ATV. ‘Ik zou heel graag een nieuw gebouw realiseren. Want ik vind dat zo’n lelijk gebouw in het hart van onze stad.’
Intussen is het 2024: de beslissing om de Stadsschouwburg af te breken, is genomen. Hoe het verder moet, is niet duidelijk – officieel zijn ze dat nog aan het onderzoeken. Maar een renovatie van het gebouw uit de jaren tachtig is uitgesloten. ‘We hebben ons altijd al afgevraagd waarom’, zegt gemeenteraadslid Niel Staes van Groen. ‘Een gebouw afbreken kost ook veel geld, en het is daarnaast ook nog eens bijzonder milieuvervuilend. Herbestemming is gewoon de meest logische optie. Niet alleen wij zeggen dat, ook heel wat stedenbouwkundigen. Vreemd genoeg werd het zelfs niet eens overwogen. Het is een taboe om daarover te praten. Het grootste argument van het stadsbestuur om dat niet te doen, was altijd die betonrotschade.’
‘Ik begrijp waarom het stadsbestuur deze studie verborgen hield: ze kwam hen bijzonder slecht uit.’
Niel Staes, Groen
Groen vroeg daarom alle stedelijke studies op die gemaakt werden rond de Stadsschouwburg. ‘Nergens konden we een renovatie- of herbestemmingsstudie terugvinden’, zegt Staes. ‘Wel botsten we op een ongepubliceerde studie van Triconsult uit 2017 over de betonschade, met een kostenraming. Daaruit bleek dat het meeviel met dat betonrot. De Wever doet altijd alsof de Stadsschouwburg op instorten staat. Dat is absoluut niet het geval. Het kan allemaal eenvoudig hersteld worden en voor relatief weinig geld. Er zijn twee scenario’s, en die gaan allebei uit van ongeveer 2 miljoen euro. De grootste kosten zijn nog de stellingen die geplaatst moeten worden. En als die er dan toch staan, stelt de studie, kun je het best ook de ramen aanpakken. We begrijpen natuurlijk dat deze studie niet eerder openbaar werd: ze kwam De Wever bijzonder slecht uit.’
Staes vermoedt dat het vooral een vastgoedactie is. ‘De Stadsschouwburg staat in het midden van de stad, op grond die bijzonder gewild is door projectontwikkelaars. Het is opvallend dat er twee dossiers aan elkaar gekoppeld worden: de ontwikkeling van de site van de Stadsschouwburg en dat van de Waagnatie.’
Stiekem
Ook de Vlaamse bouwmeester Erik Wieërs vermoedt dat dat het stiekeme plan is: de Stadsschouwburg afbreken, en de ruimte verkopen aan een projectontwikkelaar die er dure stedelijke lofts mag bouwen. En met dat geld een nieuwe Stadsschouwburg bouwen aan de Waagnatie, aan de rand van de stad. ‘Het is schandalig om dat op die plek te doen’, zegt Wieërs. ‘Ze willen daarmee een bepaald publiek bedienen, dat dan met de auto naar het theater kan gaan.’
Terwijl een stadsschouwburg in het hart van de stad hoort te liggen volgens de bouwmeester. ‘Zoals nu het geval is: in de buurt van de Bourla en zaal Elckerlyc. Dat zorgt voor een levendige buurt. De Stadsschouwburg is ook de thuishaven van het jeugdtheater Het Paleis, waardoor ontelbare jongeren uit alle wijken naar de stad trekken.’
‘Niemand kijkt ook naar het bijzonder geslaagde stedelijke plein daarvoor. Wat moet daar dan mee gebeuren?’
Erik Wieërs, Vlaamse bouwmeester
Toch blijft het argument van De Wever: ‘Ik vind dat gebouw lelijk, weg ermee’.
‘Je persoonlijke smaak als leidraad nemen voor politieke beslissingen is waanzinnig’, reageert Niel Staes van Groen. ‘In de jaren vijftig wilde men het Centraal Station ook slopen en vervangen door moderne torens. Godzijdank dat ze dat toen niet gedaan hebben. De Stadsschouwburg is een voorbeeld van brutalisme. Zeker niet het meest waardevolle voorbeeld, dat geef ik toe. Maar net dat biedt kansen: het is niet beschermd, je kunt er dus van alles mee doen. Bewaar de waardevolle elementen, zoals de glasramen en andere dingen, en verander de rest.’
Dat vindt ook de Vlaamse bouwmeester. Wieërs: ‘Het is een slecht idee om dat gebouw te slopen, los van het feit dat dat een heikele en bijzonder milieuonvriendelijke klus is. In de toekomst moeten we ernaar streven om zo weinig mogelijk nieuwe open ruimte in te nemen. En zo weinig mogelijk CO2 uit te stoten door nieuwe gebouwen te zetten. Daarom moet je bestaande gebouwen niet afbreken maar ze transformeren. Organiseer een ideeënwedstrijd, laat ontwerpers los op de Stadsschouwburg: voor relatief weinig geld kunnen zij daar iets nieuws van maken. Het beeld van het gebouw zal dan helemaal veranderen. Voor mijn part hoeft het ook niet helemaal ingenomen te worden door theater: er kan ook nog bijvoorbeeld een serre of een buitentuin komen. Bovendien – en daar praat niemand over – is er de overkapping van het Theaterplein voor de Stadsschouwburg. Die is van de Italiaanse architecten Bernardo Secchi en Paola Viganò en de Vlaamse ingenieur-architect Dirk Jaspaert. Het is een bijzonder geslaagde stedelijke ruimte die heel vaak gebruikt wordt door bewoners, skaters en toeristen. Noem het een stedelijke living. Wat gaat daar dan mee gebeuren?’
We vroegen ook een reactie aan de woordvoerder van burgemeester De Wever, maar die reageerde niet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier