Alexander De Mont
‘De kerk als experiment? De achting voor haar tempels heeft de Kerk verspeeld’
‘Architectuur is de eerste en sterkste vorm van geschiedschrijving die de mens ooit heeft gekend, van de piramides tot nu, maar voor een groep kerken eindigt hun verhaal vandaag’, schrijft ingenieur-architect Alexander De Mont over de herbestemming van heel wat kerken op het Vlaamse platteland.
Te midden van de heisa rond de onthullingen in de Canvasreeks ‘Godvergeten’ is in de Sint-Lambertuskerk van Kwaadmechelen voor een laatste maal de gezegende woorden ‘ga heen in Vrede’ gesproken. Het schip wordt gesloopt, de toren gerestaureerd met een nieuw parkje errond aangelegd. Het is geen uniek verhaal, van deze parochiekerk, we zien gelijkaardige verhalen in Vlaanderen. We zijn klaar met de Kerk, zo lijkt het, maar wat komt erna?
De kerk als experiment
Ik wil eerst even de context schetsen, de verbouwing van de Sint-Lambertuskerk te Kwaadmechelen kadert in het verdere verloop van het Projectbureau Herbestemming Kerken, een initiatief van de Vlaamse Overheid om gemeentes en kerkbesturen in Vlaanderen te begeleiden naar diverse toekomstmogelijkheden voor gedeeltelijke of gehele herbestemming van veeleer in onbruik geraakte kerken overal in Vlaanderen. Zo is ook in 2017 voor deze kerk een rapport opgemaakt. De beslissing die de afgelopen maanden bekend raakte, om de kerk gedeeltelijk te slopen, is hier een rechtstreeks gevolg van.
De andere kerken die op de lijst van het Projectbureau staan zijn, zoals de Sint-Lambertuskerk, veeleer kerken van recente datum, uit de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw, en worden daarom vaak vanuit erfgoedkundig en architecturaal standpunt minder waardevol bevonden. Te jong om eerbied af te dwingen, te oud om nog in te zijn. Het lijken de ideale proefkonijnen om bijna spelenderwijs uit te zoeken wat er allemaal niet mogelijk, van appartementen in de Sint-Niklaaskerk in Glabbeek tot kantoren in de Sint-albertus in Muizen. Er wordt gezocht en gesleuteld, achting voor haar tempels heeft de Kerk verspeeld.
Dorp en kerk verweven
Ze mogen dan misschien architecturaal niet zo waardevol lijken, het zijn vaak net deze ‘jonge kerken’ die de verwevenheid van weleer tussen dorp en kerk nog het sterkst onderstrepen. Opgekomen in een naoorlogse vlaag van hernieuwde devotie, vormden ze het kloppende hart een herleefd en opnieuw hoopvol dorpsleven. Vaak herinneren buurtbewoners zich nog de inzameling waaraan hun grootouders indertijd hebben bijgedragen om de kerk te bouwen. Of ze hebben de verhalen gehoord van de grootnonkel die het schip heeft gemetst of mee het dak heeft gelegd. Er zit een trots mee gemengd, een gevoel van thuishoren dat vandaag zo zeldzaam is.
(Lees verder onder de preview.)
Een gebouw zoals een kerk is dan ook niet zomaar een hoop stenen en het vaak goedbedoelde geopper dat een gemeenschap om de mensen zelf draait en niet om de gebouwen die ze inneemt, is slechts een gedeelte van de waarheid. Want net zozeer als een gemeenschap haar gebouwen vormgeeft, zo geven diezelfde gebouwen ook gestalte aan de gemeenschap die haar heeft opgetrokken.
Architectuur is de verstening van de duizenden levens die haar hebben gebouwd, die erin hebben geleefd, gelachen, geweend, die haar hebben onderhouden en verzorgd. Het zijn net de stenen die ons overleven en de verhalen van de gemeenschap verdervertellen, van generatie op generatie, zelfs al zijn ze nog jong. Architectuur is de eerste en sterkste vorm van geschiedschrijving die de mens ooit heeft gekend, van de piramides tot nu, maar voor deze kerken eindigt hun verhaal reeds vandaag.
Generatiebreuk
Hoe het zover gekomen is, kent honderden uiteenlopende redenen en zal naar alle waarschijnlijkheid ook niet meer veranderen. Het recente seksueel misbruik in de Kerk dat de laatste maanden weer volop in de aandacht is gekomen, lijkt de nagel in de doodskist. De moderne mens heeft de Kerk uit zijn leven gedrongen en dat zal zo blijven voor de generaties die komen.
De gemeenschappen van toen die hun spaargeld hebben bijeengelegd om met veel moeite en tegenslag die kerken te bouwen, daar behoren wij niet meer toe. We zijn wereldburgers geworden, grote mensen die wel wat meer gewoon zijn dan het wel en wee van een vergeten dorp ergens tussen de velden. Er lijkt een breuk te zijn gekomen tussen de mens van gisteren en die van vandaag.
En toch, wanneer een kerk dan sneuvelt, ergens in zo’n vergeten dorp verloren tussen de velden, breekt er toch bij velen iets. Zelfs temidden de heisa en de ondanks de minachting. Omdat we ergens wel beseffen dat het niet enkel om wat stenen gaat die tegen de vlakte gaan, maar om de gemeenschap die ze heeft gebouwd, een gemeenschap die gekomen is en weer gegaan en waartoe wij niet langer behoren.
Waartoe, is dan de twijfel, behoren we dan wel? Geen kerk meer, maar wat dan?
Alexander De Mont is ingenieur-architect en werkzaam in stad, platteland en alles ertussen.
Lees ook:
– 1 op de 3 kerken wordt herbestemd: wat met de inboedels?
– ‘Er kan geen toekomst voor de Kerk zijn, als ze angstvallig probeert om het verleden toe te dekken’
– ‘De paradox van de monumentenzorg: alles van waarde is weerbarstig’
– Van circusschool tot boerenmarkt, de Vlaamse kerken krijgen een nieuwe toekomst
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier