De grote seksenquête: hoe woke denkt de Belg over seks?
Veel Vlamingen duizelt het bij termen als cisgender, queer, fluïde of demiseksueel. Dat mag niet verbazen, vindt seksuologe Chloé De Bie. ‘We creëren zo veel hokjes dat ik soms denk: misschien is één hokje ‘mens’ wel genoeg?’
Chloé De Bie is behalve seksuologe ook relatietherapeut, mediafiguur, auteur, lesgeefster en voorzitster van de Vlaamse Vereniging voor Seksuologie. Daarnaast zingt ze in twee coverbands. ‘Mijn grote droom is eens te worden gevraagd voor The Masked Singer’, lacht ze. In haar praktijk in Gent, waar roze tinten overheersen, analyseert ze met nieuwsgierig enthousiasme de resultaten van de enquête naar de seksualiteit van de Belgen die Knack en zusterblad Le Vif lieten uitvoeren, en die we haar in primeur voorleggen.
De meeste respondenten zeggen het verschil te kennen tussen geslacht en genderidentiteit, namelijk tussen hoe mensen worden geboren en hoe ze zich voelen en identificeren. Verbaast u dat?
Chloé De Bie:(lacht) Dat zeggen ze inderdaad, maar weten die mensen ook echt wat die begrippen inhouden? Nou ja, er wordt vandaag natuurlijk veel meer over gender gesproken in de media en in populaire televisieseries. Ik kan me dus indenken dat we niet meer zoals 20 jaar geleden helemaal in het donker zitten. We evolueren naar meer kennis op het gebied van geslacht, gender en seksualiteit.
Die variatie in de menselijke seksualiteit is er altijd geweest. We hadden er gewoon niet al die woorden voor.
Als het gaat om kennis van genderidentiteiten, herkennen veel respondenten termen als non-binair en transgender. Maar begrippen zoals cisgender – voor iemand van wie de genderidentiteit overeenkomt met het geboortegeslacht – en queer – een overkoepelende term voor wie zich niet thuis voelt binnen de heteronormen – zijn dan weer lastiger te duiden.
De Bie: Het is ook nogal wat. Ik ben seksuologe en zelfs ik vind het soms moeilijk. Er zijn vandaag zo veel termen, ik leer ook nog de hele tijd bij. Ik vind het allang goed dat mensen vertrouwd beginnen te raken met nieuwe begrippen voor genderidentiteiten. Mensen creëren almaar nieuwe woorden, waardoor het soms ook echt verwarrend is. Maar de behoefte om zichzelf en de ander in een vakje te stoppen, is kennelijk heel sterk. We proberen met z’n allen meer de variatie te omarmen, en dat is alleen maar winst. We creëren op de duur zo veel hokjes dat ik denk: misschien is één hokje, ‘mens’, wel genoeg? Natuurlijk, het gaat om personen die op zoek zijn naar hun identiteit. Je hebt bijvoorbeeld ook zoiets als panseksueel, wat betekent dat je valt voor personen van alle genderidentiteiten en biologische geslachten.
Een term die jongeren volgens de enquête opvallend goed zeggen te kennen, en de ouderen helemaal niet.
De Bie: Dat vind ik heel logisch. Al die termen in verband met seksuele identiteit en tot wie je je aangetrokken voelt, zoals panseksueel, fluïde enzovoort, zijn best nieuw. Jongeren groeien daarmee op. Vroeger bestonden die woorden nauwelijks – je werd gewoon verliefd. (lacht) Vandaag noemen mensen zich sapioseksueel, wat betekent dat je op intelligentie valt. Maar geldt dat niet voor heel veel mensen? Straks moeten we een woord verzinnen voor ‘ik val op bruinharigen’, (lacht) als het niet al bestaat. Maar dat is typisch voor de fase waarin we zitten. De slinger slaat wat door. Als ik goed nadenk over wie en wat ik allemaal ben, heb ik volgens de nieuwe woordenschat een lijstje van vijf à zes termen termen nodig om mezelf te beschrijven. Ik merk dat ook bij mijn studenten. Ze zijn zeker op de hoogte dat er heel wat dingen bestaan. Maar inmiddels zitten we al aan ‘lgbtqia+’. Hoeveel letters kunnen er nog bij? Jongeren vinden dat soms ook nodeloos ingewikkeld.
Zijn dat nieuwe woorden voor dingen die altijd al hebben bestaan, of ontstaan er vandaag ook echt nieuwe seksuele en genderidentiteiten?
De Bie: Die variatie in de menselijke seksualiteit is er altijd geweest. We hadden er gewoon niet al die woorden voor. Waar we vandaag soms in de fout gaan, is dat we ‘normaal’ en ‘de norm’ met elkaar dreigen te gaan verwarren. Al die verschillende variaties zijn normaal en hebben altijd bestaan. Er waren altijd homoseksuele en lesbische mensen, mensen die worden geboren in een biologisch mannelijk lichaam en zich vrouw voelen, of mensen die zich vandaag zouden categoriseren als queer. Nogmaals: dat is perfect normale variatie. Maar het is niet de norm en dus niet wat het meest voorkomt. Als je de hele wereld overschouwt, is de overgrote meerderheid nog steeds cisgender — dus het eigen lichaam klopt met hoe men zich voelt — en heteroseksueel. Je krijgt vandaag het gevoel dat sommige mensen alles zouden willen aanpassen aan een heel kleine groep. Ik vind dat er respect moet zijn voor iedereen. Maar ik merk ook dat in de homoseksuele community, waar ik heel veel mensen ken, sommigen zeggen: al die aandacht is soms wat té.
In de enquête is ook gevraagd naar opvattingen en acceptatie. 20 procent van de Belgen vindt het niet kunnen dat mannen hand in hand over straat lopen. Is dat veel of weinig?
De Bie: Misschien vinden sommigen van die mensen het ook niet kunnen dat man en vrouw hand in hand over straat lopen. Maar er zitten in die 20 procent zeker ook mensen die het moeilijk hebben met homoseksualiteit. Dat is natuurlijk jammer, dat cijfer zou nul moeten zijn. Mensen die hand in hand lopen op straat doen daar niemand kwaad mee.
Twee vrouwen die tongzoenen in de publieke ruimte: dat vindt 30 procent van ondervraagden dan weer niet kunnen, maar wel slechts 23,5 procent van de mannen en 37,5 procent van de vrouwen.
De Bie:(lacht) Dus wij vrouwen zijn meer oordelend als het gaat over intimiteit in de publieke ruimte. Tongzoenen wordt natuurlijk als iets seksueels en intiems gezien. Ook al doen mensen daar niks mis mee, ik begrijp wel dat het voor sommigen ongemakkelijk is als naast hen op een terras een koppel zit te kussen. Al zullen misschien weinig mannen klagen over het feit dat twee vrouwen innig tongzoenen onder hun neus. In pornografie zie je ook vaak meerdere vrouwen die van alles met elkaar uitsteken. Maar dan nog. Mannen kijken sowieso meer naar porno, maar er is een verschil tussen porno in je intieme sfeer thuis, en iets zien in het openbaar.
We hebben mensen ook gevraagd of ze bereid zijn hun voornaamwoorden aan te passen aan de desiderata van hun gesprekspartner, zoals die/hen/hun voor een non-binair persoon die zich man noch vrouw noemt. Slechts de helft van de ondervraagden (54,7 procent) antwoordt daarop instemmend.
De Bie: Ik snap dat. Dit is voor veel mensen heel moeilijk, om taalkundige redenen én omdat het een rare gedachte is dat iemand zomaar zijn eigen voornaamwoorden kan kiezen, en dat anderen zich daaraan aan te passen hebben. Ik had laatst iemand die zei: ik voel mij een prinses, dus vanaf nu wil ik aangesproken worden als prinses huppeldepup. Zelf vind ik het een vorm van respect. Als iemand vraagt om ‘hun’ te gebruiken, ook al zie ik bijvoorbeeld een vrouwelijke figuur voor mij, dan zal ik dat proberen. Ik vind wel: als jij graag hebt dat ik je op een bepaalde manier aanspreek, laat het mij dan weten. Ik ga het niet zelf aan iedereen vragen. Stel je voor dat ik dat bij elk van mijn studenten moet doen en onthouden. Onmogelijk. Maar ook als seksuoloog is het soms heel lastig. Om vandaag de dag nog politiek correct te zijn, moet ik mijn woorden ontzettend wikken en wegen. Ik heb soms echt het gevoel dat ik me in een mijnenveld begeef.
Als het gaat over het eigen seksleven dan: 40,3 procent van de respondenten antwoordde de voorbije week seks te hebben gehad. En opmerkelijk misschien: bij de 65- tot 75-jarigen was dat ook nog 32,4 procent.
De Bie: Dat hoeft niet te verbazen, hoor. We weten al langer dat de ouderen nauwelijks onderdoen voor de jongeren. De meerderheid van de ouderen heeft nog seks, met zichzelf of met een ander. Maar seksualiteit bij ouderen is een taboe. Oudere mensen die vrijen in films? Alleen jonge vitale mensen hebben seks volgens de media. Het lijkt dus alsof mensen vanaf een bepaalde leeftijd niet meer vrijen. Maar dat is kletskoek. Ouderen hebben goede sekslevens, soms zelfs beter dan jongeren, omdat de prestatiedruk wegvalt en ze weten wat hun lichaam nodig heeft. Bij hen gaat het meer over genieten en connectie.
Lees verder onder de preview.
Dat ongeveer 40 procent van de ondervraagden aangeeft de voorbije week te hebben gevreeën, daar kan ik me iets bij voorstellen. Volgens de laatste hele grote representatieve studie vrijen Vlamingen 1,2 keer in de week, dus dat kan kloppen.
Ruim 60 procent zegt ook tevreden te zijn met het eigen seksleven. En mensen die in een liefdesrelatie zitten, zijn gemiddeld een stuk tevredener. Logisch?
De Bie: Inderdaad. Mensen in een liefdesrelatie hebben meer de mogelijkheid tot seks. Een collega van mij zei altijd: singles zijn meer aangewezen op masturbatie dan op partnerseks, en praten tegen jezelf is toch altijd minder interessant dan met iemand anders. En als singles toch seks willen met iemand, moeten ze vaak naar de onenightstands. Iedereen getuigt ook altijd dat seks met een stukje liefde of relationele verbinding beter voelt dan als dat er niet bij is.
Is er niet het idee dat singles juist een spannend en avontuurlijk seksleven hebben, versus de routineuze seks van stellen die al lang samen zijn?
De Bie: Dat idee bestaat, maar meestal klopt dat niet. Hoe meer je seks hebt met elkaar, hoe beter je weet wat de ander nodig heeft om te genieten. Onenightstands zijn meestal de slechtste ervaringen qua seks. Omdat de ander totaal niet weet wat jij fijn vindt. Door een onenightstand ben je wel even de seksuele spanning kwijt, maar het is vaak niet wat je ervan verwacht. Daarom ook dat ouderen vaak een beter seksueel leven ervaren dan jonge mensen. In een langetermijnrelatie leer je elkaar kennen. Ik vergelijk het met koken. Seks en eten hebben alles met elkaar te maken. De dertigste keer dat je spaghetti maakt, zal waarschijnlijk veel beter lukken dan de eerste keer. Omdat je exact weet: zoveel zout, zoveel tomaten. Het verbeteren van je seksleven, zonder perfectie te willen nastreven, komt ook door oefening.
Maar u bood in februari wel 28 stappen aan, eentje voor elke dag, om een langetermijnrelatie leuk te houden. Nagenoeg perfecte spaghetti kunnen maken, volstaat dus niet?
De Bie: Het blijft natuurlijk spaghetti, en elke dag dezelfde spaghetti eten wordt voorspelbaar, en dat creëert sleur. Mensen moeten blijven zoeken naar wat vernieuwing in hun seksleven. En misschien een keer pasta met pesto proberen.
Wat voor tips gaf u concreet?
De Bie: Heel eenvoudige tips eigenlijk, maar je moet ze wel doen. Denk aan een digitale detox, geen schermtijd vanavond, maar gewoon samen iets doen. Of iets kleins meenemen uit de supermarkt om de ander goed te doen voelen. Je trouwgeloften opnieuw schrijven, of als je dat nog niet hebt gedaan, voor het eerst.
Maar dus niet noodzakelijk: koop handboeien en sexy lingerie?
De Bie: Nee, zulke tips zitten er ook wel in, maar mensen vergeten vaak dat voorspel niet begint in de slaapkamer maar daarbuiten. Voorspel gaat ook over de sfeer en intimiteit in een relatie. Een stel dat elkaar maar twee uur in de week ziet, en dan moet er ook nog eens seks van komen? Dat zal niet gebeuren. Je moet af en toe even tijd maken, elkaar een sexy berichtje sturen, wat moeite doen, een complimentje geven. Dat zorgt ervoor dat je meer verbonden bent, en daardoor zal ook je seksleven veel verbeteren.
Er is een verband tussen de kwaliteit van je relatie en je seksleven?
De Bie: Er ís een verband, maar het is niet omdat je relatie fantastisch is, dat je seksleven goed zit. Ik heb veel mensen in de praktijk die een heel goede relatie hebben, maar bij wie de seks toch niet goed loopt, door bijvoorbeeld pijn bij het vrijen of de invloed van medicatie. Maar het is wel een feit dat je relatie verbeteren geen slecht effect kan hebben op je seksleven.
Is omgekeerd goede seks een voorwaarde of voorspeller van een goede relatie?
De Bie: Nee. Er zijn heel veel mensen die keigoede seks hebben, maar nooit ofte nimmer een goede relatie zullen hebben. Niet voor niets bestaat er zoiets als friends with benefits. Maar uiteraard, seks is het dichtst dat we als mensen bij elkaar kunnen komen en stimuleert de aanmaak van het verbindingshormoon oxytocine. Seks zorgt dus voor meer verbinding met je partner, op voorwaarde dat het goede en fijne seks is.
In de enquête zegt 38,4 procent van de mannen altijd klaar te komen tijdens seks, en nog eens evenveel bijna altijd. Van de vrouwen komt 18,4 procent altijd klaar, en 29,9 bijna altijd.
De Bie: Wat de mannen betreft, is dat minder dan de grote studies zeggen, dus dat is verrassend. Volgens de officiële cijfers die ik heb, zou meer dan 90 procent van de heteroseksuele mannen altijd of bijna altijd klaarkomen. Bij vrouwen, als we alleen kijken naar penetratieseks, is dat maar 30 procent. Kijken we breder, dus ook met vingers, mond en noem maar op, dan is het 65 procent. Dat percentage spoort wel met de cijfers van Knack. Feit is wel dat er sowieso een groot verschil is tussen mannen en vrouwen – dat is de beruchte orgasmekloof en die is niet nieuw. Er is trouwens ook maar één grote reden waarom dat orgasmeverschil bestaat, en dat is te weinig kennis van de vrouwelijke seksualiteit.
Het is niet zo dat vrouwen moeilijker klaarkomen?
De Bie: Als vrouwen en mannen masturberen, komen ze even snel klaar. Dus het gaat er niet over dat wij ingewikkelder zijn. Nee, man, vrouw en x hebben zodanig weinig kennis over het vrouwelijk genotsorgaan, dat zij niet weten wat een vrouw nodig heeft om klaar te komen. Als ik studenten een penis en een clitoris laat tekenen, zijn er nog altijd heel veel die niet weten hoe een clitoris eruitziet. De clitoris is al in 1844 ontdekt, maar staat pas sinds 2022 in onze biologieboeken. Maar veel mensen weten niet dat ze het vrouwelijk genotsorgaan is en denken dat de vagina vol genotsreceptoren zit. Die zijn er amper, want de vagina is een baringskanaal en daarom is penetratieseks ook de slechtste manier om een vrouw te doen klaarkomen. Ik citeer graag wijlen Ellen Laan, de beroemde Nederlandse seksuologe. Van haar is de fantastische uitspraak dat de enige mensen ter wereld die vaginaal klaarkomen mannen zijn. Gelukkig zien we in heel veel pornografie wel dat vrouwen extra bij stimuleren terwijl er gepenetreerd wordt. Maar zonder kennis van dit orgaan, kunnen vrouwen niet tot een orgasme komen.
De vagina is een baringskanaal. Daarom is penetratieseks de slechtste manier om een vrouw te doen klaarkomen.
Wat raadt u mannen, vrouwen en x’en dan aan?
De Bie: Een van mijn grootste missies is mensen te doen masturberen. Dat is dé manier om je eigen lichaam te leren kennen. Los daarvan moet dit gewoon parate kennis zijn. Waarom zouden we moeten weten hoe we een man moeten bevredigen, maar niet hoe we een vrouw bevredigen?
Bijna 30 procent van de vrouwen in deze enquête zegt nooit te masturberen. Bij de mannen is dat ruim 11 procent.
De Bie: 11 procent van de mannen vind ik eigenlijk ook heel veel. Maar in sommige culturele en religieuze gemeenschappen is masturberen nog altijd verboden. Zaad dat verloren gaat en niet dient voor reproductie, is een zonde. Terwijl masturberen megagezond is. Dat er veel meer vrouwen zijn die nooit masturberen is logisch, want we zitten nog steeds met een dubbele seksuele standaard. Onze maatschappij leert ons dat mannen masturberen. De laatste jaren zien we gelukkig een tegenbeweging. Er komt heel veel vrouwelijke seksualiteit in de media en we zijn allemaal clitkundiger aan het worden.
Maar dus: iedereen moet masturberen?
De Bie: Ja! Masturbatie en orgasmes geven mentaal welbevinden, seksuele zelfverzekerdheid en genot, waardoor je hormonen door je lijf krijgt die gezond zijn en zorgen voor een beter immuunsysteem. De voordelen zijn echt gigantisch. Masturberen is bovendien gratis, je hebt er niemand anders voor nodig en het zorgt voor stress relief in deze gejaagde tijden. Vaak wordt gezegd dat masturbatie in een relatie not done is, maar ook dat is onzin. Er is een groot verschil tussen masturbatie en seks met een partner. Masturbatie is sologenot. Het is iets egoïstischer, maar ook sneller en efficiënter, want wat je zelf doet, doe je altijd beter. Maar masturberen heeft ook een positief effect op een seksuele relatie. Op voorwaarde dat je er open over spreekt. Het probleem is dat het vaak in het geheim gebeurt. Waardoor mensen ook zeggen: ik ben betrapt door mijn partner. Alsof je iets hebt gedaan wat niet mag.
Lees verder onder de preview.
Maar liefst 35 procent van de respondenten zegt de afgelopen maand seksspeeltjes te hebben gebruikt. Wat zijn vandaag populaire speeltjes?
De Bie: Het populairste en meest verkochte speeltje voor vrouwen op dit moment is ontegensprekelijk de luchtdrukvibrator. Die bestaat nog niet zo lang, maar hij is een ideaal instrument om een clitoris te bevredigen en is daardoor enorm populair. De luchtdrukvibrator wordt meestal gebruikt bij soloseks, maar je kunt hem ook gebruiken terwijl je partner je penetreert. Daarnaast blijft de gewone vibrator heel populair. Anders dan vrouwen zien mannen seksspeeltjes vaker als een bedreiging dan als een meerwaarde. Dé mannelijke seksspeeltjes zijn natuurlijk de masturbation sleeves of peniskokers, en ook de penisringen, om een erectie langer vol te houden en eventueel de clitoris van de vrouw te stimuleren. Ook de buttplugs zijn populair bij mannen en vrouwen. Over het algemeen geldt dat mensen seksspeeltjes gebruiken vanuit een positieve ingesteldheid, voor de fun en om te experimenteren, en niet vanuit een tekort. Vaak wordt gedacht: seksspeeltjes zijn nodig als je een probleem hebt. Dat klopt niet.
Hoe zit het met de voorbinddildo, die je ook in heteroseksuele relaties zou kunnen gebruiken om de rollen eens om te draaien?
De Bie: Pegging komt vaak voor in fantasieën, maar ligt in de realiteit voor heteroseksuele mannen nog heel moeilijk. Voor veel heteromannen heeft anale seks de connotatie: dat is voor homo’s. Soms maken mannen zich ook zorgen dat ze, als dat fijn voelt, moeten gaan twijfelen aan hun geaardheid. Dat is zever. Anale seks is even heteroseksueel als homoseksueel en de anale zone is gewoon een erogene zone die bij man en vrouw voor genot kan zorgen. Anale seks en het masseren van de prostaat zou bij mannen ook helpen tegen prostaatkanker. Dus we kunnen dat alleen maar aanbevelen. Maar heel veel mensen hebben nog steeds het idee dat wat zij doen vreemd is. De meest gestelde vraag in een seksuologenpraktijk is: heb je dit nog al gehoord? Is dit normaal? Maar zolang je het doet met wederzijdse toestemming, je je er fijn bij voelt, geen schade berokkent en niets doet wat wettelijk is verboden is, alles oké. Dus laat je gaan en geniet gewoon.
Moeten we met elkaar meer openlijk spreken over seks?
De Bie: Er wórdt heel veel gesproken over seks in onze maatschappij, maar het gaat altijd over meer en beter en ‘wij hebben zo’n fantastisch seksleven’. Er wordt jammer genoeg heel weinig gesproken over problemen. Veel vrouwen hebben bijvoorbeeld pijn bij het vrijen, maar toch denkt elke vrouw die dat ervaart dat ze de enige in de wereld is. Erectieproblemen bij mannen: idem. Terwijl het zo vaak voorkomt. Als die zaken minder taboe zouden zijn, zouden meer mensen hulp zoeken. Het duurt gemiddeld zeven jaar voordat mensen die problemen hebben met seks de stap zetten naar hulpverlening. Dat is te veel. Het is met seksproblemen zoals met kanker. Niet in zwaarte natuurlijk, maar wel: hoe sneller je erbij bent, hoe meer kans dat je erdoor raakt. 85 procent van de mensen met seksuele problemen vindt niet eens de weg naar hulpverlening, en die 15 procent die dan de moed vindt om hulp in te schakelen, doet dat dus pas gemiddeld na 7 jaar. Zeer problematisch is ook dat seksuoloog vandaag nog steeds geen beschermde titel is. Waardoor er nu ook gewezen prostituees zijn die zich seksuoloog noemen. Terwijl seksuologie een opleiding is die je alleen op universitair niveau kunt doen. Voor mensen die hulp zoeken: er is maar één kwaliteitsorgaan in Vlaanderen, en dat is de Vlaamse Vereniging voor Seksuologie.
Bijna 15 procent van de Belgen gebruikt datingapps voor losse seks, met uitschieters bij jongeren (33,5 procent) en niet-hetero’s (39,8 procent).
De Bie: Het is bekend dat met name niet-hetero’s vaker zulke apps gebruiken. Een populaire app als Grindr voor homoseksuele en biseksuele mannen draait ook veel meer rond seksuele contacten en hook-upcultuur dan rond liefde. Maar datingapps worden voor van alles gebruikt. Soms tegen verveling, soms om het ego op te krikken, soms uit nieuwsgierigheid. Maar er zitten ook nog altijd heel wat mensen op zoals ik, die op zoek zijn naar de liefde van hun leven.
De meeste Belgen lijken wel hondstrouw. Op de vraag ‘hebt u momenteel ook seksuele betrekkingen buiten uw liefdesrelatie’ antwoordt maar 7,4 procent ja.
De Bie: Leugenaars! (lacht) Volgens de meest representatieve cijfers die we hebben in Vlaanderen, gaan een op de vier mannen en een op de vijf vrouwen vreemd. We gaan ervan uit dat ook die cijfers een onderschatting zijn, omdat vrouwen opnieuw vanwege die dubbele seksuele standaard minder aangeven dat ze dat doen. En in bepaalde leeftijdscategorieën, onder andere de dertigers, is het zelfs een op de drie. Dus die cijfers (lacht), sorry Knack, maar die mogen de vuilnisbak in. Dit is echt sociaal wenselijk antwoorden. Ik heb ook geen cijfers nodig, als ik zie dat overspel in mijn praktijk een van de meest voorkomende problemen is.
Polyamorie, waarbij mensen transparant en met wederzijdse toestemming meer dan één liefdesrelatie tegelijk onderhouden, kan wel voor 65,9 procent van de ondervraagden (70,3 procent van de mannen en 61,7 procent van de vrouwen).
De Bie: Maar we zien vaak bij seksonderzoek dat er een aanzienlijk verschil is tussen wat mensen voor anderen oké vinden, en wat ze voor zichzelf zouden zien zitten. Maar goed, laten we alvast heel blij zijn met die hoge acceptatiecijfers, want dat is hoe we in het leven zouden moeten staan. Leef en laat leven. Ik ga er ook van uit dat de voornaamste reden waarom mensen nee hebben geantwoord, is dat ze gewoon niet begrijpen hoe je een liefdesrelatie met meerdere mensen tegelijk kunt hebben.
In deze tijden waarin veel mag en kan, houdt monogamie als norm of als datgene waarnaar mensen streven toch nog heel goed stand, niet?
De Bie: Er is vandaag veel meer vrijheid en tolerantie voor andere relatievormen dan vroeger. Maar het aantal mensen dat effectief stappen zet om daar iets mee te doen, blijft inderdaad heel klein. De meerderheid van de mensen kiest nog steeds voor een monogame een-op-eenrelatie. Dat hoeft ook niet te verbazen. Mensen krijgen één relatie al moeilijk in hun agenda ingepland. Hoe we kijken naar relaties heeft natuurlijk ook te maken met maatschappelijke opvoeding. Er is niet één Disney-prinses met twee prinsen. Maar alle relaties, monogaam of polyamoreus, zijn sowieso hard werken. Vanzelfsprekendheid is de grootste doodgraver van elke relatie. Wat polyamoreuze koppels wel veel beter doen, blijkt uit onderzoek, is openlijk praten over verliefd worden, of seksueel aangetrokken worden tot iemand anders. Dat kunnen monogame koppels echt van hen leren.
Dit onderzoek werd online uitgevoerd door Kantar van 30 januari tot 9 februari 2023, in opdracht van Knack en Le Vif, bij 1046 Belgen tussen de 16 en 75 jaar, met een foutenmarge van 3,1 procent.
Chloé De Bie
Geboren in 1989 in Gent.
Klinisch seksuoloog, klinisch psycholoog en relatietherapeut. Daarnaast ook lector en burn-outcoach.
Ze is lector aan de Karel de Grote Hogeschool, geeft ook les aan de VIVES Hogeschool en is gastdocent in de master seksuologie.
In 2022 werd ze voorzitter van de ‘Vlaamse Vereniging voor Seksuologie’.
Schreef En ze leefden nog lang en gelukkig, over de valkuilen van de liefde.
Presenteert elke donderdag het programma Love, Sex and Drama op radio JOE.