Het levensverhaal van Feline Minne (1987 – 2024): ‘Mijn dochter maakte een kunstwerk van haar dood en ik had het niet door’
Dit voorjaar stapte kunstenares en schrijfster Feline Minne uit het leven. Een half jaar later zoeken we met haar moeder naar antwoorden. ‘En dan was er die uitgelaten zin op mijn voicemail: ‘Mama ik wil zo graag leven.’
Op 12 februari 2024 stapt ex-model en fotografe Eva Rossie in Zaventem op het vliegtuig. Richting haar dochter, die met haar kroost in Nieuw-Zeeland woont. 18.704 kilometer is dat van hier, verder dan dat eiland kun je niet wonen op deze planeet. Door die afstand hebben moeder en dochter elkaar alweer even niet gezien. Wel elke dag op het scherm van hun telefoon, maar dat is anders. De langste reis moet de mooiste worden.
Na veertig uur vliegen landt Eva op de luchthaven van Auckland. Ze schrikt als ze ziet hoe vermagerd haar dochter is. Maar voor de rest is ze niet veranderd: lange zwarte haren, chocoladebruine ogen, gul met woorden en glimlachen, haar Boon. Zo noemt ze haar altijd, al heet ze eigenlijk Eveline Gevaert. Zelf noemt ze zich dan weer Feline, zoals het liefje van Bambi. Ook haar achternaam heeft ze veranderd: Minne, naar haar overgrootvader, kunstenaar George Minne.
Ze rijden naar een buitenwijk van Auckland. Op 3 maart 2024 schrijft Feline op Facebook, naast een paar jolige beelden: ‘Leuke tijden met mama. Soms kan het leven perfect zijn.’ In de badkamer maakt Eva een paar zwart-witfoto’s van haar dochter, terwijl de druppels van haar naakte lichaam vallen. ‘Je bent heel mooi, Boon’, fluistert ze. Dat het leven een paar dagen later een schrikbarende wending zal nemen, weet ze nog niet.
Maanden later, terug in België, schrijft Eva in haar dagboek: ‘Verdorie Boon, ik had het niet makkelijk om mama te zijn. Maar ik zag je doodgraag, zoals jij die kleintjes van jou. We hebben zoveel foute kaarten getrokken. En toch was er ook zoveel schoonheid. Rijm dat eens met elkaar.’
***
Eva herinnert zich nog hoe ze zich voelde zevenendertig jaar geleden, toen Feline voor de eerste keer huilde in het Sint-Lucasziekenhuis in Gent. Op die koude lentedag in maart, de dag dat de Herald of Free Enterprise voorgoed zinkt in de Noordzee. Maar voor de dood heeft Eva op dat moment geen aandacht, alleen voor het leven in haar armen. Aan haar zijde staat de vader, Eva’s toenmalige vriend. ‘Geen voorbehoedsmiddelen gebruiken’, had die altijd gezegd. Hij wil heel graag een kind, en haar ook.
Zij weet niet wat haar juist overkomen is. Misschien omdat ze zelf nog een kind is, amper zeventien. Die kleine op haar schoot weegt ook vier kilo, veel te zwaar voor haar frêle lichaam. ‘Ik was niet klaar voor het moederschap’, zegt ze. ‘Ik wist zelfs niet eens of ik wel moeder wilde worden.’
‘En dan was er ook die ene uitgelaten zin op haar voicemail: “Mama, ik wil zo graag leven.”’
Al lijkt het kind wel een ticket voor een nieuw leven. Weg uit het alternatieve kunstenaarsgezin waar ze is opgegroeid. ‘Mijn ouders zijn heel vroeg gescheiden’, zegt Eva. ‘Met mijn moeder had ik een stroeve band – ze kon heel dominant zijn, maar naar mijn vader keek ik erg op. Hij was mijn held: een heel stijlvolle zachtaardige intelligente man in een fluwelen pak. Hij vertaalde Nietzsche en sprak vijf talen, maar had geen voeling met de realiteit. Op zijn vierenvijftigste is hij ziek geworden en uit het leven gestapt.’ Maar ze denkt liever terug aan zijn goede dagen. Zoals al die keren dat hij met Feline ging wandelen in de bossen van Sint-Martens-Latem.
***
Eva is net verkozen tot Flair Model 1988. Dankzij die titel openen de deuren van de wereld: ze poseert van Parijs tot in New York, en staat op de covers van ontelbare magazines. ‘Mijn moeder had altijd gezegd dat ik niemand was’, zegt Eva. ‘En plots bleek ik toch iemand te zijn.’ Ze leeft hard en verdeelt haar tijd tussen fotostudio’s en luchthavens, zweeft eindeloos door de lucht.
Op aarde voedt haar moeder Feline op, en ze doet dat op haar manier. Zoals ze ook Eva opgevoed had: soms charmant, soms bruut, altijd eigenzinnig. Ze draagt lange gewaden, opzichtige kralen en heeft rare gewoontes. Ze knipt Eva ook weg uit familiefoto’s en maakt haar kleinkind duidelijk dat zij nooit zo mag worden. Maar dat rebelleert en wil ook op de cover van magazines staan, zoals haar moeder. Eva vergezelt haar op haar dertiende naar een modellenbureau, maar Feline wordt afgekeurd. Ze is er kapot van.
Moeder en dochter omarmen elkaar. ‘Kom bij mij wonen in Brussel’, zegt ze tegen Feline. ‘Ik verlangde ernaar om moeder te zijn’, vertelt Eva. ‘We hebben toen veel tijd ingehaald. Ze kwam erachter dat ik toch niet zo boosaardig was als mijn moeder haar had wijsgemaakt. Tot ze op een dag ook haar vader wilde leren kennen. Verschrikkelijk vond ik dat, alle wonden werden weer opengereten. Ik had nooit een kind mogen hebben, heb ik toen vaak gedacht, ik ben geen slecht mens, maar geen moeder.’
Feline blijft rebelleren en zwerft van school tot school. Overal wordt ‘die rare’ gepest. ‘Dat deed mij pijn’, zegt Eva. ‘En haar ook. Ze was heel fragiel.’ Uiteindelijk vindt Feline toch haar draai aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Ze studeert er animatiefilm en krijgt een opdracht: waarom wil je kunstenaar worden? Ze begint te schrijven en blijft schrijven. Tot er een boek ligt: Medea en ik, over haar jonge jaren bij oma.
Journalisten interviewen haar en vragen: ‘Je bent 24. Waarom nu al een autobiografie?’ Ze neemt haar boek, bladert tot pagina 58 en leest voor: ‘Ik kwam thuis in een weelderige bloementuin van Medea, daar was ik het diepst overtuigd van wie ik was. Haar verstikkende aanwezigheid gaf me de strijdlust om mezelf trouw te blijven en me te verzetten tegen haar wurggreep. Ik nam toen en daar een beslissing: ik zou later een kunstenares worden en schoonheid scheppen uit mijn lijden.’
Het boek krijgt goede recensies en wordt genomineerd voor de Bronzen Uil, de prijs voor het beste debuut. Ze staat eindelijk op de cover, zoals ze gedroomd had. Niet van een modeblad, maar van een boekenbijlage van een krant. Daarin noemt ze zichzelf ‘een zwerfkat met negen levens’. Later komt er nog een boek uit en gaat ze schilderkunst studeren aan het Royal College of Art in Londen. Ze gooit alle tinten verf op papier. De toekomst belooft kleur.
***
Ook in de liefde: in Engeland leert ze een appontwikkelaar kennen. Eva is eerst blij met haar nieuwe schoonzoon. ‘Hij was anders dan haar andere lieven. Een beetje een nerd, maar ik zag ook dat hij haar gelukkig maakte.’ Ze wonen in Londen en Brighton, maar dromen ervan om de oceaan over te steken. In 2018 doen ze dat ook: ze emigreren naar Nieuw-Zeeland. ‘Daar zitten we tenminste veilig voor de Russen’, grapte hij nog.
‘Maar in Nieuw-Zeeland veranderde hij’, zegt Eva. ‘Hij speelde op de beurs, verloor soms, maar won vooral veel geld. Met die winst kochten ze een grote villa met zwembad in Waimauku, een buitenwijk van Auckland.’ Die weelde, dacht Eva toen, is niet gezond voor jonge mensen. Maar ze dacht ook: als ze maar gelukkig zijn ginder aan de Stille Oceaan.
Wat later zegt haar dochter: ‘We verwachten een kind, mama.’ Eva weet niet wat ze hoort, want Feline had altijd gezworen dat zij nooit moeder zou worden. Niet alleen tegen haar, ook tegen een journaliste van De Standaard: ‘Een kind krijgen schrikt me af. Diep in mij zit er een angst dat de geschiedenis zich gaat herhalen. Ik denk dat ik een overbeschermende moeder zou zijn, altijd bang om mijn kind tekort te doen.’
‘Ik vermoed dat ze vooral haar man gelukkig wilde maken’, zegt Eva. ‘Hij onderhield haar, dus wilde ze iets terugdoen. Na het eerste kind volgde al heel snel een tweede. Toen zijn alle problemen begonnen. Die zwangerschap sloopte haar, zowel lichamelijk als geestelijk. Zeker omdat het tweede kind eczema en een ernstige voedselallergie had. Ze gaf zichzelf de schuld. “Ik heb geen borstvoeding gegeven en heb haar laten vaccineren, mama.” “Zo niet, Boontje”, antwoordde ik. “Natuurlijk is het jouw schuld niet.” Maar ze wilde me niet geloven. Honderd keer liep ze met haar kinderen naar de dokter, maar nooit voor zichzelf.’
Feline worstelt met het moederschap, zoals Eva lang geleden. ‘Ze zag haar kinderen ontzettend graag, maar vond zichzelf een waardeloze moeder’, zegt Eva. Haar van het tegendeel overtuigen via een computerscherm is niet gemakkelijk. Elke mail sluit Eva af met: ‘Je bent sterk, net als ik.’
‘Zelf had ik ook een zware depressie overleefd en ik had gehoopt dat ze een voorbeeld zou nemen aan mij.’ En soms lijkt dat ook te lukken. Na elke donkere gedachte volgde een vrolijke. En dan was er ook die ene uitgelaten zin op haar voicemail: ‘MAMA, IK WIL ZO GRAAG LEVEN!’ Met een volle koffer vertrekt Eva in het voorjaar van 2024 naar Nieuw-Zeeland. Er zitten kleren in, een fototoestel en veel peptalk.
***
Maanden later kijkt ze opnieuw naar de kleurfoto’s die ze op haar langste reis gemaakt heeft. ‘Hoe kun je nu zo’n serene glimlach hebben als je al weet dat je uit het leven gaat stappen?’ vraagt ze. ‘Feline wilde me iets zeggen, maar ik heb het gewoon niet gehoord.’ Misschien ook omdat Feline niet loog toen ze op 3 maart op Facebook schreef: ‘Vrolijke tijden met mama. Het leven kan soms zo perfect zijn.’ Zo was het ook echt. ‘We hadden veel gepraat, gelachen, gedanst, gezwommen zelfs, terwijl ze dat vroeger nooit deed.’
Natuurlijk was het leven niet altijd perfect. ‘Ik heb haar vaak gezegd: “Ik maak me zorgen om je, Boon.” “Je hoeft je niet schuldig te voelen, mama”, antwoordde ze.’
‘Mijn dochter was een kunstwerk aan het maken van haar dood en ik had het niet door.’
Eva gaf haar dochter ook een opdracht: maak elke week een nieuwe tekening. ‘Ze had de laatste jaren haar kunstenaarschap helemaal verwaarloosd. Ik wilde een nieuw schetsboek voor haar kopen, maar in de winkel koos ze het kleinste boek. Ze heeft er één tekening in gemaakt: een vrouw in stukken die aan het zwembad zit.’ Vandaag ziet Eva de symboliek, maar toen was ze blij dat haar dochter weer iets maakte. Net zoals ze ook heel blij was met het verjaardagscadeau dat ze van Feline kreeg: de poes Figaro uit Pinokkio die ‘goodbye!’ riep.
‘Mijn dochter was een kunstwerk aan het maken van haar dood en ik had het niet door.’ Anders had ze haar wel gekidnapt, weg van die Stille Oceaan, 18.704 kilometer terug naar huis. Nu weet ze dat het een blinde oudervlek is: ze kunnen niet geloven dat hun kind ooit uit de wereld zal stappen. En al zeker niet in Takupana Beach, een verrukkelijk paradijs in Auckland. Eva en Feline waren ernaartoe getrokken, om even weg te zijn uit de villa in Waimauku. Twee jarige meisjes op het strand: Eva was 54 geworden, Feline zou een week later 37 worden.
Blauwer dan in Takupana Beach is de Stille Oceaan nergens. Je ziet er de vulkaan Rangitoto. En voor de rest lijkt de plek wat op Miami: veel hotels, winkels en hoge gebouwen. Feline wees naar een hotel. ‘Mama, ik zou het fijn vinden om daar met jou te logeren.’
Als dat haar gelukkig maakt, dacht Eva, en ze boekte een paar nachten in het hotel, maar wilde die meteen weer annuleren – goedkoop was het daar niet. Feline stribbelde tegen: ‘Maar mama, je had het beloofd.’ Eva liet de reservatie dan maar staan: de laatste week van haar verblijf zouden ze terugkeren naar Takupana Beach.
***
Terug thuis in de villa in Waimauku kookte Eva nog wat. Met een half oog op de potten gekscheerden zij en Feline – zoals alleen moeders en dochters dat kunnen. Over muziek, zoals zo vaak. Feline zette een paar jarennegentigkrakers uit haar Spotify-lijst op om haar moeder wat te jennen, want dat is een eightieschick.
Plots zei ze: ‘Ik heb een lied ontdekt dat gaat over iemand die 37 is. Je moet eens luisteren, mama.’ ‘Wie is dat?’ vraagt Eva. ‘Marianne Faithfull.’ ‘Ah ja, natuurlijk, maar dat is geen jarennegentigmuziek, hè.’ Eva luisterde niet naar de tekst, want wie doet dat. Ze hoorde Faithfull alleen thirty-seven zingen en kookte voort. Waarna Feline een nummer van Bowie opzette.
Dagen later vertrokken ze opnieuw naar Takupana Beach, naar het hotel waar ze gereserveerd hadden. Eva was dat lied over die zevenendertigjarige allang vergeten. Pas later in België zou ze ‘37’ en ‘Marianne Faithfull’ intikken in Google. Het YouTube-filmpje The Ballad of Lucy Jordan verscheen als eerste zoekresultaat. Eva klikte het open en luisterde deze keer wel naar de tekst. Hoe meer zinnen Faithfull zong, hoe meer haar lijf begon te trillen.
Lucy Jordan woonde in een witte buitenwijk. Ze droomde in bed van duizend geliefden, tot de wereld oranje werd. Op haar zevenendertigste besefte ze dat ze nooit met een sportwagen door Parijs zal rijden, met de warme wind in haar haren. Ze liet haar telefoon rinkelen en zong zachtjes de kinderliedjes die ze van buiten had geleerd. Urenlang maakte ze het huis schoon, schikte ze bloemen of liep ze naakt door de schaduwen van de straat. Daar hoorde ze het gelach van de wereld. Toen dat zo luid werd, klom ze op het dak van een hoog gebouw.
Lucy Jordan leek ongelooflijk op Feline Minne. Alleen eindigde haar ballade anders: iemand ving Lucy op en reed in een ambulance door de stad, terwijl de wind door haar haren waaide. Naar een ziekenhuis waar ze haar hoofd verzorgden.
Feline voelde de warme wind in haar haren ook. Maar haar ballade stopte in de hete lucht van Takupana Beach. De zwerfkat had negen levens, maar geen tien. Verdoofd door verdriet vloog Eva een paar dagen later terug naar België. Ze was haar Boon kwijt.
***
Zes maanden later ontmoet ik Eva opnieuw. Leven zonder Boon went niet. Ze luistert niet meer naar muziek, terwijl ze vroeger al haar zorgen weg danste. Maar de mist in haar hoofd is opgetrokken, zegt ze. Ze weet waarom ze de Ballade van Feline één keer wil vertellen. De voorbije maanden had ze veel aan de verhalen van lotgenoten. Daarom wil ze nu ook het hare delen. En ook omdat er nog zo veel taboes zijn in de wereld. ‘Natuurlijk had Feline professionele hulp moeten zoeken, maar dan toon je je zwak en dat mag niet. Ik had ook nooit moeder mogen worden. Daarvoor had ik niet de emotionele bagage meegekregen van thuis.’
Na de dood van Feline kreeg Eva veel reacties. ‘Alleen op je geboortedag en trouwdatum sturen ze er meer.’ Aan sommige woorden had ze echt wat: die stak ze in de map TROOST. Al waren er ook mensen die zich geen houding wisten te geven en dan, goedbedoeld, zeiden: ‘Ik zou niet rechtop blijven staan. Moedig dat je doorgaat.’
Alsof ze een keuze heeft. ‘Ik merkte dat velen het moeilijk hebben met de eindigheid van het bestaan’, zegt ze. ‘Terwijl dat een deel van het leven is.’ Al is het bij haar wel extreem: haar vader stapte uit het leven toen hij 54 was. En nu zij 54 is, stapt haar dochter uit het leven. Nu wil ze meer dan ooit doen wat haar dochter op pagina 58 van Medea en ik beschreef: schoonheid putten uit verdriet door zelf te gaan fotograferen.
Ze is zelf duizenden keren gefotografeerd. Overal heeft ze de flitsen van fototoestellen gehoord, van Tokio tot New York, en van Sydney tot L.A. Terwijl ze niet de juiste maten had: ze was te klein om een model te zijn, maar ze plakte op papier. ‘Ik was geliefd. Tot ik veertig werd en ze zeiden: “Je bent te zwaar, Eva.”’ Plots hoorde ze niet meer tot de club van de mensen die plakken op papier. ‘Natuurlijk kwetste dat.’
Daarom besliste ze toen aan de andere kant van het fototoestel te gaan staan Met branie, maar ook met een onzeker hart. Zeker omdat ze getrouwd is met een Magnum-fotograaf en zo veel bekende fotografen kent. ‘Ze keken over mijn schouders mee.’
Maar Feline moedigde haar aan: ‘Ga door mama, je kunt het.’ Eva organiseerde twee tentoonstellingen, er verschenen artikelen in de krant en er kwamen veel mensen kijken. ‘Daar voel ik me nu ook schuldig over. Ik floreerde, terwijl mijn dochter ginder leed.’
Na de dood van Feline bleek de fotografie ook een manier om zelf te overleven, een levenslijn. Ze is nu bezig aan een nieuw project dat voorlopig Enlightened Damage heet. Vrij vertaald: ‘Verlichte Schade’. ‘Ik wil mijn lichaam tonen zoals het is: met striemen op mijn buik, mijn huid die slapper wordt en mijn borsten die getekend zijn.’ Een lichaam dat een kind gebaard heeft, maar dat ook een kind heeft moeten afgeven. Een lichaam dat barst van de levenslust, maar ook een dat soms slechte dagen heeft en teert op herinneringen.
***
Een paar dagen later. Mail van Eva. Ze heeft een goede dag gehad, schrijft ze, die zijn er ook. Langs de vloedlijn van Oostende, met de warme wind in haar haren, hoorde ze de stem van Boon, alsof hun dialoog nooit gestopt is.
Tijdens haar laatste verblijf in Nieuw-Zeeland waren ze samen met de kinderen aan het spelen.
‘Mama,’ zei Feline, ‘we zijn mooie herinneringen aan het maken.’
Waarop zij antwoordde: ‘We hebben al zo veel mooie herinneringen gemaakt.’
‘De mooiste zijn die in jouw armen’, repliceerde ze.
Dat was best bijzonder, want zo vaak lagen ze nu ook weer niet in elkaars armen. Op die dag in maart 1987, de dag dat de Herald of Free Enterprise in de Noordzee zonk. Op dat appartement in Brussel, toen Feline afgekeurd was als model. Op nog een hoop momenten en dus ook op 3 maart 2024, de dag dat het leven perfect was. Op de sofa van een villa in een godvergeten plek aan de andere kant van de wereld. Boon en zij. Allebei opgevoed door dezelfde vrouw. Kinderen van maart, vissen, allebei gedreven door schoonheid en de vergankelijkheid ervan. Een moeder en een dochter verstrengeld in elkaar, met dezelfde littekens, zoals George Minne het zo vaak gebeeldhouwd had in zijn jaren.
Wie met vragen zit over zelfdoding kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier