Cultuurfilosoof Herman De Dijn: ‘Er is niets christelijks aan “onze christelijke waarden”’
Individualisme en neoliberalisme zijn het katholicisme fataal geworden, zegt cultuurfilosoof Herman De Dijn. Toch acht hij een verrijzenis niet onmogelijk.
‘We hebben de verhalen en riten die het leven van een hele gemeenschap duizenden jaren lang op een schitterende wijze vormgaven laten schieten. De katholieke liturgie is het machtigste kunstwerk ooit gemaakt. Ze duurt geen week, zoals Wagners Ring, maar een vol jaar. Het hele leven zit erin, de seizoenen, donker en licht, geboren worden en sterven, en dat alles in een prachtige, theatrale omkadering. Dit toppunt van menselijk kunnen hebben we bij het vuil gezet. Onvoorstelbaar, maar ook intriest, want wat is ervoor in de plaats gekomen? Narcistische flauwekul over zelfbepaling en ongeremde mogelijkheden, gekoppeld aan vermarkting en mediatisering. Ik wil monnik worden wanneer ik dat allemaal hoor en zie. Ik wil in een abdij gaan leven.’
De Leuvense cultuurfilosoof Herman De Dijn (80) laat er in Het rooms-katholicisme, een ongelooflijke godsdienst geen twijfel over bestaan: hij heeft zich goed geamuseerd in zijn naoorlogse jonge jaren vol bevrijdende boeken, films en muziek, maar er is toen ook veel verloren gegaan, zoals het katholieke geloof en de bijbehorende zingeving. Het hedendaagse credo is dat van het Me Unlimited, schrijft hij, en dat legt een enorm gewicht op de schouders van de mens. Het is de reden waarom psychiaters en andere therapeuten nooit eerder zo veel werk hadden als nu.
Is het katholicisme dan niet ten onder gegaan aan de wetenschap, die toonde dat heel veel religieuze hocus pocus gewoon niet ernstig te nemen was?
Herman De Dijn: Natuurlijk niet. De tegenstelling tussen godsdienst en wetenschap is pure framing door verlichte atheïsten. Wetenschap gaat over een reeks opvattingen over de werkelijkheid die proefondervindelijk getest kunnen worden. Godsdienst is, zoals het woord zelf zegt, een dienst, een reeks verhalen en gebruiken, mythen en riten dus, die het leven van een gemeenschap organiseren. Hoe wij in het leven staan en wat wij daarbij verstaan als goed en kwaad, volgt niet uit de wetenschap. Dat zeiden Albert Einstein en Ludwig Wittgenstein ook al.
Reduceert u het katholicisme zo niet te veel tot een religieuze praktijk, tot samen de eucharistie vieren, bijvoorbeeld? Waar is God dan?
De Dijn: Ik weet niet wie of wat God is. Ik kan hem niet bevatten met de rede, zoals verlichte filosofen eisen. Volgens Blaise Pascal is godsdienstig zijn niet denken dat God dit of dat is, maar wel knielen. Ga naar de kerk, kniel en je zult geloven. Door daar te zitten, krijg je op een bepaald moment een klap op je kop. Dat is godsdienst. En die kun je alleen collectief ervaren, door samen de oude verhalen te aanhoren en de gregoriaanse gezangen te zingen. Alleen bestaat dat collectief in onze individualistische en neoliberale wereld vrijwel niet meer. Michel Houellebecq heeft die dynamiek het treffendst beschreven. Lees Platform of Elementaire deeltjes.
De tegenstelling tussen godsdienst en wetenschap is pure framing door verlichte atheïsten.
Waarom is dit dan niet gebeurd in Amerika, toch het land van het individualisme en het ongebreidelde neoliberalisme bij uitstek?
De Dijn: Je hebt twee Amerika’s, dat van de vooruitstrevende kusten en dat van het conservatieve, achtergebleven binnenland. Het collectieve speelt daar uit noodzaak nog een grote rol. Er zijn amper sociale voorzieningen of betaalbare gezondheidszorg. Mensen vallen op elkaar terug, en op de kerken die hen verbinden. Daarom is het christendom in New York er net zo beroerd aan toe als hier, terwijl het floreert op het Amerikaanse platteland.
Even kort door de bocht: niet de wetenschap, maar de sociale zekerheid heeft het katholicisme de das omgedaan?
De Dijn: Precies. Wij hebben geen behoefte meer aan een collectiviteit omdat elk individu verzekerd is door de overheid. Daarom is de ontkerkelijking geen wereldwijd maar een louter West-Europees fenomeen.
Heeft het Tweede Vaticaans Concilie van 1962 ook geen rol gespeeld in de ontkerkelijking?
De Dijn: Dat was de zoveelste poging van de kerk om de moderniteit de hand te reiken. Maar in feite was het concilie al achterhaald op het moment dat het plaatsvond. In plaats van een dam op te werpen tegen de nieuwe postmoderne mythe van individualisme en neoliberalisme leek het concilie juist de oude mythe te ondermijnen. Gewone gelovigen reageerden verwonderd. Tiens, dachten ze, vasten, nuchter zijn voor de mis, biechten: het is opeens allemaal niet meer nodig.
Is het katholicisme wel echt verdwenen? We zijn toch allemaal cultuurchristenen?
De Dijn: Daar heeft iedereen het tegenwoordig over, zelfs politieke partijen die ‘onze christelijke normen en waarden’ hoog in het vaandel dragen. Maar een christendom zonder Christus is geen christendom. Er is niets christelijks aan ‘onze christelijke waarden’. Dat is gewoon verwaterd humanisme: autonomie, respect, tolerantie en ga zo maar door. Allemaal abstracties. Hoe zouden die trouwens identiteit kunnen geven? Ze zijn als een canon zonder de verhalen. We zien een devaluatie van het woord ‘waarde’. Naar echte waarden kijk je op, daar wil je voor sterven. Onze waarden komen ons gewoon goed uit. Ze zijn een soort pasmunt in dienst van de bevestiging van ons kleine narcisme, tegen de anderen in.
Ziet u het katholicisme ooit terugkeren?
De Dijn: Ik acht een terugkeer niet onmogelijk. De huidige lege mythen is zeker geen eeuwig leven beschoren. Er komen barre tijden aan. Misschien grijpen mensen dan wel terug naar de oude mythen. Tradities leven soms ondergronds door, herleven soms spectaculair. Dat gebeurde tijdens het interbellum ook. Toen bekeerden zelfs dadaïsten zich tot het katholicisme. Godsdiensten appelleren aan iets heel dieps in de mens. Het doopsel, het vormsel en de kerkelijke begrafenis zijn nog altijd populair. Mensen zijn droevig wanneer een kerk verdwijnt, ook al zijn ze er in geen eeuwen binnen geweest. Er is het fenomeen van de volwassen bekeerlingen. En dan is er de immigratie natuurlijk. Wij denken dat de meerderheid van de migranten moslim is, maar dat is fout. Het zijn christenen. In Heverlee zit de kerk vol Polen en in Brussel vol Afrikanen. Er wordt gezongen en gedanst. Dát is godsdienst.
Herman De Dijn, Het rooms-katholicisme, een ongelooflijke godsdienst, Halewijn/Berne Media, 208 blz., 25 euro.
Herman De Dijn
1943: geboren in Galmaarden
1961-1965: studeert wijsbegeerte aan de Katholieke Universiteit Leuven
1971-1973: doctoreert aan de KU Leuven en de universiteit van Cambridge
1977-2008: professor in de geschiedenis van de wijsbegeerte (KU Leuven)
Boeken: De rationaliteit en haar grenzen (1999), Religie in de eenentwintigste eeuw (2007), Vloeibare waarden (2014), Het rooms-katholicisme (2023)