Beperking werkloosheid in de tijd: ‘We dreigen die groep mensen helemáál te verliezen’

In Brussel betoogden medewerkers van het OCMW vandaag tegen de plannen van de regering om de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd. © BELGA
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

De plannen van de regering-De Wever om de werkloosheidsuitkering in de tijd te beperken zorgen voor grote bezorgdheid bij de OCMW’s. Die bezorgdheid is terecht, zegt armoedeonderzoeker Marjolijn De Wilde (KU Leuven). ‘De OCMW’s zullen nog minder tijd hebben voor activering – en dat was nochtans precies waar deze maatregel voor was bedoeld.’

Op verschillende plekken in ons land voerden OCMW-medewerkers actie tegen het plan van de regering om de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd. De OCMW’s vrezen dat veel werklozen die hun uitkering straks verliezen, bij hen zullen aankloppen voor een leefloon, met alle gevolgen van dien voor de werkdruk.

Die vrees is wellicht gegrond, al is het nog erg onduidelijk hoe zwaar die extra werklast precies zal wegen. Minister van Werk David Clarinval (MR) liet berekenen dat de uitkering beperken tot twee jaar iets meer dan 100.000 werklozen zou raken. Clarinval maakt zich sterk dat een derde van hen aan het werk zou gaan. Een ander derde zou uit de statistieken verdwijnen, bijvoorbeeld omdat ze al een andere bron van inkomsten hebben.

‘Blijft nog het derde over dat zou aankloppen bij het OCMW. ‘Het probleem met die cijfers’, zegt armoede-onderzoeker Marjolijn De Wilde (KULeuven), ‘is dat ze komen uit een oud onderzoek dat helemaal niet over langdurig werklozen gaat. Ze zijn compleet uit de lucht gegrepen. Dat betekent dat de OCMW’s geen idee hebben van wat er precies op hen afkomt. Wat wél zeker is, is dat de werkdruk op de medewerkers aanzienlijk zal verhogen.’

‘Het is goed als er extra geld zou komen, maar ze gaan die extra maatschappelijke werkers gewoon niet vinden.’

En daar zijn ze niet klaar voor?

De Wilde: Absoluut niet. Nu al kunnen ze niet de begeleiding geven waarvan ze vinden dat ze die zouden moeten geven. Ze hebben er gewoon de mankracht niet voor.

Een recente Pano-reportage over het OCMW van Anderlecht zoomde in op het personeelstekort in Brussel. Speelt dat probleem ook in Vlaanderen?

De Wilde: In Brussel is het een veel groter probleem. Daar moet één maatschappelijk werker ongeveer honderd cliënten begeleiden.

In de grotere Vlaamse steden gaat het over zestig tot zeventig cliënten per medewerker, in de kleinere steden en gemeenten zijn het er gemiddeld ongeveer veertig. Maar ook daar hebben medewerkers het gevoel dat ze niet kunnen doen wat ze zouden moeten doen.

‘Het eindresultaat? Cliënten worden nog meer aan hun lot overgelaten.’

Om die extra werklast op te vangen belooft de regering de OCMW’s 400 miljoen extra te geven.

De Wilde: Het is goed als er extra geld zou komen, maar aan het personeelstekort zal het weinig verhelpen. Want ze gaan die extra maatschappelijke werkers gewoon niet vinden. In de grote steden staat bij de OCMW’s tot één vierde van de vacatures open. In kleinere steden en gemeenten is dat iets minder, maar ook daar bestaat het probleem. Geen enkel OCMW  krijgt vandaag alle vacatures permanent ingevuld.

Kunt u inschatten waar die nog hogere werklast toe zal leiden?

De Wilde: De OCMW’s zullen zich anders gaan organiseren – ze moeten wel. Ik vermoed dat ze vooral zullen focussen op de toekenning van de leeflonen, een proces dat binnen de maand afgehandeld moet zijn. Dat zal dan ten koste gaan van de andere activiteiten, zoals de begeleiding van de activering – nochtans is dat precies wat de regering met deze maatregel wil bereiken.

Hetzelfde valt te verwachten voor de begeleiding naar een woning of de begeleiding bij schulden. Die begeleiding vraagt net de meeste tijd, en daar zal dus minder tijd voor vrijgemaakt worden. Het eindresultaat? Cliënten worden nog meer aan hun lot overgelaten. Voor déze groep zal de beperking van de werkloosheidsuitkering vooral een averechts effect hebben. Deze mensen dreigen we door deze maatregel helemaal te verliezen.

Zijn er betere manieren om langdurig werklozen te activeren?

De Wilde: De focus van het activeringsbeleid moet veel meer liggen op de eerste maanden van de werkloosheid.  Ik weet dat veel mensen bij de VDAB goed werk leveren, maar vaak gebeurt de activering daar nog te veel volgens een vast stramien, en te weinig  individueel. Met een intensieve, persoonlijke benadering tijdens het eerste half jaar kun je in sommige gevallen voorkomen dat de werkloosheid twee jaar duurt. En hoe langer de werkloosheid duurt, hoe moeilijker het wordt om mensen weer geactiveerd te krijgen.

‘Ik hoop maar dat de regering samen met de OCMW’s zal zorgen voor meer automatisering in de toekenningsprocedures.’

Maar goed. Ik denk niet dat de regering op haar plannen zal terugkomen. Ik hoop dan maar dat ze samen met de OCMW’s zal zorgen voor meer automatisering in de toekenningsprocedures. Vandaag zorgt elke vraag naar een leefloon voor een lang onderzoek en een hoop bureaucratie. Uit onderzoek weten we nochtans dat dat in veel gevallen niet nodig is. In bijna de helft van de gevallen kun je dat leefloon toekennen op basis van de gegevens in de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. En op die manier komt er tijd vrij voor begeleiding, bijvoorbeeld naar activering.

Zou dat het risico op misbruik niet verhogen?

De Wilde: Nee. De paradox is hier dat bureaucratie het tegenovergestelde effect heeft. Die bureaucratie is ontstaan omdat men, telkens als er iets misliep, een nieuw controlemechanisme in het leven riep. Maar op den duur zijn dat er zo veel dat er geen tijd meer is om de eenvoudige controle-instrumenten te gebruiken. Dat zag je ook in die Pano-reportage. Als het OCMW van Anderlecht de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid had gebruikt, waren die leeflonen waar het over ging nooit toegekend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content