Bemiddeling aan het sterfbed: ‘Ruzies ontstaan vaak door oude spanningen die nooit zijn uitgepraat’

© Getty Images
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Aan het sterfbed van een familielid komen vaak oude spanningen en frustraties naar boven. ‘Zowel de stervende als zijn nabestaanden hebben er alle baat bij om zo’n conflict alsnog uit te praten’, klinkt het.

‘Mensen die conflicten met hun familieleden hebben uitgepraat, kunnen in alle rust sterven. Bovendien wordt het rouwproces dan vaak minder zwaar voor hun partner, kinderen, broers of zussen’, zegt Inge De Boeck van vzw ConnFinity, een organisatie die bemiddeling bij het levenseinde aanbiedt.

Marc Delaere, een van de initiatiefnemers, kwam op het idee na de dood van zijn eigen vrouw. ‘Mijn kinderen, mijn schoonzus en ikzelf hebben op een heel mooie manier afscheid kunnen nemen’, vertelt hij. ‘We haalden een paar mooie herinneringen op, maar we benoemden ook dingen die we beter niet hadden gezegd of gedaan. Ook mijn vrouw verwoordde wat goed was geweest en wat ze liever anders had aangepakt. Ze zei ook expliciet dat we na haar dood verder moesten gaan. Door dat gesprek konden de kinderen en ikzelf de draad van ons leven relatief snel weer oppakken. Dat anderen dat niet kunnen, komt in veel gevallen doordat veel onuitgesproken is gebleven.’

Conflicten gaan vaak over geld.

Daarom besloot Delaere zo’n tien jaar geleden samen met Inge De Boeck om een vzw op te starten die bemiddelt tussen stervende mensen en hun familie. ‘Er bestonden al veel soorten bemiddeling. Tussen buren, koppels die scheiden of daders en slachtoffers, bijvoorbeeld’, zegt De Boeck. ‘Maar voor bemiddeling aan het levenseinde konden mensen nergens terecht. Op dat vlak zijn wij een wereldwijde pionier.’

Wie kan bij jullie aankloppen?

Inge De Boeck: Iedereen die aan het eind van zijn leven nog een conflict wil uitpraten om sereen, rustig en vredevol afscheid te kunnen nemen. Het initiatief kan zowel van de stervende zelf komen als van een familielid.

Waarover gaan die conflicten meestal?

De Boeck: Vaak gaat het over geld. Kinderen zijn het, bijvoorbeeld, niet eens met de manier waarop hun stervende vader of moeder de erfenis heeft geregeld. Of stel dat de familieleden van een stervende niet op dezelfde golflengte zitten over medische beslissingen. De ene wil dat er nog een behandeling wordt opgestart terwijl de andere zich daartegen verzet. Er kan ook ruzie ontstaan doordat een van de kinderen het niet eerlijk vindt dat hij zo’n groot deel van de zorg voor zijn stervende vader of moeder op zich moet nemen terwijl zijn broers en zussen veel minder doen. Wanneer die ruzies zo escaleren dat mensen er zelf niet meer uitraken, liggen er vaak oudere, diepere conflicten aan de basis.

Bij meer dan de helft van de aanvragen voor bemiddeling weigert een van de familieleden om mee te werken.

Hoe bedoelt u?

De Boeck: Mensen nemen meestal contact op wegens een recente ruzie, zoals een geldkwestie of onenigheid over de zorg. Maar vaak is er duidelijk meer aan de hand. Dan liggen er spanningen of problemen aan de basis die al vele jaren aanslepen maar nooit zijn uitgepraat of rechtgetrokken.

Marc Delaere: Stel dat het oudste kind uit een gezin niet mocht studeren, maar zijn broers en zussen wel. Dat kan leiden tot frustraties die zo iemand zijn hele leven meedraagt en die weer aan de oppervlakte komen wanneer hij aan het sterfbed van een van zijn ouders staat of zelf terminaal ziek is.

Kan bemiddeling conflicten die zo ver teruggaan nog ontmijnen?

De Boeck: Vaak wel, maar dan moeten alle betrokkenen willen meewerken en dat is zeker niet altijd het geval. Meer dan de helft van de aanvragen die we krijgen, leiden uiteindelijk niet tot bemiddeling doordat een van familieleden er niet voor openstaat. Sommigen hebben koudwatervrees: ze vinden het moeilijk om de vuile was buiten te hangen in aanwezigheid van iemand die ze niet kennen. Wanneer ik dan uitleg wat bemiddeling precies inhoudt, draaien ze soms wel bij. Maar als iemand pertinent weigert om met zijn vader, moeder, kind, broer of zus aan tafel te zitten, stopt het natuurlijk.

Delaere: Ik herinner me een oudere vrouw die al jaren geen contact meer had met haar dochter. Aan het eind van haar leven wou ze de ruzie uitpraten die aan de basis van die breuk lag. Dus hebben wij contact met haar dochter opgenomen, maar die zei meteen: ‘Geen denken aan.’

De Boeck: Onlangs kreeg ik een vraag van een vrouw die met haar broers een geschil over hun erfenis wilde uitklaren. De ene broer zag dat wel zitten, maar de andere wou per se dat een rechter zich over de zaak zou uitspreken. Dat is natuurlijk heel jammer, maar ik ben ervan overtuigd dat we alleen al door de vraag te stellen een zaadje kunnen planten bij de betrokkenen. Het feit dat iemand zijn familieleden de hand heeft gereikt, kan voor een andere dynamiek in de familie zorgen. Voor de stervende zelf is het dan soms te laat, maar zijn nabestaanden kunnen wel een nieuwe start nemen.

Via bemiddeling kun je conflicten op een mooiere en waardevollere manier oplossen dan in de rechtbank. Maar dat wil niet zeggen dat het ook gemakkelijker is.

Delaare: Daarom is het zo jammer dat weinig mensen weten dat bemiddeling in zulke situaties een optie is. Zo was er een stervende man die het kind dat uit zijn tweede relatie was geboren nooit had erkend. Aan het eind van zijn leven wou hij dat alsnog doen, maar de drie kinderen uit zijn eerdere huwelijk zagen dat totaal niet zitten. Ondertussen waren er al advocaten bij betrokken en werd een rechtszaak voorbereid. ‘Hadden we maar geweten dat we een bemiddelaar konden inschakelen’, zeiden ze achteraf.

De Boeck: Via bemiddeling kun je conflicten op een mooiere en waardevollere manier oplossen dan in de rechtbank. Maar dat wil niet zeggen dat het ook gemakkelijker is. Het vergt moed om je tijdens zo’n gesprek kwetsbaar op te stellen en al je kaarten op tafel te leggen. Vlamingen zijn doorgaans geen grote praters en dat geldt al helemaal voor de tachtigers van vandaag.

Praten jongere generaties hun conflicten met familie wel sneller uit?

De Boeck: Op dit moment sta ik een vijftiger bij die haar kinderen niet durft te vertellen dat ze euthanasie wil. Maand na maand stelt ze dat gesprek uit omdat ze bang is voor hun reactie. Ik ben er dus helemaal niet zeker van dat de volgende generaties veel gemakkelijker met hun familieleden kunnen praten. Zeker nu onze samenleving almaar complexer wordt. Heel veel kinderen maken de echtscheiding van hun ouders door, leven in co-ouderschap of komen in een nieuw samengesteld gezin terecht. Soms verloopt dat vlot, maar er zijn zeker ook mensen die daar hun hele leven lang sporen van meedragen. De kans is groot dat die spanningen naar boven komen als een van de gezinsleven stervend is. Ik vrees dus dat de behoefte aan bemiddeling bij het levenseinde alleen maar zal toenemen.

Ouderenzorg: ‘Het thema is in alle partijprogramma’s zo goed als afwezig’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content