Op zaterdag 20 mei wandelen voor het eerst Belgische militairen mee in de Brussels Prideparade. ‘We hebben de toestemming gevraagd en gekregen van de minister van Defensie’, zegt kapitein Bart Dewulf, voorzitter van de Belgian Defence Rainbow Community (BELDEFRAC).
Waarom neemt u deel aan de Brussels Pride?
Bart Dewulf: Op de vorige editie waren we al aanwezig met een infostandje, maar nu lopen we mee in de optocht. We doen het in de eerste plaats om duidelijk te maken dat het Belgische leger ook een lgbtq+-gemeenschap heeft.
U doet mee in uniform. Hoe belangrijk is dat?
Dewulf: Het is een statement. Zo vallen we ook meer op want we zullen niet met erg veel zijn, ik denk met twaalf of dertien (het Belgische leger telt ongeveer 35.000 personeelsleden, nvdr). We hebben officieel de toestemming gevraagd aan Ludivine Dedonder (PS), de minister van Defensie. Dat was geen probleem.
Hebt u ook de toestemming van de stafchef?
Dewulf: Die hebben we niet gevraagd omdat we niet honderd procent zeker waren of we ze ook zouden krijgen. Als vzw hebben we het recht om rechtstreeks af te spreken met de minister.
Het is toch veelzeggend dat u niet zeker was of het mocht van de generale staf?
Dewulf: Het ligt niet voor de hand om in uniform aan allerlei parades deel te nemen. Ik wil benadrukken dat Defensie zeker niet de slechtste leerling is inzake diversiteit en inclusie. We mogen zijn wie we zijn van de legerleiding, maar natuurlijk is er nog werk aan de winkel.
Veel homoseksuelen in het leger durven zich nog altijd niet te outen.
Hoe is het gesteld met de inclusie van homoseksuelen in het Belgische leger?
Dewulf: Defensie is een groot bedrijf. Het is een weerspiegeling van de samenleving. Dat betekent dat er mensen zijn die daar open voor staan, maar er is ook een vrij grote groep die er wél problemen mee heeft. De job van militair is bovendien niet te vergelijken met werken in de privésector. Militairen leven vaak heel dicht op elkaar, in pelotons, en verblijven soms voor langere tijd in het buitenland. Dan is het niet altijd makkelijk om uit te komen voor wie je bent, ook al laten de regels het toe.
Is het leger nog altijd een machowereld?
Dewulf: Ik vrees van wel. We kunnen zijn wie we zijn, maar het is niet altijd eenvoudig. Ik vergelijk het weleens met andere machowerelden, zoals de Antwerpse haven.
Hoe groot is de lgbtq+-gemeenschap binnen Defensie?
Dewulf: Dat weet ik niet. Het zal wel vergelijkbaar zijn met andere grote bedrijven, maar velen durven zich niet te outen. Ik ken veel gay collega’s in het leger, maar de meesten durven er niet voor uit te komen uit schrik voor de reacties van anderen.
Hoeveel leden telt uw vereniging?
Dewulf: We hebben ongeveer dertig leden, maar met onze deelname aan de Pride willen we ons beter bekend maken binnen Defensie. Veel collega’s kennen ons niet. Onze missie is informeren, zichtbaar maken, hulp bieden bij het uitwerken van een beleid rond diversiteit en inclusie binnen Defensie en homoseksualiteit bespreekbaar maken, zowel intern als daarbuiten.
Bent u zelf al gepest of gediscrimineerd?
Dewulf: Nee. Natuurlijk heb ik weleens scheve of ongepaste opmerkingen moeten aanhoren, maar dat ben ik ondertussen gewoon. Misschien helpt het dat ik officier ben. Het leger blijft een erg hiërarchische wereld.