Martha Balthazar
‘Auto’s in brand steken? Het wordt tijd om de selectieve verontwaardiging over geweld ter discussie te stellen’
Ik kijk op naar mensen die zich verzetten tegen onrecht.
‘Protesteren is goed, maar moeten we niet ergens een grens trekken? Het is toch niet oké dat mensen auto’s in brand steken?’ In een recent debat over het recht op protest kregen de panelleden, onder wie ondergetekende, die vragen voorgelegd.
Er waren heel wat activisten aanwezig, maar geen van hen had ooit al een auto in brand gestoken. De enige activisten die ik dat de laatste tijd wel heb zien doen, zijn de boeren. En hun protest werd ernstig genomen. Hun ‘rellen’ in Brussel gaven nooit aanleiding om hen te ridiculiseren of af te schilderen als gevaarlijke gekken. Die reactie is steevast voorbehouden aan klimaatklevers, demonstranten pro-Palestina (’Hamassupporters’) of recent nog de Gentse ‘linkiewinkie elite’. Versta me niet verkeerd: ik wil hier niet met het vingertje naar de boeren wijzen, maar wel de selectieve verontwaardiging over geweld ter discussie stellen.
Ik vermoed namelijk dat mensen die aanstoot nemen aan geweld van actievoerders niet echt vredelievend zijn. Mochten ze geweld echt zo vreselijk vinden, dan zouden ze toch zíén dat we in een wereld leven waar de politie ongestraft wegkomt met het doden van onschuldigen, waar op verschillende plaatsen volkerenmoord wordt gepleegd, waar de lijken zich opstapelen op de bodem van de Middellandse Zee en waar het ruïneren van de ecosystemen steeds meer slachtoffers maakt? Dan zouden ze zo kwaad worden van al dat geweld, zo verdrietig en radeloos, dat ze de eersten zouden zijn om de straat op te gaan en auto’s in brand te steken.
In de pers ben ik de laatste weken enkele keren ‘gevaarlijk’ en zelfs ‘een terrorist’ genoemd. Je wilt jezelf dan verdedigen en uitroepen dat je nog nooit een vlieg kwaad hebt gedaan en alleen pleit voor meer rechtvaardigheid enzovoort, enzovoort. Maar als je op die manier je ‘onschuld’ moet bewijzen, trap je in de val, vrees ik, en ga je je woorden en daden wikken en wegen om hen geen gelijk te geven, met hun willekeurig veranderende definitie van geweld.
Liever wil ik in mijn eigen waarheid staan. Ik hoop iemand te zijn die zich niet neerlegt bij het onrecht dat de machten, met hun patent op geweld, veroorzaken. Ik kijk op naar mensen die zich daartegen verzetten, met hun diverse, magische, wonderlijke, soms pittige vormen van protest. Als dat tegenstribbelen mij gevaarlijk maakt, dan ben ik dat graag.