An Deneffe
‘Arbeid die nooit op een loonbriefje verschijnt, is de ruggengraat van onze maatschappij’
‘Onbetaalde arbeid, vaak ondergewaardeerd en over het hoofd gezien, vormt een essentieel en onmisbaar onderdeel van onze samenleving’, schrijft An Deneffe van de Gezinsbond naar aanleiding van Vrouwendag.
Vandaag, 11 november, is het nationale Vrouwendag. Sinds 1909 komen we die dag wereldwijd op voor vrouwenrechten. Jammer genoeg staan we ook anno 2023 nog niet waar we moeten staan. De afgelopen zomer werden huisvrouwen – en mannen – weer een publiek doelwit. En dat joeg, terecht, heel wat vrouwen én mannen de kast op. De meerwaarde van onbetaalde zorgarbeid werd zo weeral misprezen. Maar is dat al niet decennia het geval?
Onbetaalde arbeid, vaak ondergewaardeerd en over het hoofd gezien, vormt een essentieel en onmisbaar onderdeel van onze samenleving. Het omvat taken zoals zorg voor het gezin, huishoudelijk werk en andere niet-monetair gecompenseerde inspanningen. Het is de lijm die onze gemeenschappen bij elkaar houdt en de basis legt voor economische welvaart.
Een van de meest opvallende aspecten van onbetaalde arbeid is zonder meer de genderkloof. Vrouwen dragen vaak een onevenredig deel van deze last, waarbij ze de zorg voor kinderen, ouderen en het huishouden op zich nemen. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor hun economische kansen en de algehele genderongelijkheid in de samenleving. Het herkennen en waarderen van deze arbeid is een cruciale stap naar een eerlijkere verdeling van verantwoordelijkheden en kansen.
Simpelweg stellen dat vrouwen en mannen die beslissen om thuis te blijven om voor “hun” kinderen te zorgen, dit doen ten koste van de maatschappij, is een onvergeeflijke miskenning van het belang van zorg- en opvoedarbeid. Ik werk dus ik ben?
Deze zomer waren een paar dagen verontwaardigde berichten op de sociale media. Maar ondertussen is het relletje van de dag afgehandeld volgens de geijkte methode. Jammer, want er was even een sprankeltje hoop op een beleidsvisie waar zorgarbeid en de combinatie van betaald en onbetaald werk een evenwaardige plek zou krijgen in onze samenleving.
(Lees verder onder de preview.)
De onbetaalde zorg vormt de onzichtbare motor die de samenleving aandrijft. Zonder die essentiële arbeid valt alles stil. Dat bewezen de vrouwen in IJsland in 1975 toen ze massaal het betaalde en onbetaalde werk neerlegde. En met succes, IJsland staat op 1 in de Global Gender Gap Index, de jaarlijkse graadmeter van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. België staat op 10.
In België werd begin januari zelfs de drempel om tijdskrediet zorg van een kind op te nemen verhoogd, en de maximumtermijn ingekort. Wij zetten stappen achterwaarts in plaats van vooruit. Misschien omdat dat essentieel, onbetaalde werk in de backstage van de economie gebeurt? En anders dan op Rock Werchter behandelen we de artiesten hier niet als vips. Gezinnen waarin één van beide partners vandaag vol- of deeltijds thuisblijft, maken in de meeste gevallen de moeilijke keuze om rond te komen met een kleiner gezinsinkomen. En dat in tijden waarin dat allesbehalve evident is, laat staan algemeen aanvaard wordt. Je telt in onze maatschappij enkel als je (voltijds) werkt. Ik werk dus ik ben?
Dat enge economische nutsdenken klinkt des te cynischer wanneer je bedenkt dat de maatschappij zelf “zorgbehoevend” is. Kinderopvang kampt met een tekort aan plaatsen en in de ouderenzorg is er een gebrek aan personeel. Het aantal gevallen van burn-out neemt verontrustend toe, met bijna één Belg op de vijf met symptomen van angst en depressie. Het fenomeen bereikt epidemische proporties. Het aantal langdurige zieken blijft stijgen en toch wordt er bezuinigd op de mogelijkheden om gezin en werk te combineren.
Desondanks blijft al dat onbetaalde (zorg)werk van mannen en vrouwen de ruggengraat van onze maatschappij. Het is goed voor 180 miljard euro per jaar, of 1/3 van het bruto binnenlands product. Dat berekende Trends onlangs. Statistisch gezien verrichten vrouwen het merendeel van de zorgarbeid. Hoe kunnen we dan streven naar de gelijkheid van mannen en vrouwen als we die onbetaalde zorgarbeid niet op waarde schatten?
Met datzelfde economische nutsdenken wordt nu ook het huwelijksquotiënt in twijfel getrokken. In het voorstel voor een brede fiscale hervorming, dat eerder dit jaar op tafel lag, werd er gepleit om het huwelijksquotiënt af te schaffen en op die manier meer mensen aan te moedigen om te gaan werken. Onder het huwelijksquotiënt verdeelt de fiscus het gezinsinkomen van de enig werkende partner over de beide partners, volgens een verhouding van 70/30. Dat is ooit in het leven geroepen als compensatie voor de onbetaalde zorgarbeid van huisvrouwen (of mannen).
(Lees verder onder de preview.)
Voor de Gezinsbond is het voorstel om het huwelijksquotiënt volledig af te schaffen dus een zeer vreemd signaal in tijden waarin de roep om maatschappelijke erkenning en waardering van onbetaalde opvoedings- en zorgarbeid luider klinkt dan ooit. Men zou kunnen overwegen om het in de toekomst te vervangen door het gezinsquotiënt. Bij het gezinsquotiënt kan een deel van het inkomen worden overgedragen van de werkende naar de zorgende partner. Het gezinsquotiënt, voorbehouden aan gezinnen die daadwerkelijk een zorgtaak opnemen, evolueert mee naar het aantal zorgbehoevende personen in het gezin af. We moeten echter het huidige huwelijksquotiënt zoals het nu bestaat behouden voor diegenen die er momenteel gebruik van maken, vooral gepensioneerden, want anders zou dat de erkenning van hun geleverde zorgarbeid wegnemen.
Voor zelfstandigen is dit nu al mogelijk. Via het zogenoemde ‘maxistatuut’ deelt de ondersteunende echtgenoot in het inkomen van de zelfstandige partner. En is de ondersteunende partner is op die manier ook verzekerd voor pensioen, gezondheidszorgen, ziekte. Waarom zouden we niet nadenken over een gelijkaardig systeem voor werknemers en ambtenaren? Zij ondersteunen hun partner eveneens bij de uitbouw van hun carrière. Zou het dan niet logisch zijn dat ze ook sociale bescherming kunnen opbouwen op basis van het inkomen van hun partner?
Ze zijn huismanager, ze runnen het huishouden. Ze nemen de zorg van de kinderen op zich, beheren het gezinsbudget en verlenen vaak bovenop ook mantelzorg. Gezinnen kunnen zelf kiezen hoe ze betaalde en onbetaalde zorgarbeid verdelen. Dit bevordert een gezonde en evenwichtige levensstijl voor alle gezinsleden. De overheid mag die vrijheid niet beknotten maar ze eerder faciliteren
Het gezinsquotiënt is daar het ideaal instrument voor en stelt koppels in staat om de financiële gevolgen van de verdeling van de zorg- en opvoedingsarbeid solidair op te vangen.
Het afschaffen van een financieel voordeel lost het opvangprobleem en andere zorguitdagingen niet op, integendeel. Het straft enkel het gezinsbudget. Dat hebben ze in IJsland alvast begrepen.
Het is afwachten of de nieuw verkozen politici in België een beleid zullen voeren dat de waarde van onbetaalde zorgarbeid erkent en ondersteunt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier