Ann Peuteman
‘Onze kinderen zullen nooit helemáál veilig zijn’
Is het een goed idee om crèches en kinderkamers van een camera te voorzien? ‘Dat geeft vooral een vals gevoel van veiligheid’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar wekelijkse column De zoetzure Dinsdag. ‘We moeten weer leren aanvaarden dat we onze kinderen onmogelijk voor álle onheil kunnen behoeden.’
Om de vijf minuten keek hij even naar het scherm van zijn telefoon. Hij moet hebben gemerkt dat ik dat allesbehalve leuk vond, want na het interview excuseerde hij zich er uitgebreid voor. ‘We hebben een nieuwe kinderoppas’, legde hij uit. ‘En ik vind haar wel erg jong.’ Bleek dat hij op zijn telefoon de beelden kon zien van de camera op de babyfoon van zijn dochtertje. Terwijl ik hem aan het interviewen was, keek hij hoe de oppas haar in bed deed.
Daar moest ik de afgelopen weken aan denken toen het idee werd geopperd om crèches van camera’s te voorzien zodat ouders de hele dag lang in de gaten kunnen houden of er wel goed voor hun baby of peuter wordt gezorgd. In Canada is dat al een ingeburgerde praktijk en ook in heel wat andere landen wordt ermee geëxperimenteerd. Nu is het natuurlijk wraakroepend dat er in een paar kindercrèches verschrikkelijke dingen kunnen (blijven) gebeuren. Maar camera’s zullen daar niet veel aan veranderen. Wie weet dat hij wordt gefilmd, zal een kind geen kwaad doen voor het oog van de camera. Maar misschien wel om de hoek. De enige manier om die wantoestanden echt tegen te gaan, is een veel betere screening van onthaalouders en crèche-uitbaters, het uitsturen van dubbel zoveel inspecteurs en vooral veel sneller ingrijpen als er iets loos lijkt te zijn.
Het probleem van camera’s is niet alleen dat ze een vals gevoel van veiligheid geven, maar ook dat ze een behoorlijk verstikkend effect hebben. Zeker als de kinderen in kwestie niet meer zo klein en hulpeloos zijn. ‘Als ik laat moet werken, kijk ik op mijn laptop weleens naar de live beelden van onze babyfoon’, vertelde een kennis me onlangs. ‘Dan zie ik wat mijn partner en de kinderen aan het doen zijn.’ De kinderen waar ze het over heeft, zijn ondertussen zes en acht. Toch staat die babyfoon nog altijd in hun speelkamer.
Stel je voor dat je opgroeit met de wetenschap dat je de hele tijd geobserveerd wordt – al is het dan uit liefde.
Zelfs als hun kinderen nog wat ouder zijn, voelen heel wat vaders en moeders tegenwoordig de drang om hen zoveel mogelijk in het oog te houden. Door hun een sleutelhanger of smartwatch met gps-tracker te geven, bijvoorbeeld, of door het trackingsysteem op hun smartphone te activeren. Met de huidige technologie zijn de mogelijkheden eindeloos. Zo vertelde een vriendin me over een koppel dat ze voor een etentje had uitgenodigd. Halverwege de avond kreeg de man een melding op zijn telefoon: iemand belde bij hem thuis aan. Eén swipe verder zag hij hoe hun tienerdochter een wat slungelige jongen het huis binnenliet.
Dat doen die ouders natuurlijk niet om hun kinderen te koeioneren, maar wel om hen zoveel mogelijk te beschermen. Tegen zichzelf, maar veel meer nog tegen onbekwame babysitters, crèchemedewerkers met een kort lontje, vriendjes die graag met vuur spelen of hitsige tienerjongens. Natuurlijk willen we dat er onze kinderen niets kwalijks overkomt en is het onze verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk risico’s uit te sluiten. Maar in de meeste gevallen zijn camera’s echt geen goede oplossing. Om te beginnen word je dan pas gealarmeerd als het kwaad al is geschied (of aan het geschieden is). Daarnaast is het simpelweg onleefbaar om achttien jaar of langer om de vijf minuten op je smartphone te kijken. Om nog maar te zwijgen van het effect op de kinderen zelf. Stel je voor dat je opgroeit met de wetenschap dat je de hele tijd geobserveerd wordt – al is het dan uit liefde.
Eens een kind wat groter wordt, moet het de kans krijgen om af en toe heel even van de radar van zijn ouders te verdwijnen. Eerst voor een paar minuten (als het helemaal alleen een autootje in zijn kamer gaat halen), dan al eens voor een half uur (tijdens het buitenspelen), daarna voor een uur ofzo (rondhangen met vrienden na school) en uiteindelijk voor uren na elkaar (op de een of andere fuif). En ja, onvermijdelijk houdt dat altijd een risico in. Misschien is dat wel het allermoeilijkste aan moeder of vader zijn: leren aanvaarden dat je je kind onmogelijk voor alle onheil kunt behoeden. Toch niet als je het wil laten opgroeien tot een verantwoordelijk, zelfstandig en kritisch mens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier