Ann Peuteman
‘Geuroverlast: al die chemische parfums in winkels en auto’s maken me ziek’
Waarom moeten reclameborden zo dringend naar frieten ruiken en kledingwinkels naar limoenen? ‘Ik eis het recht op om even helemaal niets te ruiken. Heerlijk lijkt me dat’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag.
Een tijd geleden gaf ik een lezing in een cultureel centrum in Vlaams-Brabant. Zodra ik de microfoon in handen gestopt kreeg, rook ik iets eigenaardigs. Eerst dacht ik nog dat een van de heren op de eerste rij wat te kwistig was geweest met aftershave, maar de penetrante geur leek eerder van achter me te komen.
Achteraf hoorde ik van de organisator dat de installatie die de hele tijd vlak bij mij had gestaan helemaal geen geluidsversterker was, maar een geurmachine die ‘het aroma van frisse buitenlucht met accenten van limoen en sandelhout’ verspreidt.
‘Bij een grote opkomst kan het hier op den duur heel onfris ruiken. Naar zweet, stof en verschraald bier. Met dat toestel kunnen we dat overstemmen’, legde de organisator uit. ‘We hebben een geur gekozen waarvan het publiek volgens de producent alert en opgewekt wordt.’ De spreker, daarentegen, kreeg er vooral hoofdpijn van.
Dat ik daar tegenwoordig nog wat gevoeliger voor ben dan anders, komt wellicht doordat ik ook thuis een gevecht met onaangename geuren heb moeten aangaan. Joey, onze kater, heeft wat psychische probleempjes. Gevolg: hij plast geregeld in het washok. Hoeveel product ik ook in het sopwater doe, ik blijf die kattenpisgeur ruiken.
McDonald’s experimenteert zelfs in de buitenlucht met reclameborden die frietlucht afgeven.
Eerst probeerde ik de stank te overstemmen met een prijzige spray die ik in een dierenspeciaalzaak had gekocht. Maar de chemische kokosgeur was zo overweldigend dat ik ervan over mijn nek ging. Uiteindelijk kreeg ik van de dierenarts een spuitbus die hij zelf ook gebruikt om de honden- en kattenluchtjes in zijn praktijk te verdrijven. Wég urinegeur. ‘Het ruikt hier naar kantoor’, zei een vriend onlangs. Dat vond ik best een fijn compliment.
Op onze redactie ruikt het doorgaans ook naar kantoor. Dat wil zeggen: naar niets. En dat vind ik heerlijk. Vooral omdat het tegenwoordig overal wel ergens naar ruikt. Zo zijn er heel wat meubel- en modeketens die omgevingsparfums gebruiken omdat ze hopen dat klanten dan langer rond blijven snuisteren. Soms zijn die aroma’s prettig, maar er zijn er ook die – op zijn zachtst gezegd – weinig subtiel zijn.
Ook heel wat boetieks hebben ondertussen in een luxegeurtje geïnvesteerd en steeds meer tweedehandswinkels gebruiken sprays om die typische muffe reuk te verjagen. Zelfs theaters, concertzalen, bioscopen en binnenspeeltuinen zetten weleens een lekker luchtje in om het hun bezoekers nog aangenamer te maken.
McDonald’s wil zelfs nog een stap verder gaan door zijn herkenbare geuren in de buitenlucht te verspreiden. De fastfoodketen experimenteert met reclameborden die frietlucht afgeven. Niet toevallig staan die borden op hoogstens tweehonderd meter van een restaurant van McDonald’s, want het is natuurlijk de bedoeling om zoveel mogelijk klanten naar binnen te lokken.
Nu zullen er ongetwijfeld wel voorbijgangers zijn die bij het ruiken van die artificiële etensluchtjes trek krijgen in een Big Mac, maar anderen zullen zich er wellicht vooral aan ergeren.
Naast al die professionele systemen, kun je als particulier ook de uiteenlopendste omgevingssprays, geurkaarsen en aromastokjes kopen. Van kersenbloesem of Javaanse citronella tot luchtjes die aan stranden, bibliotheken of smeulende haardvuren zouden moeten doen denken. Een schrijvende vriendin gebruikt in haar werkkamer een huisparfum met de geur van oude boeken – zo staat het toch op het flesje.
En toen ik laatst bij een vriend in de auto stapte, werd ik platgeslagen door een lucht die nog het meest aan verbrand plastic deed denken. Dat had hij helemaal zelf veroorzaakt met de autospray New Car. Alsof die Arbre Magiques nog niet erg genoeg waren.
Nu valt er natuurlijk heel wat te zeggen voor het neutraliseren van onaangename mensengeuren en etensluchten. Zeker woonzorgcentra, ziekenhuizen of scholen kunnen daardoor een pak aantrekkelijker worden voor wie er woont, werkt, les volgt of langskomt. Maar neutraliseren is nog iets anders dan overstemmen.
Soms lijkt het alsof je nergens meer aan die artificiële luchtjes kunt ontsnappen. Nog los van het feit dat het vaak om chemische geuren gaat die – zeker als de ruimte niet goed wordt verlucht – schadelijk kunnen zijn voor je gezondheid, is die aanhoudende geuroverlast ook gewoon irritant. Ik heb echt niet de behoefte om altijd en overal iets lekkers te ruiken. Sterker nog: ik eis het recht op om soms gewoon niets te ruiken. Maar daarvoor moet ik tegenwoordig haast in mijn washok gaan zitten.
De Zoetzure Dinsdag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier