Actrice Ayla Satijn is Vlaams, Nederlands, Turks én queer: ‘Ik pas niet in het plaatje’
We moeten op zoek naar een nieuw lichaamsbeeld, vindt actrice Ayla Cekin Satijn. ‘Een lichaam is geen fashionstatement.’
Ik was laatst jarig, en tijdens het feest was eerst niemand aan het dansen’, vertelt Ayla Cekin Satijn tijdens ons gesprek in een koffiebar in haar thuisstad Amsterdam. ‘Tot ik zei dat we met zijn allen even een Turkse bruiloft zouden naspelen: opeens zat de sfeer er geweldig in. Het liep zelfs op een heuse stripteaseavond uit. En toen was het nog maar elf uur.’
Satijn werd geboren in Maasmechelen en verhuisde op haar achttiende naar Nederland. Samen met Marloes IJpelaar en Ella Kamerbeek richtte ze daar het feministische theatercollectief Club Lam op, waarmee ze ‘onze blik op het vrouw-zijn’ wil verruimen en wil strijden voor betere vrouwenrollen in de cultuurindustrie. Haar recentste voorstelling, Rubens Meisjes, kreeg de voorbije weken lof van alle kanten: ze geeft een stem aan de drie gratiën uit het bekende schilderij van Rubens en onderzoekt zo ‘de rol van kunst in de objectivering van het vrouwenlichaam’.
Na rollen in films en series op Netflix en tv is Satijn – 28 en volgens haar website ‘een Turkse queer vrouw’ – in het Nederlandse cultuurlandschap langzamerhand een bekend gezicht. Nu Vlaanderen nog.
‘Ik zie mezelf niet terug in het vrouwelijk lichaam zoals het in de media vaak getoond wordt’, schrijft u op uw site. Wat mist u?
Ayla Cekin Satijn: Nou ja, wat missen we allemaal? Onder invloed van de mode- en cultuurwereld heerst er nog altijd een ideaalbeeld van de vrouw: dat van een dun, maagdelijk meisje, het liefst erg broos en wit. Een soort Sneeuwwitje waar we allemaal meteen een grote fragiliteit in zien. Maar waar zijn de echte mensen? De mensen van vlees en bloed? De vrouwen met maat 40, of zelfs 48? Die zijn ook fragiel, hebben ook pijn en verdriet, voelen zich ook onzeker, of net sexy. En hetzelfde bij mannen trouwens: hoeveel mannen hebben niet het gevoel dat ze per se zo gespierd moeten zijn als de modellen die we de hele tijd in reclame of films te zien krijgen – of andersom: net zo grof, met een bierbuik en een oermannelijke snor? Waar zijn alle schakeringen daartussenin? Die zouden dan zogezegd niet aantrekkelijk of geliefd zijn? Ik denk dat veel mensen last hebben van dat ideaalbeeld.
Of we zijn te dun, of te dik, of te bazig gekleed, of te speels. Het is altijd wat. De vrouw wordt gewoon nooit met rust gelaten.
Gelukkig is er de voorbije jaren een tegenbeweging ontstaan die pleit voor meer bodypositivity.
Satijn: Klopt, maar dat blijft toch wat in de marge hangen, heb ik het idee. Zelfs Kim Kardashian is opeens weer erg dun. En als er in een boekje al eens een wat voller model wordt getoond, is het vaak een dun persoon die met nepheupen en nepborsten dik is gemaakt, zodat het gezicht en de benen wél nog smal zijn en het zandloperfiguur goed naar voren komt. Dat is toch gek? In Rubens Meisjes hekelen we dat beeld en vergelijken we het heersende schoonheidsideaal in de tijd van Rubens – met zijn vrouw Hélène Fourmant als model, die wat ronder en volumineuzer was – met dat van vandaag. De it-girl van nu is enorm dun. Maar een lichaam is geen fashionstatement. Ons lichaam dient niet om mode te verkopen.
Sociale media als Instagram en TikTok spelen daarin een belangrijke rol: influencers promoten er een cosmetisch ontworpen ideaalbeeld. Bent u daar zelf ook gevoelig voor?
Satijn: Toch wel, ja. Ik wil meedoen met de maatschappij en besef goed dat sociale media een manier zijn om gezien te worden en mezelf te verbinden met andere mensen. Maar zo dringt er wel veel ruis mijn leven binnen. Er komen zo veel beelden op je af, en die zijn nog steeds erg eenzijdig. Zeker met al die filters die er tegenwoordig zijn om je foto’s te bewerken: wat is nog natuurlijk? Je ziet het gewoon niet meer. Bij audities denk ik daardoor op voorhand al vaak: wedden dat ze me weer zullen casten als ‘beste vriendin van het knappe hoofdpersonage’, als ‘grappig en lollig’? Maar waarom niet voor een andere rol, die veel breder wordt uitgewerkt? Helaas is het vrouwelijke hoofdpersonage niet snel iemand die onvolmaakt is.
Vindt u uzelf onvolmaakt?
Satijn: Ik pas in elk geval niet in ‘het plaatje’. Ik heb geen blauwe ogen en geen blond haar, ben geen 1,70 meter en heb geen maatje 34. Ik vind mezelf niet lelijk, maar ik weet wel dat ik niet voldoe aan wat ‘de standaard’ is. En naar mijn aanvoelen wordt die norm alleen maar perfecter en perfecter: de huid wordt bijgewerkt, de neus, de kin, tot er een lolita-achtig meisje overblijft met een bijna kinderlijke uitstraling, zonder de minste rimpel. Daar wil ik me tegen verzetten, en gelukkig ben ik niet alleen. We moeten op zoek naar vernieuwing in ons lichaamsbeeld en een zo breed mogelijk palet van lichamen creëren. Zelf spreek ik Nederlands met een Vlaams accent, mijn papa spreekt echt Limburgs, mijn moeder Limburgs Nederlands en mijn broertje Hooghollands, maar ondanks die verschillen vormen we toch één gezin. Zo zou het met lichamen, en met vrouwelijke personages, ook moeten zijn. (zwijgt even) Meestal ben ik tevreden met mijn lichaam. Maar soms ook niet. Als ik ongesteld ben, bijvoorbeeld, en daar weer eens zo veel last van heb. Dan denk ik: oh God, had ik maar een A-cup! (lacht) De maatschappij heeft ook altijd een oordeel klaar over het vrouwenlichaam. Of we zijn te dun, of te dik, of te bazig gekleed, of te speels. Het is altijd wat. De vrouw wordt gewoon nooit met rust gelaten.
Wat voor lichaam vindt u zelf mooi?
Satijn: Een geliefd lichaam. Iemand die zichzelf omarmt en duidelijk laat zien wie hij of zij is, zonder schaamte of wat dan ook. Wie zichzelf graag ziet, met alle imperfecties, ziet normaal ook de ander graag. Dat is dan weer het goede aan deze tijd: we zijn volop op zoek naar meer diversiteit. De vrouwelijke stem wordt meer gehoord, de queer community wordt meer gehoord, gender is een belangrijk thema, identiteit, het grijze gebied tussen de beide polen ook. Ik ben vrouw, Turks én queer: ik vind het belangrijk dat al die stemmen eindelijk gehoord worden en daarom zoek ik ze ook op in mijn werk, als actrice en als regisseur. Ik hoop dat ik daarmee weer andere mensen inspireer.
Hoe verzorgt u uw lichaam?
Satijn: Ik doe aan powerliften in de sportschool. Ik vind het fijn om sterk te zijn, dat helpt me ook mentaal. Het feit dat ik 60 kilogram kan tillen, geeft me telkens een adrenalinekick en maakt me scherp. Ik let ook op mijn voeding. Fastfood heb ik nooit gelust, zelfs niet als kind. Ik herinner me nog dat ik iedere keer kwaad werd als ik tijdens bruiloften een frikandel met frietjes en appelmoes kreeg, terwijl mijn ouders allerlei lekkers voorgeschoteld kregen. Hoe durfden ze! Alsof ik geen smaak had, enkel omdat ik nog maar twee was. (lacht) Verder draag ik graag make-up en ga ik graag naar de kapper, dat zijn telkens erg fysieke ervaringen. Sinds kort ben ik ook begonnen met acupunctuur en reiki. Ik heb fibromyalgie en ben op zoek naar hoe ik mijn lichaam het best kan ontspannen, want mijn lichaam geeft doorgaans sneller aan dat ik rust moet nemen dan mijn geest.
Als actrice is uw lichaam uw werkinstrument. Hebt u dat moeten leren of hebt u uw lijf altijd al vol in de strijd gegooid?
Satijn: Ik heb dat toch wel moeten leren, ja. Dat was voor mij een van de grote verschillen tussen Belgische en Nederlandse scholen: hier ligt de focus erg op actie, op beweging, op het lichaam, op iets dóén, terwijl het in België vaker om de tekst ging, op ‘er diep induiken’. Ik kwam van het Lemmensinstituut en had een erg verzorgde taalbeheersing: ik sprak mooi, was me erg bewust van hoe ik overkwam, speelde de perfecte, brave actrice. Wanneer ik nadacht, keek ik ook altijd even keurig opzij. (lacht) Dat hebben ze er hier snel uit geramd. Ik moest met mijn twee voeten op de grond staan! En een eigen mening ontwikkelen! En mijn hele lijf gebruiken! Dat merkte ik ook bij de reeksen waarin ik meespeelde. Toen ik in ANNE+ (een Nederlandse tv-serie over een lesbische twintiger, nvdr) een dragpersonage mocht spelen, kon ik daar veel van mezelf in leggen. Naar mijn gevoel heb ik daardoor nu de perfecte balans gevonden tussen denken en ervaren, tussen geest en lichaam.
Ook naast het podium?
Satijn: Zeker. Hoe meer ik mezelf laat zien, heb ik beseft, hoe kwetsbaarder ik me opstel. En hoe kwetsbaarder je jezelf opstelt, hoe eerlijker je met de mensen rond je kunt omgaan. Het ego moet vaak gestreeld worden, akkoord, omdat we in een maatschappij leven waarin er veel met de ellebogen wordt gewerkt, maar uiteindelijk moet je toch je intuïtie en je kwetsbaarheid volgen. Het vuur diep in jezelf. Met die masculiene en feminiene energie in mezelf speel ik graag.
Hoe bedoelt u?
Satijn: We dragen allemaal een masculiene en een feminiene energie in ons, geloof ik. De masculiene energie is wat meer sturend, wat rechtlijniger, en ze geeft ook, terwijl de feminiene energie vrijer is, losser, ontvangend, zacht en helend. Ik heb ze allebei in me en ben me daar almaar bewuster van. Over het algemeen hebben we een vrij masculiene insteek in onze samenleving: er is weinig tijd voor rust, we moeten altijd maar door en zelfs als we ontspannen, moeten we efficiënt zijn. Ik wil mezelf toestaan om voldoende rust te vinden en vaak genoeg de vrouwelijke energie in mezelf op te zoeken.
Al op uw achtste wilde u op buikdansles. Wat heeft dat u gebracht?
Satijn: Het heeft ervoor gezorgd dat ik elegant ben in mijn handelingen. Dat ik veel feminiene energie kan overdragen en daarmee kan spelen. Verleiden, manipuleren: je kent het wel. (lacht) Er is door die buik- danslessen een zekere sensualiteit in mezelf gekomen, binnen veilige kaders om die sensualiteit vrij te onderzoeken. Ik moest naar mezelf kijken en plezier vinden in het dansen, in contact maken met andere mensen via mijn lichaam. Dat draag ik nog altijd met me mee. Sowieso was mijn opvoeding wat fysieker. Ik denk soms dat ik deze dikke wangen heb van het vele knijpen door iedereen die me in Maasmechelen zag: de bakker, de slager, de tante van mijn tante, de baas van mijn vader… Iedereen kneep me in de wangen. (lacht) Het was wat plastischer, wat vleziger allemaal. En de vrijheid van dansen, van plezier maken via beweging, kreeg ik via de Turkse kant van mijn familie ook al vroeg mee.
Staat u nog altijd zo tactiel in het leven?
Satijn: O ja. Mezelf aaien en troosten kan mijn lichaam erg veel deugd doen, net als slapen. Vrienden zal ik ook gemakkelijk aanraken. Niets is leuker dan knuffelen met mijn partner, vind ik. De kracht van lichamelijke verbinding is heel sterk. Maar we zijn dat als maatschappij precies wat uit het oog verloren, al zeker door corona.
Zijn er bepaalde geuren die u ontroeren?
Satijn: (denkt na) De geur van de lente die eraan komt. Die van peterselie ook, waarmee mijn moeder vaak kookte. Mijn lief had nog nooit zo veel peterselie gegeten als in het eerste jaar dat we samen waren. (lacht) Met de smaak van olijven heb ik hetzelfde. We aten ze thuis de hele dag door. En lavendel! Als ik niet kan slapen, doe ik wat lavendelgeur op mijn pols en ruik ik eraan, zo word ik altijd lekker rustig. Op Netflix kun je zo ook een kanaal aanklikken dat een beeld van een brandend kampvuur toont: dat staat bij mij altijd op, winter én zomer.
Tot slot: in wiens lichaam zou u wel eens een dag willen leven?
Satijn: Er schieten nu tweehonderd beelden door mijn hoofd: van een dolfijn of een vogel tot Miley Cyrus. Of een kat, natuurlijk. Wie wil er nu niet eens een kat zijn voor een dag?
Ayla Cekin Satijn
1995: geboren in Maasmechelen, als kind van een Nederlandse moeder en een Turkse vader.
2009-2013: studeert aan het Lemmensinstituut in Leuven.
2013: verhuist naar Utrecht.
Woont nu in Amsterdam, waar ze werkt als actrice en regisseur.
Ze is medeoprichter van het feministische theatercollectief Club Lam. Verder was ze te zien in series als ANNE+ en Dirty Lines. Ze regisseerde ook de bekroonde kortfilm Beş.