10 jaar na de aanslag op Charlie Hebdo: ‘De persvrijheid wordt meer dan ooit bedreigd’

Protest op 11 januari 2015. ‘Iedereen had zijn motivatie om op straat te komen. Sommige politici hebben daar zeker misbruik van gemaakt.’
Stijn Tormans

Canvas zendt morgenavond een interessante documentaire uit over persvrijheid, of het gebrek eraan. ‘Het is geen ver-van-ons-bedshow’, zegt documentairemaker Isabel Junius. ‘In Hongarije is tachtig procent van de media niet meer onafhankelijk, hoewel er geen enkele journalist in de gevangenis zit.’ 

Op 7 januari 2015 stierf de vrije meningsuiting met twaalf luide knallen: in de rue Nicolas-Appert in Parijs werd die dag bijna de hele redactie van Charlie Hebdo uitgemoord. Daarna waren we allemaal Charlie – weet u nog.

Documentairemakers Pieter Verbiest en Isabel Junius van Canvas draaiden een meer dan voortreffelijke docu over die schrikbarende dag. Maar ook over de jaren erna en hoe de persvrijheid sindsdien geëvolueerd is. ‘Vroeger leek dat iets vanzelfsprekends’, zegt Junius. ‘In Europa dan toch, maar zelfs hier is dat vandaag niet meer zo. Extreemrechts en vele populisten willen de subsidies voor de publieke omroepen afschaffen. Er zijn ook steeds meer SLAPP-rechtszaken (strategic lawsuits against public participation, nvdr): dat zijn rechtszaken tegen bijvoorbeeld kleine journalistieke spelers, of freeelancejournalisten, met de bedoeling hen te intimideren of hen het zwijgen op te leggen. Zulke processen zijn complexe verhalen en moeilijk te visualiseren. Tot we met cartoonist Lectrr gingen praten, die het voorbije decennium drie keer met de dood bedreigd is. “Voor een tekening” zoals hij zelf zegt. Hoe komt dat? Dat wilden we onderzoeken.  Na de aanslag op Charlie Hebdo hebben hij en andere cartoonisten zich verenigd. Ze helpen elkaar tegen haatmail en doodsbedreigingen: daar bestaan al handleidingen voor. Zelf is hij lid geworden van Cartoonist For Peace en is hij voorzitter van de West-Europese tak van Cartoonist Rights.’

Ik was al vergeten dat Benjamin Netanyahu en Viktor Orban destijds ook protesteerden in Parijs na de aanslagen op Charlie Hebdo. Vandaag zien die beelden er ronduit lachwekkend uit.  

Isabel Junius: Ik was dat ook vergeten – het toont nog maar eens het belang van een goed nieuwsarchief aan. In Hongarije nemen bevriende oligarchen van Orban de mediabedrijven over. Die berichten alleen positief over hem. In onze documentaire zit een fragment van de Hongaarse nieuwszender HiRTV: de ceo van dat bedrijf is de voormalige woordvoerder van Orban. Tachtig procent van de Hongaarse media is zo niet meer onafhankelijk, hoewel er geen enkele journalist in de gevangenis zit. Het is een heel sluwe manier om journalisten en cartoonisten te intimideren of monddood te maken. Dat gebeurt vandaag op niet veel meer dan duizend kilometer van ons, hè: het is geen ver-van-ons-bedshow.

Kamagurka zegt in jullie docu over die protesten: ‘Ze wisten niet waar het echt over ging.’

Junius: Iedereen had zijn motivatie om op straat te komen. Sommige politici hebben daar zeker misbruik van gemaakt. Stonden die allemaal achter Charlie Hebdo? Heel weinig mensen kenden dat magazine. Voor de aanslagen was dat gewoon een satirisch blaadje met een nichepubliek. Het was helemaal niet de bedoeling dat die cartoons zulke grote weerklank zouden krijgen. Maar door de digitalisering gingen ze de wereld rond. Dat heeft uiteindelijk ook geleid tot de aanslagen. Lectrr zei: ‘Wij in Europa zijn het niet gewend om neergeschoten te worden voor een tekening of een krantenbericht.’ Maar elders in de wereld hebben ze andere waarden en normen: iemand die opgroeit in Iran weet niet wat vrijheid is.

Kijken we vandaag nog met hetzelfde oog naar cartoons?

Junius: Nee. Vroeger waren dat gewoon cartoons, nu verwachten we dat er een dubbele laag in zit. Kamagurka zei: ‘Niet de tekenaar beslist of iets controversieel is, wel degene die ernaar kijkt.’ En op elk moment kan dat fout geïnterpreteerd worden. Zeker door politici, die het als een manier zien om hun macht te bestendigen. Extreemrechts verdedigt vandaag satire, want ‘we mogen toch zeggen wat we willen’. ‘Oké’, zegt De Standaard-hoofdredacteur Karel Verhoeven in onze documentaire, ‘maar wat is de intentie van die satire? Willen ze daarmee hun eigen ideologie steunen? Of willen ze mensen daarmee aanzetten om kritisch na te denken over onze samenleving en de politiek?’

Ann Telnaes, een vaak bekroonde cartooniste van The Washington Post, nam gisteren ontslag omdat de krant een cartoon weigerde waarop haar eigenaar Jeff Bezos knielt voor een standbeeld van Donald Trump. Zijn cartoonisten vandaag voorzichtiger geworden na de aanslag op Charlie Hebdo of helemaal niet?

Junius: Ze zeggen van niet. Al is het een wisselwerking. Een hoofdredacteur moet zijn cartoonist steunen, maar omgekeerd moet je als cartoonist ook weten waar de grenzen van je blad liggen. Een magazine als Charlie Hebdo is gemaakt om baldadig te zijn en te provoceren. Dat is een heel ander medium dan Knack of De Standaard, die informatie, duiding en nuance brengen.

‘We beseffen niet wat voor een fantastische cartoonisten we hebben in België. Jullie GAL is uniek.’

Jullie zijn niet teruggegaan naar de redactie van Charlie Hebdo. Was dat een bewuste keuze?

Junius: Er werkt vandaag een nieuwe redactie. We hebben hen niet geïnterviewd omdat we het niet alleen over Charlie Hebdo wilden hebben, maar vooral over de mechanismes die onze persvrijheid vandaag bedreigen. Daarnaast is onze documentaire ook een ode aan het werk van onze cartoonisten. Jullie huiscartoonist GAL bijvoorbeeld is uniek. Hij is dit jaar al 65 jaar bezig, mensen als Kama en Marec 40 jaar. En dan hebben we de Waalse cartoonisten niet eens aan het woord gelaten. Op dat gebied loopt er ongelofelijk veel talent rond in ons land. We vergeten dat weleens.

10 jaar#jesuischarlie wordt uitgezonden op dinsdag 7 januari op Canvas na De Afspraak rond 21u20.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content