1 op 3 vrouwen in EU heeft te maken gehad met geweld: ‘Vlamingen zijn geneigd om te zwijgen en om weg te kijken. Laten we dat vooral niet doen’

‘We weten dat cijfers rond geweld vaak slechts het topje van de ijsberg zijn.’ © Getty
Elisa Hulstaert
Elisa Hulstaert Redacteur

Een derde van de meerderjarige vrouwen in de Europese Unie heeft thuis, op het werk of in het openbaar te maken gehad met geweld. ‘Dat is nog maar het topje van de ijsberg’, zegt Ciska Hoet, directeur van RoSa vzw, het kenniscentrum voor gender en feminisme.

Een op de drie vrouwen in de Europese Unie heeft op volwassen leeftijd te maken gekregen met lichamelijk geweld, seksueel geweld of bedreigingen. Een op de zes heeft te maken gekregen met seksueel geweld, zoals verkrachting. Een op de vijf heeft te maken gekregen met lichamelijk of seksueel geweld door hun partner, een familielid of een ander lid van hun huishouden. Een op de drie heeft te maken gekregen met seksuele intimidatie op het werk. Bij jongere vrouwen zijn dat er zelfs twee op de vijf.

Het is een greep uit de resultaten van de EU-survey over gendergerelateerd geweld, waar het Bureau voor de Statistiek van de Europese Unie (Eurostat), het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) en het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) mee naar buiten komen op de internationale dag tegen geweld tegen vrouwen. ‘Er zijn geen veilige plekken voor vrouwen, vrij van geweld en intimidatie’, laat FRA-directeur Sirpa Rautio optekenen. Met de resultaten van het onderzoek kunnen beleidsmakers in de hele EU geweld tegen vrouwen beter bestrijden en slachtoffers effectiever ondersteunen.

Dat is nodig, want de cijfers zijn onrustwekkend. Dat vindt ook Ciska Hoet, directeur van RoSa vzw, het kenniscentrum voor gender en feminisme. In België worden elke maand ongeveer twee vrouwen om het leven gebracht door hun (ex-)partner. Dit jaar staat de teller op 20 dodelijke slachtoffers. Omdat er geen officiële cijfers bestaan, is dat cijfer gebaseerd op berichtgeving in de media.

‘We weten dat cijfers rond geweld vaak slechts het topje van de ijsberg zijn’, zegt Hoet. En dat blijkt, want volgens de EU-survey neemt amper een op de vijf vrouwen die te maken krijgen met geweld contact op met een hulpverlener, en meldt slechts een op de acht vrouwen het incident bij de politie. De meeste vrouwen die te maken krijgen met geweld, spreken daar met niemand in hun directe omgeving over.

Waarom houden zo veel vrouwen hun mond over wat hen is aangedaan?

Ciska Hoet: Voor een deel valt dat te verklaren doordat er een gevoel van straffeloosheid bestaat. Het is goed dat er tegenwoordig Zorgcentra na seksueel geweld bestaan waar slachtoffers de juiste omkadering krijgen, maar we dragen een geschiedenis mee van slechtopgeleide agenten die niet juist reageren op een aangifte en zelfs aan victim blaming doen. Bovendien worden te veel cases geseponeerd, wat erg ontmoedigend werkt. Daarnaast wordt ook de dichte kring vaak niet ingelicht omdat ook daar vooroordelen heersen. Dan wordt er gevraagd waarom ze om twee uur ’s nachts nog op café zaten, of wat ze verwacht hadden als ze met iemand mee naar huis zijn gegaan.

Daarnaast schamen heel wat vrouwen zich – compleet onterecht – voor wat hen is overkomen. Eigenlijk zouden de daders zich net moeten schamen. Dat het geweld bovendien meestal gepleegd wordt door iemand die ze kennen – een collega, een vriend of een (ex-)partner – maakt ook dat veel vrouwen beslissen om geen aangifte te doen.

Niet zelden botst partnergeweld ook nog op onbegrip. ‘Waarom verlaten die vrouwen hun partner niet?’ vragen mensen zich dan af. Voor vrouwen is het vaak moeilijk om uit een gewelddadige relatie te stappen. Dat komt omdat ze financieel afhankelijk zijn van hun man, omdat ze emotioneel onder druk gezet worden of omdat ze niet over een sociaal vangnet beschikken. Bovendien zien we dat het geweld vaak een hoogtepunt bereikt op het moment dat de vrouw wil vertrekken, een beslissing die ze soms met haar leven betaalt.

‘We associëren geweld makkelijk met een bepaalde sociale klasse of achtergrond, maar dat klopt niet. Je vindt de daders van huiselijk geweld in alle lagen van de maatschappij.’

Ciska Hoet, directeur van RoSa vzw.

Het Europees Instituut voor gendergelijkheid stelt dat ‘geweld tegen vrouwen diepgeworteld is in het systemische machtsonevenwicht tussen vrouwen en mannen.’ Bent u het daarmee eens?

Hoet: Absoluut. Al van bij de geboorte worden jongens op een andere manier opgevoed dan meisjes, en geweld kan daaruit voortvloeien. Jongens leren vaak veel bruter met elkaar te spelen: ze zijn ruw, trekken en duwen. Elkaar fysiek uitdagen en sterk zijn, blijken dus als kind al belangrijke waarden om hun mannelijkheid te bewijzen. Wie het onderspit delft, is een mietje, leren ze. Dat zet zich voort in de relaties die die kinderen later aangaan als ze volwassen zijn.

Binnen relaties zijn vrouwen veel vaker het slachtoffer van fysiek geweld, en is de dader vaker een man. Daarmee wil ik voor alle duidelijkheid niet zeggen dat er voor meisjes geen werk aan de winkel is. Zij pesten op hun beurt vaker op een slinkse manier, en vrouwen kunnen uiteraard ook geweldplegers zijn. Vaak plegen vrouwen dan psychisch geweld. Bovendien zijn mannen in onze globale samenleving vaker slachtoffer van geweld dan vrouwen, omdat ze bijvoorbeeld op café of op straat in een gevecht belanden.

Hebben de daders van geweld op vrouwen een specifiek profiel?

Hoet: Nee. We verwijten ‘de ander’ graag gewelddadig te zijn en associëren geweld makkelijk met een bepaalde sociale klasse of achtergrond, maar dat klopt niet. Je vindt de daders van huiselijk geweld in alle lagen van de maatschappij.

Wat kunnen we op individueel niveau doen om het geweld tegen vrouwen aan te pakken?

Hoet: In de eerste plaats moeten we focussen op de daders. Als maatschappij geven we onze kinderen nog steeds de kiemen mee die later tot geweld kunnen leiden. Zo moedigen we het aan dat jongens krachtig en stoer zijn. Dat zie je overal: in de populaire cultuur, op sociale media, maar ook in de manier waarop ouders, andere opvoeders en zelfs leeftijdsgenoten met jongens omgaan. Hoewel het niet makkelijk is om zo’n patroon te doorbreken, moeten we het toch proberen. De meeste mannelijke daders wíllen ook helemaal geen geweld plegen. Agressie is vaak het symptoom van iemand die zich zelf ook niet goed in zijn vel voelt.

Daarnaast kunnen omstanders ook een belangrijke rol op zich nemen. Vaak hebben mensen in de omgeving van een gezin waar geweld aanwezig is door dat er iets niet in de haak is, maar beslissen ze om zich er buiten te houden. Vlamingen zijn geneigd om te zwijgen en om weg te kijken. Laten we dat vooral niet doen. Het is van belang om tijdig aan de alarmbel te trekken om te voorkomen dat de zaken escaleren.

En verder blijft sensibiliseren cruciaal. Praten over geweld is al een grote stap, maar mannen moeten ook weten dat ze kwetsbaar mogen zijn, dat er hulpverlening is en dat er andere manieren bestaan om van je frustratie af te raken.

Is er ook een rol weggelegd voor vrouwen?

Hoet: Het is verleidelijk om te zeggen dat vrouwen hun grenzen moeten leren aangeven en het is natuurlijk goed om die grenzen bij jezelf te herkennen, maar dat is de allerlaatste stap. Het is cruciaal om naar de daders te kijken en omstanders te sensibiliseren.

Wat is er dan nodig om tot systemische verandering te komen?

Hoet: Het is belangrijk dat het rechtssysteem geweld tegen vrouwen ernstig neemt en er stevige straffen tegenover zet. Heel wat slachtoffers ervaren een sterk gevoel van straffeloosheid. Daarom is het belangrijk om als maatschappij duidelijk aan te geven waar de streep getrokken wordt. Ook politici moeten geweld tegen vrouwen ernstig nemen en de sensibilisering ondersteunen, en daar de nodige budgetten tegenover plaatsen.

Op verschillende plekken in de wereld zien we misogyne politici aan de macht komen. Welk effect heeft dat op de strijd tegen geweld tegen vrouwen?

Hoet: Dat is uiteraard heel slecht nieuws. Van grab ‘em by the pussy tot your body, my choice – het zijn uitspraken waarvan mijn mond openvalt. Toch behaalde Trump de meerderheid van de stemmen binnen. Op eenzelfde manier vind ik het ongelooflijk dat iemand als Andrew Tate met de vrouwonvriendelijke dingen die hij zegt überhaupt volgers heeft.

Met #MeToo hebben we een sterke emanciperende golf gekend, en wat we nu zien is de conservatieve backlash daarop. Ik hoop dus dat er opnieuw een reactie komt op wat vandaag gebeurt. Maar het feit dat iemand als Trump herkozen wordt, is voor elke vrouw op aarde slecht nieuws. En voor veel mannen trouwens ook.

Wie slachtoffer is van partnergeweld kan anoniem bellen naar 1712, de hulplijn voor vragen over geweld, misbruik en kindermishandeling. Wie een slachtoffer kent, kan op de website van het CAW tips vinden om er op een goede manier mee om te gaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content