Louis Tobback over gewelddadig politieoptreden in Charleroi: ‘Wat heeft die agenten bezield?’
‘Dit doet eerder denken aan George Floyd en Jonathan Jacob dan aan Semira Adamu’, reageert de voormalige minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback op het overlijden van een man na een brutaal politieoptreden in Charleroi.
‘Die agenten maakten plezier, terwijl mijn man onder hen lag te sterven.’ De woorden komen van Henrieta Chovancova en prijken vandaag op de voorpagina van Het Laatste Nieuws. De krant brengt het verhaal van Jozef Chovanec, een Slowaakse ondernemer die in ons land actief was. Hij stierf in 2018 nadat hij bijzonder hardhandig was aangepakt, zo blijkt uit camerabeelden, door zes inspecteurs van de federale politie in een cel op de luchthaven van Charleroi.
Chovanec was opgepakt kort nadat hij op het vliegtuig was gestapt naar Slowakije. Hij had zich daarbij vreemd gedragen. Omdat hij nerveus leek, waarschuwde de bemanning van het vliegtuig de politie, die hem oppakte.
In de politiecel liep het helemaal mis. Eerst voerde een arts een controle uit ‘van in het deurgat’, aldus een agent. De dokter voerde geen alcohol- of drugstest uit, maar zei toch tegen de agenten dat hij wellicht alcohol of drugs had gebruikt. Een autopsie achteraf sprak dat tegen.
Bonken tegen de muur
Twee uur na het bezoek, om 1.25 uur, begint Chovanec tegen de deur van zijn cel te stampen. Agenten kunnen hem kalmeren, tot hij kort daarna door zijn cel begint te springen, zijn kleren uittrekt en weer aandoet en bokst in het ijle. Weer komen agenten tussenbeide, Chovanec krijgt een glas water. Nog eens twee uur later, om 4.20 uur, begint Chovanec met zijn hoofd tegen de muren te bonken. Hij verwondt zichzelf daarbij tot bloedens toe.
Het plezier spat van hun gezicht. Terwijl mijn man naast en onder hen ligt te sterven.
Henrieta Chovancova
Om 4.31 uur komt een fataal scenario op gang. Dan betreedt de politie zijn cel, zes agenten in totaal, met een schild. De man wordt in een hoekje gedreven, op zijn bed geduwd, de handen geboeid en zijn voeten aaneengebonden met een strip. Wanneer later de brandweer en ambulanciers aankomen, verzet de man zich zo hevig dat die strip knapt. Het Laatste Nieuws over de agenten: ‘Vijf van hen zitten en hangen boven de man om hem in bedwang te houden. Een zesde moet – zoals het boekje voorschrijft – continu op zijn gezicht letten.’
Ook daar gaat het mis: een van de vijf inspecteurs legt een blauw deken over de man zijn gezicht. ‘Om hem te kalmeren’, klinkt de verklaring achteraf. Opmerkelijk: terwijl dat gebeurt, danst een politievrouw in de cel en brengt ze een Hitlergroet aan iemand buiten beeld. De foto’s tonen ook dat twee inspecteurs schaterlachen terwijl ze op de man liggen. Een van hen maakt een gek gebaar met zijn handen. Ook een ambulancier vindt het nodig om vrolijk te doen terwijl ze staat toe te kijken. ‘Ze lachten hem vierkant uit’, zegt Henrieta Chovancova tegen Het Laatste Nieuws. ‘Het plezier spat van hun gezicht. Terwijl mijn man naast en onder hen ligt te sterven… Is de politie er normaal niet om mensen te helpen?’
Om 5.09 uur krijgt Chovanec een kalmeringsmiddel van de MUG toegediend. Omdat zijn hartslag erg laag ligt, wordt hij gereanimeerd. Om 5.29 uur wordt hij naar het ziekenhuis gebracht. Daar sterft hij.
‘Ademhaling langdurig, excessief en ernstig belemmerd’
2,5 jaar later ligt het onderzoek naar de dood van Chovanec nagenoeg stil, schrijft de krant. Daarom vroeg diens weduwe, via haar advocaten Ann Van de Steen en Leroy Lievens, de voorbije maanden al meerdere keren bijkomende onderzoeksdaden aan de onderzoeksrechter in Charleroi. Er werd ook een medische tegenexpert aangesteld. Volgens hem is de wetsdokter in zijn verslag voorbijgegaan aan het gewelddadige politieoptreden.
Zijn oordeel: omdat Chovanec zijn ademhaling ‘langdurig, excessief en ernstig belemmerd’ werd – een van de politieagenten heeft 16 minuten met zijn volle gewicht op de man zijn borstkas gezeten, net als andere collega’s – heeft het politieoptreden ‘meer dan waarschijnlijk’ een toestand veroorzaakt ‘waarin een fatale hartritmestoornis werd vergemakkelijkt’.
De betrokken agenten hebben verklaard dat zij geen andere keuze hadden dan deze aanpak. ‘Omdat hij zich maar bleef verzetten.’
Semira Adamu, Jonathan Jacob, George Floyd
Omdat de dood van Jozef Chovanec wellicht – het onderzoek moet dat nog uitwijzen – het gevolg is van hardhandig politieoptreden op een luchthaven, doet de kwestie denken aan de dood van Semira Adamu op 22 september 1998. De Nigeriaanse vrouw stierf tijdens haar gedwongen repatriëring toen twee rijkswachters de zogenaamde ‘kussenmethode’ toepasten: zij duwden met kracht een kussen in haar gezicht, zodat zij niet zou kunnen bijten. Die methode was beschreven in een circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar toen Louis Tobback (SP) minister van was. Hij diende zijn ontslag in als reactie op de zaak.
Volgens Tobback gaat de vergelijking echter niet op. ‘Jozef Chovanec werd ten eerste niet uitgezet. De enige overeenkomst is dat het geweld is gepleegd op een luchthaven. De vergelijking met de dood van George Floyd in Amerika is juister, of in België, met die van Jonathan Jacob. Die stierf in een Antwerpse politiecel na een hardhandig politieoptreden.’
Voor meneer Jambon is het meestal de politie die het heeft gedaan, hij heeft niet de neiging zich ergens verantwoordelijk voor te voelen.
Louis Tobback
Een gedwongen uitwijzing gaat altijd gepaard met moeilijkheden, zegt de oud-minister. ‘In die tijd werden mensen die werden uitgewezen ook opgejut door allerlei anti-uitzetbewegingen om heibel te maken op het vliegtuig. In de hoop dat daardoor passagiers of de bevelhebber van het vliegtuig de repatriëring onmogelijk zouden maken.’
Een ander verschil met de zaak-Jacob is dat hier de politieagenten én een ambulancier zich vrolijk maken tijdens hun geweldpleging. Één agente brengt zelfs een Hitlergroet.
Louis Tobback: Dat is duidelijk op de foto’s, inderdaad. Je moet je toch afvragen wat die agenten heeft bezield om op die manier te werk te gaan. Een andere vraag is: waarom moet het 2,5 jaar duren vooraleer het parket zich uitspreekt over de vraag of het politieoptreden de oorzaak is van het overlijden van die man? Zeker omdat de beelden zo duidelijk zijn. De vraag of er overbodig geweld is gebruikt, hadden ze toch al moeten kunnen beantwoorden, me dunkt.
U hebt destijds beslist om op te stappen na de dood van Semira Adamu. Waarom?
Tobback: Omdat de rijkswacht iemand die al eerder was veroordeeld voor gewelddaden op vluchtelingen – die man had een geboeide man afgeklopt in een cel – opnieuw in de gelegenheid had gebracht om dergelijke toeren uit te halen. Die rijkswachter is voor de dood van Semira Adamu strafrechtelijk vervolgd. Om de weg daartoe vrij te maken, moest ik mijn politieke verantwoordelijkheid nemen. Ook al had ik niet beslist wie die uitwijzing moest doen of had ik de techniek met die kussentjes niet ingevoerd. Toch vond ik dat je als minister politiek verantwoordelijk bent wanneer het orgaan waarvoor jij bevoegd bent, zoiets doet. En dus moet je er de gevolgen van dragen.
Deze zaak dateert uit 2018. Toen was Jan Jambon (N-VA) minister van Binnenlandse Zaken. Vandaag is hij Vlaams minister-president en zit Pieter De Crem (CD&V) op zijn stoel.
Tobback: Vragen daarover moeten hoe dan ook gericht worden tot het ministerie van Binnenlandse Zaken, want het gaat hier over agenten van de federale politie. Of Jambon daar nu op moet antwoorden, omdat hij toen bevoegd was, of De Crem omdat hij dat nu is, dat laat ik in het midden. Als ik even cynisch mag zijn: voor meneer Jambon is het meestal de politie die het heeft gedaan, hij heeft niet de neiging zich ergens verantwoordelijk voor te voelen. Vraag dat maar aan de voormalige verbindingsofficier in Turkije.
Nu, de heren Jambon en De Crem zullen wellicht, en volledig terecht, antwoorden dat ze de uitspraken van het parket afwachten om commentaar te geven. Ik herhaal daarbij nogmaals dat het ondenkbaar is, gezien de ernst van deze feiten, dat het zo lang wachten is op het parket.
Als het parket oordeelt dat Jozef Chovanec is gestorven door excessief politiegeweld, wie moet daar dan de politieke verantwoordelijkheid voor opnemen?
Tobback: Ik herhaal: het is te vroeg om daar op te antwoorden. Eerst moet het parket zich uitspreken. Maar het is natuurlijk wel zo dat je Pieter De Crem niets politiek kunt aanwrijven wat gebeurd is voor hij politiek verantwoordelijk was. Kamerleden zouden ook de minister van Justitie kunnen interpelleren, aangezien het zo lang wachten is op het parket. Maar ook hij kan weinig meer antwoorden dan dat de onderzoeksrechter onafhankelijk is. De minister heeft daar niets over te zeggen.
Reactie
Een reactie werd gevraagd zowel aan Vlaams minister-president en voormalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) als aan huidig minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V).
‘Het is niet aan ons om daarop te reageren’, klinkt het bij de woordvoerder van minister-president Jambon. Hij verwijst naar het kabinet-De Crem. Van minister De Crem kregen wij deze reactie: ‘Het incident waarvan sprake in het artikel dateert van voor mijn aankomst op Binnenlandse Zaken. De Federale Politie verzekert me echter dat er als gevolg hiervan een aantal interne richtlijnen zijn aangepast. Het gerechtelijk onderzoek loopt verder en we wachten de uitkomst af. Zaken die niet door de beugel kunnen, zullen alleszins een gepast antwoord krijgen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier