Liesbet Sommen (CD&V): ‘Als plusouder mag je een kind niet zomaar meenemen naar de Efteling’
Beïnvloeden sprookjes als Assepoester en Sneeuwwitje tot op vandaag onze kijk op stiefouders? Volgens Liesbet Sommen wel. De CD&V’ster, tweede op de Europese lijst, lanceert daarom een voorstel om stiefouders – ondertussen beter bekend als plusouders – een eigen statuut te geven. ‘Zo kunnen biologische ouders en plusouders een veilig en rustig gevoel krijgen, en dat is alleen maar in het belang van het kind.’
Wat zou zo’n statuut inhouden? Mogen plusouders dan de bedtijd voor kinderen officieel bepalen?
Liesbet Sommen: Enkele jaren geleden kwam er een statuut voor pleegouders. De insteek van die vernieuwing was dat biologische ouders en pleegouders samen rond de tafel zouden gaan zitten om te bespreken wie wat mag beslissen. Zoiets zouden we perfect kunnen doen voor plusouders, van wie ik weet dat velen de behoefte ervaren. De bedtijd kan inderdaad aan bod komen, en denk ook aan hobby’s, de schoolkeuze, kledingstijl, eten en drinken … Maar elke situatie is anders.
Waarom is dit voorstel belangrijk voor u?
Sommen: Ik ben zelf plusmama van drie dochters tussen 11 en 14 jaar. Daarnaast heb ik 2 kleine kinderen met mijn man. Toen ik acht jaar geleden aan het plusouderschap begon, was het een echte zoektocht. Er bestaan best wat zelfhulpboeken, maar die vertrekken vaak vanuit de persoonlijke situatie van de auteur, en die is niet altijd vergelijkbaar. Bij een scheiding komt veel emotie kijken. Een gezonde onderlinge houding voor plusouders en biologische ouders: daarover bestaat vandaag te weinig duidelijkheid. Net omdat de emoties kunnen oplaaien, denk ik dat zo’n plusouderstatuut – dat altijd vrijwillig zal zijn – het best wordt begeleid door erkende echtscheidingsbemiddelaars, notarissen of advocaten. Maar los van de praktische invulling zou een statuut ook een erkenning voor de plusouder betekenen.
Ik ervaar het plusouderschap als iets waarover we het niet te veel willen hebben, bijna een taboe.
In welke zin?
Sommen: Het kan een stukje ingebeeld zijn, maar er wordt nog vaak naar plusouders gekeken door de bril van de echtscheiding. Ik worstelde daar ook mee: zullen mensen me niet als echtbreekster zien? Of twijfelen ze eraan dat ik de pluskinderen op dezelfde manier behandel als mijn biologische kinderen? Het culturele effect van de boze stiefmoeder uit de sprookjes, zeg maar. Net door die vrees voor een negatieve perceptie kreeg ik overcompensatiedrang. Terwijl een plusouder toch een deel van de kern is in het village uit het gezegde it takes a village to raise a child. Dat was overigens een van de drijfveren achter het statuut voor mantelzorgers: ze zijn superbelangrijk. En dat zijn plusouders ook. Kijk ook naar de cijfers: de laatste studie dateert al van 2016 en daarin spreekt men van ongeveer 100.000 nieuw samengestelde gezinnen in Vlaanderen. Dat is een relevant maatschappelijk fenomeen en toch is er weinig cijfermateriaal. Ik heb er geen wetenschappelijke verklaring voor, maar ik ervaar het plusouderschap als iets waarover we het niet te veel willen hebben, bijna een taboe.
U zegt dat een statuut rust zou geven, maar u stelt eveneens voor dat het ouderschapsverlof gedeeld kan worden tussen biologische ouders en nieuwe plusouder. Dat kan toch tot frictie leiden?
Sommen: Opnieuw, het kan alleen maar indien alle partijen hun toestemming geven. Bovendien stelt mijn partij voor dat het ouderschapsverlof ook binnen het nieuw samengestelde koppel gedeeld kan worden.
Plusouders zijn niet de boze stiefouders uit sprookjes.
Moeten plusouders aan bepaalde voorwaarden voldoen, zoals een huwelijk met een biologische ouder?
Sommen: Ik vind het moeilijk om voorwaarden op te leggen, we mogen de mogelijkheden niet te sterk beperken. De kwestie blijft eenvoudig: is er de behoefte tussen twee huishoudens om in gesprek met elkaar te gaan en de plusouder een vorm van erkenning te geven? Dat is belangrijker dan de duurtijd of het statuut van de nieuwe relatie.
En wat als de nieuwe relatie op de klippen loopt en de plusouder wegvalt?
Sommen: Het moet bespreekbaar zijn dat dat plusouderstatuut dan niet helemaal vervaagt. Net zoals je niet ophoudt een ouder te zijn na een echtscheiding, blijf je ook als ex-plusouder gevoelens koesteren voor het kind, toch als er een duurzame, affectieve relatie is geweest. Daaraan vaste rechten verbinden is moeilijk, en veel zal afhangen van overleg. Maar ik denk aan iets kleins: op dit moment mag je als plusouder een kind niet meenemen naar het buitenland zonder schriftelijke toestemming van een biologische ouder. Met een statuut voor plusouders zou je daaraan tegemoet kunnen komen, en dus ook voor ex-plusouders die een kind een keertje naar de Efteling in Nederland willen meenemen.