Kun je in België menswaardig leven van een minimuminkomen?
Volstaat een leefloon voor een menswaardig bestaan in ons land? En zijn er voldoende financiële prikkels om over te stappen van een werkloosheidsuitkering naar een job? ‘Als een baan extra uitgaven met zich meebrengt, wordt het vaak weer financieel moeilijk’, zeggen onderzoekers van het Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn van Thomas More.
‘Ja, het loont om te gaan werken’, zegt Marieke Frederickx. Wie van een minimumwerkloosheidsuitkering overstapt naar een voltijdse baan met een laag bruto maandloon van 2854 euro heeft veel meer geld om van te leven. Maar niet iedereen even veel. Het beschikbare inkomen van een koppel met twee kinderen van 10 en 15 jaar stijgt in Vlaanderen dan met 864 euro per maand. Voor een alleenstaande zonder kinderen is het verschil 800 euro en voor een alleenstaande met een tweejarig kind 583 euro.
Een soortgelijk verhaal geldt voor wie overstapt van een leefloon. Dan is de financiële winst om voltijds te gaan werken aan een laag loon respectievelijk 878, 927 en 559 euro per maand. ‘Maar let op,’ zegt Frederickx, ‘als je bijvoorbeeld een eigen auto moet kopen om te gaan werken, kost je dat voor een bescheiden wagentje 273 euro per maand. Dan wordt de financiële prikkel om te gaan werken heel wat kleiner.’
Marieke Frederickx onderzocht samen met collega’s van het Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn Thomas More (CEBUD) of je in ons land menswaardig kunt leven van een minimuminkomen en of de overstap naar een baan financieel interessant is. Ze becijferden de minimuminkomens, zoals leefloon en werkloosheidsuitkering, en hielden rekening met kinderbijslag, jobbonus en andere financiële tegemoetkomingen van de federale, Vlaamse of lokale overheden. Die vergeleken ze met de uitgaven die een gezin minimaal moet maken om menswaardig te kunnen leven. Die beschikbare inkomens en noodzakelijke uitgaven legden ze naast elkaar voor allerlei types van gezinnen, want natuurlijk speelt het bijvoorbeeld een rol of je een partner en kinderen hebt.
Lees ons dossier: ‘Werken moet meer lonen’
Sprong voorwaarts
Wat blijkt? Kleine gezinnen die in ons land leven van een leefloon of een minimale werkloosheidsuitkering komen daarvan net rond als ze een sociale woning kunnen huren. Grote gezinnen met oudere kinderen komen niet rond, ook niet als ze een sociale woning kunnen huren.
Frederickx: ‘Mensen met zo’n minimumuitkering hebben recht op een sociale woning, maar er staan 176.000 mensen op de wachtlijst. Zij moeten dus een woning vinden op de private huurmarkt. Dan blijkt een minimumuitkering zo goed als altijd onvoldoende om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Als je langer dan vier jaar tevergeefs op de wachtlijst staat, kun je wel een huurpremie krijgen, gemiddeld zo’n 175 euro. Hoe belangrijk die som ook is, toch komen de meeste gezinnen er dan nog niet. Bovendien krijg je die huurpremie alleen maar als de huur onder een maximumbedrag ligt, dat voor vele steden onrealistisch laag ligt.’
Een voltijdse job betekent steeds een financiële sprong voorwaarts, zelfs als je moet werken tegen het minimumloon. ‘Voor de meeste gezinnen is het inkomen dan net voldoende om menswaardig te kunnen leven,’ zegt Frederickx, ‘al is dat niet het geval voor gezinnen met oudere kinderen en kunnen de meesten niet sparen en dus geen reserves opbouwen om bijvoorbeeld een onverwachte grote uitgave op te vangen.’
Als een baan extra uitgaven met zich meebrengt, zoals de aanschaf van een auto, wordt het weer financieel moeilijk, stelt Frederickx. ‘Ook kinderopvang is een kwestie. Als gezinnen gebruik kunnen maken van gesubsidieerde kinderopvang is de kostprijs beperkt: mensen met een laag inkomen die hun kinderen drie dagen per week in de opvang laten, betalen 60 euro per maand. Alleen, er is een tekort aan kinderopvangplaatsen.’
Een halftijdse job levert in de meeste gevallen geen financieel voordeel op in vergelijking met een minimumuitkering. ‘Soms lijd je zelfs verlies door de belastingen die je moet betalen als je werkt’, zegt Frederickx. ‘En als je voor een deeltijdse baan een auto of kinderopvang nodig hebt, wordt het helemaal onmogelijk om dan met je inkomen fatsoenlijk rond te komen.’
Sociale correcties
Wat je tegenwoordig vaak hoort, is dat het niet loont om te gaan werken omdat je dan een aantal sociale correcties verliest waar je met een minimumuitkering wel recht op hebt. Is dat zo? Frederickx: ‘In Vlaanderen kennen we een tiental sociale correcties die vaak voorkomen, zoals sociale huurwoningen, de verhoogde tegemoetkoming in de gezondheidszorg, sociale tarieven voor elektriciteit en water, korting op het openbaar vervoer. Die zijn belangrijk, elke euro telt voor mensen met een laag inkomen. Maar vergeleken met het kunnen huren van een sociale woning, hebben al die andere sociale correcties slechts een beperkte impact.’
‘Het goede nieuws is dat iemand die gaat werken voor een laag loon nog altijd recht heeft op een sociale woning of een huurpremie’, vervolgt Frederickx, ‘en ook op de verhoging van de kinderbijslag. En daar gaat het om belangrijke sommen. Het klopt wel dat wie een baan aanneemt soms geen recht meer heeft op de andere sociale correcties, maar die hebben uiteindelijk niet zo veel invloed op het huishoudbudget.’
Frederickx merkt daarbij op dat de sociale correcties in Vlaanderen heel versnipperd worden toegekend: ‘Ze zitten verspreid over verschillende instanties, die ook allemaal andere voorwaarden hanteren. De administratie die je soms moet doorploegen om de correcties te krijgen waar je recht op hebt, is enorm. Het is kortom een kluwen, wat veel mensen afschrikt. We moeten ons toch eens afvragen of dat allemaal wel efficiënt georganiseerd is.’
Huurpremie
Behalve die fundamentele bemerking heeft Frederickx nog een aantal suggesties: ‘De sociale bijstand en de minimumwerkloosheidsuitkering zouden moeten worden opgetrokken, zodat die mensen op een menswaardige manier kunnen leven. Om de kloof tussen werken en niet-werken dan niet te verkleinen én een inkomen uit arbeid voor iedereen menswaardig te maken, zouden ook de minimumlonen moeten stijgen. Dat is een opdracht voor de federale regering.’
‘De Vlaamse regering moet dringend het aanbod van sociale huurwoningen verhogen, want daarmee bereik je het grootste effect. Als gezinnen op een wachtlijst komen omdat er niet voldoende sociale huurwoningen zijn, zouden ze onmiddellijk een huurpremie moeten krijgen. En als het kindergeld een instrument is om kinderarmoede te bestrijden, dan moet dat voor de gezinnen met een laag inkomen worden opgetrokken. Want nu zijn die bedragen ontoereikend om de minimale kosten van kinderen te dekken. Ik besef dat dit van de regeringen een serieuze financiële inspanning vergt, maar het is een kwestie van beleidskeuzes, zodat in een welvarend land iedereen menswaardig kan leven.’