Vanuit het parlement probeert Groen-Kamerlid Kristof Calvo de partijfinanciering te hervormen. ‘Over dierenwelzijn wordt meer Facebook-reclame gemaakt dan wetgeving.’
Ruim 130.000 euro. Zoveel gaf Groen tijdens de eerste zes maanden van 2022 uit aan reclame op Instagram en Facebook. Daarmee zit de partij niet in de kop van het peloton met N-VA, Vlaams Belang en PVDA, maar scoort ze wel een pak hoger dan de Franstalige partijen. Zo gaf zusterpartij Ecolo slechts een zesde van dat bedrag uit.
Groen-Kamerlid Kristof Calvo ontkent niet dat zijn partij mee in de opwaartse spiraal zit die alle Belgische partijen samen richting een kleine 5 miljoen euro aan Facebook-advertenties per jaar stuwt, zoals blijkt uit onderzoek van de organisatie AdLens. ‘Er zijn partijen die veel uitgeven, en er zijn partijen die heel, heel, heel veel uitgeven. Zonder nieuwe spelregels gaat die evolutie de partijen verplichten om steeds meer te spenderen.’
Hoewel politiek bestaat uit een ideeënstrijd, zegt Calvo, is er van ideeën nog maar weinig sprake. ‘Dit is een opbod met belastinggeld, de subsidiëring van slogans. Bovendien kan een euro maar een keer uitgegeven worden. In plaats van te investeren in reflectie, betalen we voor reflexen. Over dierenwelzijn wordt meer Facebook-reclame gemaakt dan wetgeving.’
Vandaar de spelregels. Groen wil dat partijen jaarlijks maximaal 1 miljoen euro mogen uitgeven aan reclame – zowel gedrukt als digitaal. Die som is niet helemaal lukraak gekozen, Groen zit vandaag al ongeveer aan die limiet.
Ook Vooruit uit zich deze week in Knack als voorstander van een plafond op digitale uitgaven.
‘Een plafond op online reclame lag op tafel van de Vivaldi-regeringsonderhandelingen, maar is gesneuveld door protest van de MR’, zegt Calvo. ‘Voorzitter Georges-Louis Bouchez vroeg zich af waarom we wel online zouden reguleren, maar niet offline. Dat is eigenlijk een groen argument van Bouchez, dus moet je er oren naar hebben.’
Vastgoedimperium
Groen wil ook de partijfinanciering an sich hervormen. Calvo verwijst naar de bijbel van elke regering: het regeerakkoord. ‘De hervorming van de partijfinanciering staat daarin, maar het is trekken en sleuren.’
Verschillende voorstellen die in de Kamer circuleren worden nu door experten onder de loep genomen. Na het zomerreces moet dat een rapport opleveren. Dat zou een belangrijk momentum moeten vormen, vindt Calvo.
Zo stelt hij voor om bijvoorbeeld een aparte financiering te voorzien voor de partijstudiediensten. ‘Publiek geld dient niet om een vastgoedimperium uit te bouwen, of voor het subsidiëren van Facebook.’
Dat vooral enkelingen als Calvo legislatief werk afleveren is wellicht geen goed teken. Voorlopig is er geen bewijs van een onderbouwd, door de volledige Vivaldi-meerderheid gedragen voorstel. Grote oppositiepartijen als N-VA en Vlaams Belang zien in het groene opzet dan weer een manier om hun financiële macht te kraken. Niet toevallig, nu ‘traditionele partijen’ en Groen kleine partijen zijn geworden. Ze zwaaien ook met hun eigen voorstellen om de partijdotaties te verminderen, die in het verleden herhaaldelijk werden weggestemd.
Tegelijk zijn de minder grote partijen bevreesd om via een dure hervorming zichzelf het leven moeilijker te maken. En dat in de context van slechte peilingen en existentiële crisissen. ‘Het is een understatement’, zegt Calvo, ‘maar niet iedereen is even enthousiast om te hervormen. Het is moeilijk kerst te bespreken met de kalkoen.’
Daarnaast is 2024, het voorziene einde van de legislatuur en verkiezingsjaar, politiek gezien niet ver weg. De kans op verlamming stijgt met de dag. ‘Maar je kan de Belgische politiek niet veranderen als je de partijfinanciering niet hervormt.’