Kloof tussen arm en rijk is kleiner geworden in België: ‘Sterk sociaal beleid werkt’
De kloof tussen arm en rijk in België is de afgelopen jaren kleiner geworden, dat ondanks de recente corona- en energiecrisis. Dat blijkt woensdag uit een studie van Wim Van Lancker (KU Leuven). “De cijfers tonen dat sociaal beleid werkt. Werk alleen volstaat dus niet om uit de armoede te raken”, zegt Van Lancker. Het rapport roept politici dan ook op om het sociale beleid niet af te bouwen.
Het rapport, ‘De lage middenklasse in België’, kwam er op vraag van de progressieve denktank Minerva en Decenniumdoelen (DCD), een platform van armoedeorganisaties, vakbonden, ziekenfondsen en het Vlaamse middenveld. De studie gaat over de periode 2018-2022. Eerder werd gekeken naar de periode 1985-2016.
‘Toen zagen we dat de armoede in ons land toenam’, aldus Van Lancker. ‘De ‘kernmiddenklasse’ nam af, terwijl de uitersten aangroeiden. Maar de afgelopen vier jaar is er een duidelijke trendbreuk met de polarisatie die eerder aan de gang was.’ Zo leefde in 2017 16,4 procent van de Belgen in armoede. In 2022 ging het nog om 12,3 procent. De lage middenklasse is sterk toegenomen, net zoals de kernmiddenklasse. ‘Dit wijst op convergentie, de inkomens groeien naar elkaar toe’, aldus de onderzoeker.
België scoort met een daling van 2,5 procentpunt de afgelopen vier jaar bij de beste van Europa. In landen als Finland, Frankrijk en Nederland stijgen de armoedecijfers dan weer. ‘De levensstandaard is er hier op vooruitgegaan. Minder gezinnen zitten in materiële deprivatie: minder mensen geven aan dat ze niet jaarlijks op vakantie kunnen of dat ze de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen’, klinkt het.
De verklaring voor het significante dalende armoedecijfer moet volgens Lancker gezocht worden bij onze sociale zekerheid. ‘Tewerkstelling alleen haalt mensen niet uit de armoede. De relatie tussen werk en armoede is complexer dan wordt aangenomen, het is niet één op één.’
De studie toont dat overheidsmaatregelen zoals de verhoging van de minimumpensioenen en -uitkeringen de herverdeling hebben bevorderd. Het vorige rapport toonde aan de sociale zekerheid toen minder herverdelend werkte als nu. De afgelopen jaren was er meer opwaartse mobiliteit én minder neerwaartse mobiliteit. Dat betekent dat meer mensen erin slagen om de treden van de inkomensladder te beklimmen terwijl minder landgenoten op diezelfde ladder zakken.
Dit betekent echter niet dat het aandeel mensen in de hogere inkomensgroep erop is achteruitgegaan. Die groep is stabiel gebleven. Bovendien is de kans om uit de armoede omhoog te klimmen groter bij gezinnen die het inkomen uit arbeid combineren met een vorm van bescherming uit sociale zekerheid op gezinsniveau. Het is dus een en-enverhaal: verhogingen van de minima in de sociale zekerheid ondersteunen het tewerkstellingsbeleid.
Toch mag dit rapport niet enkel leiden tot hoerageroep, waarschuwen de initiatiefnemers. ‘De duurzaamheid van deze trend hangt af van politieke keuzes’, zegt Jos Gheysels, voorzitter van DCD. ‘Laat ons bovendien onthouden dat wanneer we de mensen in armoede en de lagere middenklasse optellen, we aan een derde van de Belgen komen die het lastig hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, en dat in een globaal rijk land.’ Het is daarom nodig dat de overheid niet snoeit in het sociaal beleid, aldus Gheysels.
In een boodschap aan de federale formateur, Bart De Wever (N-VA), vragen DCD en Minerva om de trend van dalende armoede voort te zetten. ‘Speel niet met goedklinkende maatregelen die de armoede zullen verdiepen, zoals de verdere afbouw van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd’, aldus Gheysels.
Maar ook op Vlaams niveau is er werk aan de winkel. Bijvoorbeeld op het vlak van wonen. ‘Daar hebben we een echt Marshallplan nodig’, zegt Matthias Somers, medewerker van Minerva. ‘De inkomenskloof is kleiner, maar we zien wel een sterke woonkloof. België is vandaag een land van twee snelheden, met huurders en eigenaars’, zegt hij. Zo is ondanks het feit dat er minder mensen in de armoede zitten, het aantal woningeigenaars niet gestegen.
Minder mensen onderaan de ladder kunnen zich dus een woning veroorloven. “Tegelijkertijd worden ze op de private huurmarkt gedwongen om meer te betalen dan ze eigenlijk kunnen, waardoor ze niet kunnen sparen en opnieuw kopje-onder worden geduwd”, aldus Somers. Maak werk van een sterker sociaalwoonbeleid, klinkt de oproep aan de Vlaamse formateur Matthias Diependaele (N-VA), ontslagnemend minister van Wonen.