Klimaat? ‘Alleen de bedrijfswereld is in staat om met echte oplossingen te komen’
Alle alarmerende berichten van klimaatwetenschappers ten spijt staat het klimaatthema nog altijd niet bovenaan op de politieke agenda. Waar loopt het mis? En mogen we nog hopen op een oplossing? De klimaatbeweging zoekt koortsachtig naar een nieuwe strategie.
In een recente TED-lezing vertelt de invloedrijke Canadese klimaatwetenschapper en politologe Katharine Hayhoe hoe ze een gastcollege gaf aan de Texas Tech University van Lubbock, een van meest conservatieve steden van Amerika. Haar exposé over koolstofuitstoot door de eeuwen heen zorgde daar vooral voor onverschilligheid. Toen Hayhoe aan het eind van haar lezing vroeg of er nog vragen waren, ging slechts één hand de hoogte in.
De vraag?
‘You are a Democrat, aren’t you?’
Hayhoe vertelt de anekdote om te illustreren hoe het op zich al zeer ingewikkelde klimaatprobleem alleen maar ingewikkelder is geworden. Enkel en alleen het benoemen van het probleem dreigt ‘een mening uit het linkse kamp’ te worden, in plaats van een op wetenschap gebaseerde vaststelling. Pogingen om klimaatsceptici te overtuigen, vertelt Hayhoe, scherpen de scepsis alleen maar aan. Het hoeft geen verder betoog dat deze ontwikkeling de (onvermijdelijk wél politieke) aanpak van het probleem niet bespoedigt.
Ecologische thema’s zijn perfect te rijmen met een burgerlijke, eerder conservatieve visie.
Of de klimaatkwestie in Vlaanderen even gepolariseerd is als in Amerika? Nee, wellicht niet. Toch lijkt het alsof het vraagstuk ook in onze regio met het ideologische en/of identitaire verstrengeld is geraakt. Een sprekend voorbeeld was de herhaalde kritiek op het burgerinitiatief Sign for My Future in de aanloop naar de verkiezingen. Hoewel de initiatiefnemers er alles aan deden om uit politiek of ideologisch vaarwater te blijven, klonk er luid protest uit rechts-nationalistische hoek. Sign for My Future, zo luidde de redenering, is een objectieve bondgenoot van Groen. Dat de beweging de steun kreeg van de VRT en ook in volle campagne nog van zich liet horen, was volgens sommigen niets minder dan een aanfluiting van de democratie. Ook politoloog Bart Maddens (KU Leuven) dacht er zo over. In de krant De Tijd publiceerde hij net voor de verkiezingen van 26 mei een column waarin hij de acties van het burgerinitiatief om die reden ‘problematisch’ noemde. Zelfs ‘een juridisch staartje’ sloot hij niet uit. Tegelijk waren er volgens Maddens geen redenen om zich écht zorgen te maken. ‘Ik denk dat je de impact van alle mediageweld rond het klimaat niet moet overschatten’, schreef hij. ‘De kiezer haalt de schouders op en denkt er het zijne van. Gelukkig maar.’
Vandaag klinken Maddens woorden bijna profetisch. Sterker nog. Het lijkt wel alsof de Vlaming zich op 26 mei uitsprak tégen dringende en dwingende klimaatmaatregelen. De grote winnaar was het Vlaams Belang, een partij die openlijk twijfels uit bij het effect van CO2-reductie op de klimaatopwarming. Groen, de partij die het thema het meest nadrukkelijk op de agenda zette, werd wakker met een kater waarvan ze nog altijd aan het bekomen is. Dat ‘signaal van de kiezer’ lijkt zich – niet helemaal onlogisch – straks ook te gaan vertalen in beleid. Zie de startnota van Bart De Wever (N-VA), die allesbehalve ambitieus klinkt als het gaat over klimaat. De essentie lijkt bij dit alles verworden tot een detail.
Het klimaat trekt zich volgens de laatste berichten niets van het signaal van de Vlaamse kiezer aan, en warmt gestaag verder op.
Woud
Kunnen we de hoop op een doortastend klimaatbeleid maar beter opbergen? Filosoof en hoogleraar bedrijfsethiek Luc Van Liedekerke (Universiteit Antwerpen en KU Leuven) is niet helemaal pessimistisch. ‘Als je alleen kijkt naar de Vlaamse of de Amerikaanse situatie, is pessimisme gewettigd. Maar ik kijk ook naar wat er in Duitsland gebeurt. Daar is echt iets aan het bewegen. Het probleem is dat ecologische of klimaatthema’s dikwijls in het links/rechts-frame worden geduwd, waardoor ze in identitair vaarwater terechtkomen. Ik zou eerlijk gezegd niet weten hoe je die thema’s daar weer uitgetrokken krijgt, maar ik betreur het wel. Watertekort, luchtvervuiling, files en klimaatopwarming zijn geen linkse maar objectieve problemen. Ik merk dat men bijvoorbeeld in Duitsland veel minder last heeft van dat ideologische frame. Toppolitici van de Duitse groene partij zijn dikwijls wat oudere, welgestelde mannen in pakken. Dat zijn mensen die in Vlaanderen eerder bij de N-VA zouden uitkomen, terwijl ze in Duitsland in de deelstaatregering zitten voor de groene partij. Op zich is dat ook helemaal niet opmerkelijk. Ecologische thema’s zijn perfect te rijmen met een burgerlijke, eerder conservatieve visie. Ik sluit ook niet uit dat in Duitsland de cultus van het woud nog altijd een rol speelt. Die cultus van het ongerepte Wald vindt zijn oorsprong in de Duitse romantiek, en maakt vandaag nog altijd deel uit van de Duitse identiteit.’
Watertekort, luchtvervuiling, files en klimaatopwarming zijn geen linkse maar objectieve problemen.
Conservatief en gematigd, maar tegelijk een onverschrokken voortrekker als het gaat over ecologie en klimaat: Winfried Kretschmann, minister-president van deelstaat Baden-Württemberg, bewijst dat je in Duitsland met die combinatie eclatante verkiezingsoverwinningen kunt boeken. Volgens de meest recente peiling zou dat in Vlaanderen moeilijker liggen. Of misschien beter gezegd: is het niet geprobeerd. Volgens Pieter Leroy, emeritus hoogleraar milieubeleid (Radboud Universiteit Nijmegen), heeft de leidende politiek klasse in Vlaanderen de voorbije decennia systematisch op de rem geduwd. ‘De opeenvolgende regeringen hebben het vertikt om het draagvlak te vergroten’, zegt Leroy. ‘Sinds 2004 zie ik een complete desinvestering op het vlak van milieu en klimaat. Dat geldt zowel voor wetgeving als voor bewustmaking en mobilisatie. Het is eens zo opmerkelijk als je ziet dat de politiek wél impliciet en expliciet haar steun verleent aan andere civilsociety-initiatieven, zoals Kom op tegen Kanker. Dat heeft nooit tot polarisatie geleid.’
Luc Van Liedekerke denkt daar niet fundamenteel anders over. ‘Het is en blijft een vreemde zaak dat bijvoorbeeld een actie als Curieuzeneuzen, die luchtkwaliteit meet, een politieke kleur zou hebben. Ik neem aan dat álle politieke kleuren graag in een straat wonen met goeie luchtkwaliteit.’
Nieuwe strategie
Pieter Leroy had de afgelopen maanden geregeld contact met mensen uit de klimaatbeweging, ook in Vlaanderen. ‘Die organisaties zitten met een strategisch probleem’, zegt hij. ‘Ze hebben grote manifestaties georganiseerd, met een goede mobilisatie. Ze hebben er zo mee voor gezorgd dat het thema breed gecoverd werd door de media. Maar vandaag moeten ze vaststellen dat de impact op de politieke agenda ongeveer nul is. In Nederland heeft de Stichting Urgenda een zaak aangespannen tegen de staat. Die gaan ze wellicht ook in beroep winnen, dus dat kan een uitweg zijn om de Nederlandse regering alsnog onder druk te zetten. Maar in Vlaanderen hebben we nog niet zo’n pressiemechanisme, dus rijst de vraag: wat te doen? Ik heb die vraag de afgelopen maanden met verschillende mensen besproken. Mensen uit de klimaatbeweging, maar ook uit de politiek. Ik heb telkens voorgesteld om het klimaatvraagstuk niet te reduceren tot een probleem van CO2-reductie. Je moet het tegelijkertijd behandelen als een innovatie- én als een rechtvaardigheidsvraagstuk. Die benadering is veel breder, en biedt op strategisch vlak de mogelijkheid om ook steun te vinden bij de SP.A, sommige strekkingen binnen de CD&V en het bedrijfsleven.’
De zoektocht naar een uitweg uit de impasse is alvast bij de milieubeweging al begonnen. ‘Wij zijn de strategie van de milieubeweging volop aan het herdenken’, vertelt Mathias Bienstman, beleidscoördinator van de Bond Beter Leefmilieu. Een koerswijziging is volgens Bienstman noodzakelijk omdat er, zoals hij het noemt, ‘een nieuwe kaper op de kust’ is verschenen. ‘Radicaal-rechts speelt het identitaire uit om klimaatbeleid af te remmen. Een vergroening van de fiscaliteit, maar ook elke oproep tot gedragswijziging, zal radicaal-rechts framen als een aanval op de Vlaamse identiteit. Het is op die situatie dat we als milieubeweging een antwoord zoeken.’
In Shanghai rijdt vandaag geen enkele diesel meer. In één klap waren alle diesels weg, en nergens hoorde je gemopper.
Concreet denkt Bienstman aan oplossingen die, behalve op het door Pieter Leroy genoemde rechtvaardigheidsvraagstuk, ook inspelen op gemeenschapsvorming. ‘Ik denk aan lokale energieproductie, of groen-blauwe netwerken. Vanuit wijken en buurtgroepen kunnen dat soort oplossingen dienst doen als motoren van lokale gemeenschaps- en identiteitsvorming. Tegelijk zullen we als milieubeweging meer de belangen van de voorlopers moeten verdedigen, en sterker inzetten op sociale rechtvaardigheid. Je zult aan de milieubeweging iets hebben in je dagelijkse leven. We willen er ook zijn om jouw woonkosten te verlagen, of om de levenskwaliteit in je wijk te verbeteren.’
Mobiscore
Bienstman wijst hiermee, net als Leroy, impliciet op een ander belangrijk punt. Het klimaatprobleem mag dan wel een objectief probleem zijn, zodra het over concrete oplossingen gaat, wordt het uiteraard wél een politieke kwestie. Een bijzonder moeilijke, bovendien. Valt er uit de moeizame pogingen uit het verleden iets te leren?
Gevraagd naar oplossingen voor het klimaatprobleem die hun deugdzaamheid hebben bewezen, verwijst Luc Van Liedekerke naar de EPC-score, een uit een Europese richtlijn voortgevloeid instrument dat de energie-efficiëntie van een woning bepaalt. ‘Dat systeem speelt een rol in de huizenmarkt, drijft het handelen van mensen en heeft dus duidelijk impact. Het werkt, in de eerste plaats omdat het niet gecontesteerd is. En het is niet gecontesteerd omdat het duidelijk meetbaar is.’
Maar dergelijke heldere oplossingen zijn, als het over milieu en klimaat gaat, eerder uitzondering dan regel. ‘Neem de Mobiscore. Al op de dag van de lancering werden er in dat systeem gaten geschoten en was de credibiliteit bij de bevolking volledig weg’, zegt Van Liedekerke. ‘Ongetwijfeld was dat systeem niet voldoende doordacht voor het werd gelanceerd. Maar de commotie heeft ook te maken met de complexiteit van het probleem. De bereikbaarheid ten opzichte van belangrijke voorzieningen is, anders dan de energiezuinigheid van een huis, geen ondubbelzinnig gegeven. Wat juist is vanuit het ene perspectief, kan helemaal fout zijn vanuit een ander perspectief. Hetzelfde probleem doet zich voor bij de betonstop. Voor een lid van Natuurpunt is dat een 100 procent correcte maatregel. Maar het perspectief is heel anders als je projectontwikkelaar bent. Specifiek voor het klimaatprobleem komt daar nog een moeilijkheid bovenop. De ernst van dat probleem vergt directe maatregelen, maar het resultaat daarvan zullen we pas over decennia zien. Een breed draagvlak vinden wordt daardoor extra moeilijk. Tenzij je natuurlijk geen draagvlak nodig hebt om een ingrijpende maatregel in te voeren. In Shanghai rijdt vandaag geen enkele diesel meer. In één klap waren alle diesels weg, en nergens hoorde je gemopper. Dat kan natuurlijk alleen in landen met een autocratische traditie.’
In een democratische setting, zegt Van Liedekerke, zit er weinig anders op dan te zoeken naar een politiek draagvlak. Zo is het bijvoorbeeld gegaan met het rookverbod in de horeca. ‘Dat kon pas worden ingevoerd na een decennialange sensibilisering, en minstens een tiental edities van Kom op tegen Kanker. Uiteraard was er nog een minderheid die tegenstribbelde. Maar het pad was geëffend. De regering kon het zich veroorloven om die boze minderheid te negeren. In de jaren zeventig was zo’n verbod er nooit doorgekomen.’
Giganten als Amazon, Airbnb of Uber hebben tot dusver weinig tot geen signalen van zelfbeheersing uitgezonden.
Het brengt ons bij de problemen die hier al eerder zijn aangekaart. ‘Er is in Vlaanderen geen politieke cultuur die het draagvlak voor ecologische of klimaatmaatregelen helpt vergroten’, zegt Van Liedekerke. ‘Van 1999 tot 2004 hebben we een paars-groene Vlaamse regering gehad, met Vera Dua (Agalev/Groen!) op Leefmilieu en Landbouw. Toen de boeren in opstand kwamen, gingen sommige VLD’ers mee betogen, tegen het beleid van hun eigen regering. Met zulke vrienden heb je natuurlijk geen vijanden meer nodig. Iets vergelijkbaars zie je vandaag met Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck. Hij is op geen enkele manier door de regering gesteund. Natuurlijk heeft Leo zijn eigen stijl. Maar eerdere, meer klassiek-planologische manieren van aanpak hebben evenmin gewerkt.’
Ozonlaag
Tijd voor wat positief nieuws. Vorige week nog was er het bericht dat het gat in de ozonlaag langzaam maar zeker weer dichtgroeit. Het probleem waarvan ecologisten en wetenschappers tijdens de jaren tachtig nog wakker lagen, zal volgens de algemene verwachtingen binnen afzienbare tijd opgelost zijn. ‘Een klein mirakel’, noemt Van Liedekerke dat. ‘Want net als de opwarming van de aarde was dat een probleem waarvan de dramatische gevolgen zich pas decennia later zouden laten gevoelen.’ Dat het niet zover is kunnen komen, heeft alles te maken met het Protocol van Montréal, ondertekend in 1987, en misschien wel het bekendste voorbeeld van effectief milieubeleid. ‘Dat protocol was een vrijwillige overeenkomst tussen staten, ngo’s en bedrijven’, legt Van Liedekerke uit. ‘Het kon pas tot stand kon komen nadat DuPont, de chemiereus die de grootste producent was van de schadelijke cfk’s, zijn strategie compleet had omgegooid. In plaats van het probleem te blijven minimaliseren, heeft DuPont een alternatief voor cfk’s gezocht en gevonden en het protocol mee ondertekend. De ngo’s werden zo een partner in de strijd. De kleinere spelers waren verplicht om DuPont te volgen.’
Ook Pieter Leroy noemt dat Protocol een voorbeeld van geslaagd internationaal milieubeleid. Wel stipt hij aan dat er een wezenlijk verschil is met het klimaatprobleem. ‘De oorzaak van de aantasting van de ozonlaag zijn koolwaterstoffen (kws), waarvan koolfluorwaterstoffen (cfk’s) de bekendste zijn. Die stoffen werden vooral voor koelinstallaties gebruikt. Het CO2-probleem is veel omvattender. Terwijl u en ik praten, stoten we CO2 uit. Het komt bij zo goed als alle processen vrij, en het is niet makkelijk te vervangen door een alternatief. Dat maakt van de opwarming van het klimaat een veel complexer probleem dan het gat in de ozonlaag.’
Lange termijn
Toch is het Protocol van Montréal een leerrijke case. Zoals professor Van Liedekerke eerder benadrukte: het had zo’n groot effect omdat een chemiereus mee vooropliep. Van Liedekerke is ervan overtuigd dat industrie en bedrijfsleven die rol ook kunnen en zullen spelen bij de klimaattransitie. ‘De meeste bedrijven staan op dit vlak veel verder dan de politiek’, zegt hij. ‘De top van grote bedrijven denkt in een andere tijdsdimensie dan politici. Als je aan het hoofd staat van BASF denk je niet alleen aan de volgende kwartaalcijfers, maar ook aan de volgende decennia. Als je een nieuwe fabriek neerpoot, doe je dat met het idee dat ze minstens dertig jaar operationeel moet zijn. Hetzelfde geldt voor de producten die ze op de markt brengen. Grote bedrijven houden daarbij in de regel rekening met de problemen die zich in de verdere toekomst zullen voordoen. Ze weten dat die problemen nieuwe reguleringen met zich mee zullen brengen. Door die nu al in te calculeren, verkleinen ze hun legale risico. Een bedrijf zonder langetermijnvisie geeft zijn ingenieurs domme opdrachten, en is gedoemd om te verdwijnen. Ik merk ook dat steeds meer spelers in de industrie het klimaatprobleem als een opportuniteit beginnen te zien. Dat is trouwens ook de strategie van de Europese Commissie, die het probleem meer en meer voorstelt als een investeringsdossier. Terecht, want de hele publieke infrastructuur en mobiliteit zullen de komende decennia moeten worden aangepast. Dat vergt enorme investeringen, en dus kansen om winst te maken.’
Een bedrijf zonder langetermijnvisie geeft zijn ingenieurs domme opdrachten, en is gedoemd om te verdwijnen.
Net als Van Liedekerke verwacht ook Leroy meer heil van het bedrijfsleven dan van de politiek. ‘Ik spreek weleens met mensen van het staalbedrijf Arcelor Mittal. Zij zijn zich zeer goed bewust van het probleem, en denken inderdaad veel meer op de lange termijn dan de meeste politici. Onlangs las ik een persbericht van de ceo van de vliegmaatschappij TUI. Daarin stond dat hij op termijn overwoog om alle binnen-Europese vluchten te schrappen, en te vervangen door bussen en treinen. Dat zijn belangrijke signalen. Ik zou willen dat nog veel meer grote bedrijven zulke signalen uitzenden. Tegelijk moet je altijd voorzichtig zijn voor allerhande vormen van greenwashing. En laten we toch ook niet vergeten dat giganten als Amazon, Airbnb of Uber tot dusver weinig tot geen signalen van zelfbeheersing hebben uitgezonden. Die bedrijven zijn hyperkapitalisten met een shareholders-model, en opereren fundamenteel anders dan bedrijven met het Rijnlandse stakeholders-model. Ook daarom kán het haast niet anders dan dat Europa voorop gaat lopen in de economische zelfbeheersing, ten gunste van milieu en klimaat.’
Rare vogels
Enig wantrouwen tegenover multinationals lijkt sowieso gewettigd. Wat bijvoorbeeld te denken van Dieselgate, een schandaal dat duidelijk maakte dat maatschappelijk verantwoord ondernemen ook voor de grootste multinationals nog altijd geen evidentie is. Van Liedekerke: ‘Dat schandaal is ontstaan door een grijze zone die de overheid had laten bestaan, een zone die door zo goed als alle constructeurs maximaal is misbruikt. Vanaf 2004 werden ingenieurs ingezet om die bedrieglijke software te ontwikkelen. Wat de constructeurs niet zagen, was dat de maatschappelijke normen op dat ogenblik razendsnel aan het veranderen waren. De tolerantie tegenover uitstoot werd in snel tempo kleiner. Het resultaat was een tikkende tijdbom, die in 2015 bijzonder krachtig is ontploft. Dieselgate laat zien dat multinationals zeker geen heiligen zijn. Net als individuen denken ze vanuit eigenbelang, en net als individuen hebben ze de neiging om vals te spelen. Maar het is wel bijzonder interessant om te zien wat er sinds 2015 is gebeurd. Als Volkswagen die ramp te boven wilde komen, moest het het roer compleet omgooien. Dat heeft het ook gedaan. Het heeft de top vervangen, en de ambitie geformuleerd om marktleider te worden in elektrische auto’s. Al zijn investeringsplannen heeft het plots daarop gericht. De investeringen in nieuwe dieselmotoren zijn geschrapt, en verschoven naar de ontwikkeling van elektrische voertuigen. Dat betekent dat investeringen van miljarden euro’s werden geschrapt. Men onderschat hoe disruptief Dieselgate is geweest.’
Maar of die disruptie ons voor de klimaatcatastrofe zal behoeden? ‘Ik geloof niet dat elektrische wagens de fundamentele oplossing zijn voor het probleem’, zegt Van Liedekerke. ‘Ten gronde zijn ze hoogstens een verschuiving van het probleem. De echte oplossing is: minder auto’s, en andere vormen van mobiliteit. Dan denk ik bijvoorbeeld aan alle vormen van deelmobiliteit. Dat beseft men trouwens ook in de industrie. Om een opmerkelijk voorbeeld te noemen: BMW en Mercedes, dé aartsvijanden, hebben sámen een onlineplatform voor gedeelde mobiliteit opgericht. Die samenwerking is er alleen maar kunnen komen omdat ze hebben gezien dat ze op langere termijn zal lonen. Zo’n langetermijnvisie zie ik niet in de politiek. Ik acht alleen de bedrijfswereld in staat om met echte oplossingen te komen. Al zullen ze, als ik naar mijn collega’s klimaatwetenschapper luister, wel heel erg snel moeten komen. Als ze al niet te laat zijn.’
Ik geloof niet dat elektrische wagens de fundamentele oplossing zijn voor het probleem.
Eén betrokkene is in dit verhaal nog buiten schot gebleven. Ligt de basis van het probleem niet vooral bij onszelf, het individu? Ligt dé oplossing niet vooral in de gedragsverandering van elk van ons allen?
‘Het heeft nog altijd zin om mensen te sensibiliseren en aan te zetten tot gedragsverandering’, vindt Pieter Leroy. ‘Maar je kunt niet van iemand verwachten dat hij 250 euro betaalt voor een ticket naar Barcelona als hij voor een tiende van de prijs kan vliegen. Ik kijk met veel belangstelling naar wat Frans Timmermans, de nieuwe Europese klimaatchef, de komende jaren zal doen. Ik zou in eerste instantie willen dat Europa de drieprocentnorm loslaat, zodat alle landen de ruimte krijgen en zelfs verplicht zullen worden om te investeren in collectieve infrastructuur. Het moet gaat om een heel pakket van maatregelen, die zich niet beperken tot de reductie van CO2 maar ook innovatief en herverdelend werken. Ik hoop dat Europa nog veel meer het voortouw zal nemen, maar helemaal gerust ben ik er niet op. Europa, dat blijft 28 – en straks 27 – lidstaten die beslissen. In een steeds groter aantal Europese landen zie ik rare vogels in leidersposities. Met die rare vogels bedoel ik mensen die veel meer belang hechten aan identiteitspolitiek dan aan een rechtvaardig klimaatbeleid. Ik hoop dat het Timmermans lukt om de vleugels van die vogels te knippen. Maar een sinecure zal het in geen geval zijn.’
Klimaatwetenschapper Katharine Hayhoe is op 8 oktober te gast in The International Trade Union House in Brussel. Ze zal er een lezing geven over barrières en oplossingen voor het klimaatbeleid. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier