Justitieminister Vincent Van Quickenborne: ‘De straffen voor seksueel geweld zijn te licht’
Zal Vincent Van Quickenborne (Open VLD) slagen waar zo veel van zijn voorgangers faalden? Kan hij justitie moderniseren, sneller en efficiënter laten werken? De lefgozer uit Kortrijk twijfelt geen moment.
‘Weet je wat deze job zo interessant maakt? Elke dag kan er iets lukken of mislukken. Geen enkele werkdag is helemaal voorspelbaar.’ Vincent Van Quickenborne staat grijnzend in zijn kantoor op de zesde verdieping van de Financietoren in Brussel. En zoals de komende twee dagen zal blijken, heeft hij bijna constant een travel mug in de hand, de hedendaagse versie van de thermos. Die wordt geregeld bijgevuld met verse gemberthee. ‘Ik ben gestopt met alcohol tijdens de week. Gemberthee geeft me energie.’
Van Quickenborne is nog geen 48, en toch is hij al een ancien in de politiek. Sommigen noemen hem een opportunist en een tafelspringer. Anderen verwijten hem een mateloze ambitie en arrogantie. Lef heeft hij zeker. Zo presteerde hij het om als eerstejaarsstudent rechten aan de KU Leuven de avond voor zijn examen ‘beginselen van het recht’ te bellen naar professor Paul Van Orshoven. Hij wilde uitleg bij enkele moeilijke passages in de cursus. Omdat Van Quickenborne bleef doorvragen, beëindigde Van Orshoven het gesprek, ook omdat hij vreesde zo zijn examenvragen te onthullen. Van Quickenborne lacht wanneer we hem daaraan herinneren. ‘Ik had dat jaar wel grote onderscheiding, en Van Orshoven was mijn beste prof ooit.’
Geens wilde het hele strafwetboek moderniseren. Dat duurt te lang. Ik wil stap voor stap gaan met heel tastbare voorbeelden.
Hij is ondertussen aangekomen bij het federaal parket, vlak naast het uitgewoonde Justitiepaleis in Brussel. Federaal procureur Frédéric Van Leeuw, die constant beschermd wordt door twee bodyguards, is blij met de komst van ‘zijn’ minister. Hij moet dringend enkele lopende dossiers met hem bespreken. Het federaal parket is bekend om zijn strijd tegen zware criminaliteit en terreur. Van Quickenborne stelt hem meteen gerust. ‘Uw dienst is het neusje van de zalm binnen Justitie. (Tegen Knack:) De meeste Belgen weten het niet, maar ons land is in Europa koploper in de strijd tegen moslimextremisme. Het federaal parket slaagde erin om de voorbije vijf jaar 464 verdachten te dagvaarden. De rechtbank heeft die verdachten intussen veroordeeld voor terreurmisdrijven.’
De minister bespreekt samen met Frédéric Van Leeuw en zijn procureurs enkele concrete dossiers en operaties die op til zijn. ‘Ik mag daar niet te veel over zeggen, want dat is zeer confidentieel.’ Het valt Van Quickenborne wel op hoever ze opgeschoten zijn in de zaak van het logistiek bedrijf Jost International. Dat is met ongeveer 1400 trucks een van de grootste transportbedrijven van het land en het wordt verdacht van grootschalige sociale fraude en mensenhandel. ‘Dat het federaal parket zich daarmee bezighoudt, is een signaal dat wij ook deze vorm van criminaliteit zéér ernstig nemen.’ Het federaal parket is ook nog altijd actief in het dossier van enkele scheutisten die vermoord werden in Guatemala. ‘En er wordt op grote schaal antiek uit Syrië naar Brussel gesmokkeld om hier te verkopen. Ons land is daar een draaischijf in.’
Over zijn eigen rol zegt hij tegen de procureurs dat hij niet de minister is die zal tussenbeide komen in hun werk. ‘Populisme begint waar de tweede en de derde macht zich te veel met elkaar inlaten en elkaar onvoldoende respecteren.’
Prik voor gevangenen
Van Quickenborne zat mee aan tafel tijdens de regeringsonderhandelingen. Vrij snel was duidelijk dat zijn partij een van de twee veiligheidsdepartementen, Binnenlandse Zaken of Justitie, zou binnenhalen. ‘Ik weet dat Justitie geen makkelijk departement is, maar toen we beslisten om het budget ervoor substantieel te verhogen, wilde ik ervoor gaan. Ik ga niet voor een grote schok, of voor megaprojecten zoals het compleet herschrijven van wetboeken. Ik wil stap voor stap gaan en niet alles van bovenaf opleggen aan de magistraten. Het moet van onderuit komen.’ De korpsen van magistraten en rechters hebben nochtans niet de beste reputatie. Buitenstaanders zeggen dat ze bang zijn voor verandering en verkiezen om alles bij het oude te laten: ‘Geef ons geld en laat ons met rust’ – die mentaliteit. Van Quickenborne: ‘Ik ken die verhalen, maar ik heb toch al het een en ander op mijn palmares. Bij het departement Pensioenen ben ik begonnen met de hervormingen. Het departement Financiën is het voorbeeld: dat had een even slechte reputatie als Justitie, maar is nu een modeladministratie.’
Veel ex-ministers van Justitie zeggen dat die job de moeilijkste is in de Wetstraat. Vooral omdat je elke dag in een crisis kunt verzeilen. Een gevaarlijke gevangene die ontsnapt. Een terroristische aanslag. Een jonge vrouw zoals Julie Van Espen die wordt verkracht en vermoord door een recidivist die eigenlijk niet vrij had mogen rondlopen. Van Quickenborne: ‘Dat is zo, maar van die druk lig ik niet wakker. Wel van de mogelijke gevolgen daarvan voor ons land of voor de slachtoffers. Vlak na mijn eedaflegging waren er terroristische aanslagen in Oostenrijk en Frankrijk. Bij ons konden we in Eupen een aanslag vermijden. Ik zal u straks enkele voorbeelden tonen van hoe sommige zaken wél goed functioneren bij Justitie. Maar nu moet ik naar het departement Mobiliteit voor een nieuwjaarsevenement met Georges Gilkinet (Ecolo), minister van Mobiliteit. Ik ben namelijk ook bevoegd voor onze Noordzee.’
Even later wordt een videogesprek opgenomen tussen de twee ministers, gemodereerd door de voorzitster van het departement. Van Quickenborne vertelt dat hij houdt van snel schakelen en moeilijke beslissingen nemen. ‘Zoals onlangs, over het vaccineren van onze 10.000 gedetineerden. Sommigen menen dat gevangenen dat niet verdienen, maar daar ben ik het niet mee eens. Bovendien werken er 9000 mensen in onze gevangenissen. Ook hen moet ik beschermen. In Italië zijn gevangenisopstanden uitgebroken als gevolg van corona.’
Samen met zijn collega van Mobiliteit wil Van Quickenborne alsnog het rijbewijs met punten invoeren. ‘Er was lang weerstand tegen, vooral bij de MR, die dat beschouwde als “mensen ambeteren”. Ik heb mijn vriend en MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez toch overtuigd tijdens een nachtelijke vergadering. Het systeem bestaat ondertussen al in 22 lidstaten van de EU. Er vallen in ons land gewoon veel te veel verkeersdoden. We moeten de recidiverende cowboys van de weg eruithalen. Elke zware overtreding – dus geen parkeerovertreding – kost je strafpunten. Dat kan leiden tot een gele en later tot een rode kaart. Dan verlies je je rijbewijs en moet je weer naar de rijschool.’
Te weinig vrouwen
De avond valt over Brussel. Het kantoor van Van Quickenborne is sober ingericht. Het enige persoonlijke zijn enkele foto’s van zijn gezin en tekeningen van zijn dochter Bo van 4,5 en Scott van 1,5 jaar. De minister is op latere leeftijd vader geworden. (droogjes:) ‘Het heeft even geduurd voor ik de juiste vrouw heb gevonden, maar mijn geduld is beloond.’
‘Kom, we hebben geen tijd te verliezen.’ Hij grijpt een map met een toespraak die is voorbereid door een medewerker. ‘We moeten naar de eedaflegging van Eric Snoek als nieuwe directeur-generaal van de federale gerechtelijke politie. Die man wacht al twee jaar op zijn benoeming door de aanslepende regeringscrisis.’ De minister beslist om te voet te gaan. Op de vlakte rond de Financietoren beukt hij letterlijk kromgebogen in tegen de stormwind. (lachend) ‘Dat is het gevoel dat je krijgt als je Justitie wilt hervormen.’ De plechtigheid vindt plaats in het auditorium van de federale gerechtelijke politie. Ook Annelies Verlinden (CD&V), de minister van Binnenlandse Zaken, waait binnen. Na afloop vraagt Van Quickenborne: ‘Heb je gezien hoe weinig vrouwen er in de zaal zaten?’ Van Verlinden had hij voor de regeringsvorming nooit eerder gehoord, geeft hij toe. ‘Ik zag haar voor het eerst bij de eedaflegging in het koninklijk paleis. Ze valt wel op. Het is een vrouw zonder veel protocol, die net als ik nogal hands-on werkt en van een no –nonsenseaanpak houdt. Zo heb ik de mensen graag.’
De regering-De Croo is de eerste met gendergelijkheid. ‘Welkom in de 21e eeuw. Straks komt er een carrousel van tientallen topbenoemingen op ons af. Binnen de regering is formeel afgesproken dat ook hier gendergelijkheid een objectief criterium zal zijn. Bij Justitie zit het vrij goed, maar niet bij de politie. De federale gerechtelijke politie telt veertien directeurs. Daar is geen enkele vrouw bij. Dat moet veranderen.’
Van Quickenborne verdwijnt in de avond, op zoek naar zijn chauffeur die hem naar de VRT en de studio van De afspraak moet brengen. Hij gaat er zijn voorstel uitleggen om oproepen tot haat en geweld effectief te vervolgen en te veroordelen. De procedure daarvoor is volgens hem te zwaar. Omdat het beschouwd wordt als een persmisdrijf moet het hof van assisen zich daarover uitspreken. Omdat dit in de praktijk bijna nooit gebeurt, stelt Van Quickenborne voor om zulke misdrijven voor de correctionele rechtbank te brengen. Enkele uren eerder had hij tegen zijn adjunct-kabinetschef, Paul Van Tigchelt, gezegd dat hij in de tv-studio als voorbeeld zou geven dat je voor oproepen tot geweld tegen Joden op Twitter wél vervolgd kunt worden, maar niet voor oproepen tot geweld tegen homo’s. Van Tigchelt: ‘Vincent, zou je dat wel doen? Elke verwijzing naar Joden is gevoelig.’ Die avond doet hij het toch. Weer dat lef, maar zijn punt is zo wel helder gemaakt.
Ik heb Frank Vandenbroucke gezegd dat als hij Jan Jambon wil overtuigen, hij zich een beetje empathischer moet opstellen.
Het is ondertussen bijna 21.00 uur. Het kabinet is leeg. Op de minister na, die op zijn laptop de gemeenteraad van Kortrijk volgt, waar hij tot voor kort burgemeester was.
Seksueel geweld
De volgende dag om 8.00 uur heeft hij een eerste vergadering met de voorzitter van de Unie der rechters in ondernemingszaken. Die vraagt meer geld en investeringen in ICT. Om 9.00 uur wordt hij in Vilvoorde verwacht bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Hier gebeurt onder meer het sporenonderzoek bij misdrijven, zeg maar: het CSI van België. ‘Ik bezoek elke dinsdag een van mijn diensten. Gisteren vertelde ik u dat ik enkele voorbeelden zou geven van een goed werkende dienst bij Justitie. Dit is er zo één.’
Hij krijgt er uitleg over Code 37. Dat is een pilootproject voor de aanpak van verkrachtingen, waarbij het NICC nauw samenwerkt met het parket en de rechtbank van eerste aanleg in Antwerpen. Zo is er een forensisch adviseur van het NICC aanwezig op het parket. Het onderzoek verloopt zo sneller en grondiger. Vroeger werden veel zaken geseponeerd. In Antwerpen is sinds de nieuwe aanpak het aantal opgeloste zaken verdubbeld.
Van Quickenborne maakt van de strijd tegen seksueel geweld één van zijn prioriteiten. ‘Jaarlijks zijn naar schatting 75.000 vrouwen slachtoffer van seksueel geweld. Dat leidt tot 8000 aangiftes van aanranding of verkrachting bij de parketten, maar amper tot 900 veroordelingen. Dat kan niet.’
In de auto komt het plan van Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) ter sprake. Zij wil een Vlaams Agentschap voor Justitie oprichten. Van Quickenborne: ‘Vlaanderen speelt nu al een rol in Justitie, onder meer via de slachtofferhulp, de coördinatie van enkelbanden en justitiehuizen. Ik zie dat niet als een voorbode van de splitsing van Justitie. We gaan toch geen Vlaamse, Waalse en Brusselse rechtbanken oprichten?’
Even later zwaait hij de lof van Bart Willocx en Fabienne Bayard uit Luik, voorzitters van het College van Hoven en Rechtbanken. ‘Dat zijn topmagistraten. Als ik Bart Willocx een vraag stel, krijg ik vaak na middernacht nog een antwoord, als hij klaar is met zijn andere werk. Die mensen maken het verschil. Hij heeft ook de videozittingen geïntroduceerd in Antwerpen.’
Toch is het vertrouwen in Justitie niet zo groot. Van Quickenborne zucht. ‘Dat beeld wordt vaak bepaald door controversiële uitspraken van rechters. Zoals onlangs in die zaak van een voyeur. De man filmde vrouwen op het toilet en kreeg een lichte straf omdat zijn slachtoffers zogezegd “niet ontbloot” waren. Ik begrijp de publieke verontwaardiging daarover, maar ik kan en mag geen commentaar geven.’ De wet aanpassen kan hij wel. ‘En dat ben ik ook van plan. Ik vind de straffen voor seksueel geweld te licht. Het is ook te moeilijk om verdachten te veroordelen. Nu moet er een duidelijk bewijs zijn van fysiek geweld voordat je van verkrachting kunt spreken. Ik ga dat veranderen: zodra er geen wederzijdse toestemming is voor seksueel verkeer, kan de rechter veroordelen want seks zonder toestemming is per definitie een vorm van seksueel geweld. Ik wil daarmee zo snel mogelijk naar het parlement. Mijn voorganger, Koen Geens (CD&V), koos voor een andere aanpak. Hij wilde het volledige strafwetboek moderniseren, maar dat duurt te lang. In plaats van heel grote verhalen te schrijven, kies ik ervoor om stap voor stap te gaan met heel tastbare voorbeelden.’
Nog zo’n quick win vond hij onlangs in Limburg, waar politie en parket nauw samenwerken in het project-M. Volgens Van Quickenborne een voorbeeld van lik-op-stukbeleid dat moet worden uitgerold in de rest van het land. In de praktijk betekent het dat een parketmagistraat met permanentie de zaken in real time opvolgt en digitaal zijn of haar beslissing kenbaar maakt via videoverbinding met het politiekantoor, zodat de procedures véél sneller verlopen. De gemiddelde doorlooptijd van zo’n dossier daalde van 42 weken naar 5 weken. ‘Wat ook bijna niemand weet, is dat in Brussel het systeem van snelrecht goed werkt. 38 procent van alle snelrechtzaken wordt daar behandeld.’
U noemt alleen de positieve voorbeelden.
Van Quickenborne: Nee, ik zeg ook dat de toestand bij het hof van beroep in Brussel dramatisch is. De juridische achterstand is daar onaanvaardbaar groot. Ook de digitalisering staat nog nergens. Justitie draait nog op Office 2013. Microsoft heeft ons laten weten dat het die software binnenkort niet meer zal ondersteunen. Moet Justitie dan terug naar pen en papier? Straks heb ik hier een vergadering over met staatssecretaris Thomas Dermine (PS). We gaan samen op zoek naar Europese fondsen voor de digitale omslag bij Justitie. Dat is cruciaal.
Uit het Knack-dossier van eind 2020 bleek dat ons land in vergelijking met de buurlanden wél genoeg magistraten heeft.
Van Quickenborne: Misschien wel, maar de werklast is slecht verdeeld. Sommige rechters doen te weinig, anderen kreunen onder de dossiers. Ik heb de doorlooptijden van onderzoeken bij de verschillende rechtbanken opgevraagd bij het College van Hoven en Rechtbanken, maar dat is een pied dans le plat. Ze vertrouwen mij nog niet genoeg om die cijfers nu te geven.
Maar u gaat wel een werklastmeting organiseren?
Van Quickenborne: Het College van het Openbaar Ministerie en van de Hoven en Rechtbanken zijn bezig met een werklastmeting, net als het Hof van Cassatie. Ik denk dat we de resultaten over twee jaar zullen kennen.
Wat gaat u daar dan mee doen?
Van Quickenborne: Dan zullen er waarschijnlijk personeelsverschuivingen komen. Dat is een taak van de korpschefs. Ik wil tegelijkertijd de wettelijk vastgelegde kaders afschaffen die zeggen over hoeveel rechters een rechtbank moet beschikken, wegens te ouderwets en te bureaucratisch. Om een voorbeeld te geven: de wettelijke kaders die de overheid in 1953 vastlegde voorzien niet in magistraten voor de luchthaven in Zaventem en de haven van Antwerpen. Nu gaan we eindelijk een havenprocureur voor Antwerpen aanstellen. Er is ook een onderbemanning op de financiële parketten. De Bijzondere Belastinginspectie (BBI) signaleert nog te veel fraudedossiers die bij de parketten blijven liggen.
Van Quickenborne kijkt op van zijn iPhone wanneer wij hem vragen naar de opvallende rol van Frank Vandenbroucke (SP.A) in deze regering. ‘Het is een zegen voor de politiek als iemand van zijn kaliber terugkeert. Hij kan moeilijke dingen goed uitleggen. Soms met een beetje veel herhalingen maar soit, iedereen heeft zijn eigen stijl. Als Frank spreekt in de ministerraad, zijn er weleens discussies. Hij is van nature eerder pessimistisch van aard en wil de coronamaatregelen verstrengen. Anderen denken eerder dat het meevalt en stellen versoepelingen voor.’
Hij is de slimste van de klas. Dat kan ergernis opwekken bij de collega’s.
Van Quickenborne: (schouderophalend) Ik heb hem daarover apart aangesproken na het eerste overlegcomité met de regio’s. Ik heb gezegd: ‘Als je Jan Jambon (N-VA) wilt overtuigen, moet je je een beetje empathischer opstellen.’ Hij heeft dat goed opgepikt.
Voor de vergadering met staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen Thomas Dermine wordt Van Quickeborne plots gebeld door zijn voorzitter, Egbert Lachaert. Het gesprek gaat over het Mechelse gemeenteraadslid Melikan Kucam (N-VA), een vroegere medewerker van Theo Francken (N-VA) die net veroordeeld is wegens mensensmokkel. Van Quickenborne herinnert zijn voorzitter aan een oude tweet van Francken over politieke verantwoordelijkheid.
Wanneer Van Quickenborne terugkeert, kan de vergadering beginnen. Hij wil zijn projecten voorstellen voor de 1,25 miljard euro die de federale regering krijgt van de Europese Commissie voor het zogenaamde postcorona relanceplan. Dermine stelt voor om in het Nederlands te vergaderen. ‘Ik wil aan Knack tonen dat er ook Franstalige ministers zijn die goed Nederlands spreken.’
Van Quickenborne: ‘Thomas, je hebt dit moeilijke dossier mooi voorbereid. Goed gedaan. Ons belangrijkste project hiervoor is de digitale omslag bij Justitie. Wist je dat de Europese Commissie ons land beschouwt, hou u vast, als “een achtergesteld en onderontwikkelde regio inzake e-justice”? Dat doet pijn.’
Zijn medewerkers hebben een rapport gemaakt over de stand van zaken bij Justitie. Van Quickenborne citeert in hoog tempo enkele voorbeelden. ‘Wij werken nog altijd met computerservers uit 2008 en met analoge telefooncentrales. Justitie is een digitaal museum, maar er zijn ook lichtpunten. Thomas, ken je ons project Crossborder, waarmee sinds 2018 verkeersboetes digitaal worden afgehandeld? Sindsdien wordt 93 procent van de verkeersboetes betaald, veel meer dan vroeger. Bij de rechtbanken wordt slechts 30 procent van de penale boetes betaald omdat ze niet digitaal worden afgehandeld.’
Van Quickenborne wil het Europese geld ook gebruiken voor een digitale Justitie. Peter Coussement van zijn kabinet legt even later de enorme terugverdieneffecten uit. ‘Nu wordt slechts 30 procent van penale boetes betaald. Als we dat dankzij digitale hulpmiddelen kunnen verhogen tot 50 procent, verdienen we 50 miljoen euro per jaar. Halen we het succespercentage van Crossborder, dan is het zelfs 250 miljoen euro per jaar. Dan kunnen we ook 50 miljoen pagina’s papier uitsparen en 15 miljoen euro portkosten. We moeten ook overwegen om artificiële intelligentie toe te laten binnen Justitie. We zullen nooit toelaten dat algoritmes vonnissen schrijven, maar het kan de werklast wel verlichten en efficiënter maken. Laat onze wetenschappers onderzoeken hoe we dat moeten aanpakken.’
Dermine heeft enkele vragen, onder meer over de timing van die projecten, maar dan neemt Van Quickenborne weer over. ‘Thomas, hoe ga je die 1,25 miljard euro verdelen?’
Dermine: ‘Ik verzamel bij alle ministers de projecten, en doe een voorstel aan de premier. Er zullen natuurlijk meer aanvragen zijn dan dat er geld beschikbaar is, maar je hebt gelijk dat die digitale transformatie een prioriteit moet zijn.’
Van Quickenborne: ‘Uiteindelijk beslist de Europese Commissie of de voorstellen van de federale regering goedgekeurd zullen worden. Ik hoop toch op minstens 100 miljoen. Ons voorstel is waterdicht. Maar boven op dat Europese geld ga ik dit jaar nog eens 125 miljoen euro investeren in Justitie. Dat bedrag wordt op kruissnelheid 300 miljoen euro per jaar. Met al die centen moet de omslag lukken.’
De minister van Justitie is ook die van de Noordzee. Hij noemt ze ‘de elfde provincie van België’. ‘Ik ben de enige West-Vlaming in de regering, vandaar. Nu gaan we het hebben over de bescherming van cultureel erfgoed onder water, scheepswrakken dus, in de Noordzee. We hebben daarover een wetsontwerp klaar dat straks op de ministerraad komt.’ Zo komen we te weten dat er wereldwijd 3 miljoen scheepswrakken zijn. In de Belgische territoriale wateren liggen er een tweehonderdtal.
Een beetje later belt de Britse minister van Justitie, of beter Lord Chancellor and State Secretary of Justice Robert Buckland. Ze bespreken een justitiële samenwerking in burgerlijke zaken. Het Verenigd Koninkrijk wil nauwer samenwerken met de Europese Unie en enkele landen die daarbij aansluiten zoals Zwitserland, Noorwegen en IJsland. ‘Goed om u te zien en te horen’, grapt Van Quickenborne. ‘U bent er nog na de brexit.’ Tot zijn grote vreugde vertelt Buckland dat sinds de coronacrisis alle Britse rechtbanken zijn overgeschakeld op ‘videorechtbanken’, en dat zonder veel problemen.
Van Quickenborne vertelt de anekdote aan Johan Thijs, ceo van KBC. Van hem wil de minister horen hoe de bank erin geslaagd is om een complete digitale transformatie door te voeren. ‘Wat zijn de belangrijkste succesfactoren?’ wil hij weten. ‘U gaat om met heel vertrouwelijke financiële informatie van miljoenen klanten. Wij moeten eigenlijk hetzelfde doen met miljoenen vonnissen. Ik denk dat we van u iets kunnen leren.’
Nadat hij nog een groep rechtenstudenten aan de VUB heeft toegesproken, kan het terug richting Kortrijk. Om 22.45 uur komt Van Quickenborne thuis. Zijn kinderen heeft hij die dag niet gezien. ‘Gelukkig zijn de weekends nu minder druk als gevolg van covid-19. Vorig weekend heb ik pannenkoeken gebakken met mijn gezin. Dan is de politiek ver weg.’
Vincent Van Quickenborne
– 1973: geboren in Gent
Studie: Rechten aan KU Leuven
– 1999: senator voor ID21
– 2001-vandaag: gemeenteraadslid Kortrijk
– 2003-2007: staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging
– 2008-2011: minister van Ondernemen en Vereenvoudigen
– 2011-2012: vicepremier en minister van Pensioenen
– 2012-2020: volksvertegenwoordiger
– 2013-vandaag: (titelvoerend) burgemeester van Kortrijk
– 2020-vandaag: minister van Justitie en Noordzee
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier