Liesbeth Naessens

‘We herkennen ons niet in de mensen achter de gevangenismuren en dat vormt een probleem’

Liesbeth Naessens Onderzoeker sociaal werk aan hogeschool Odisee en onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen
Peter Raeymaeckers Universiteit Antwerpen
Dorien Brosens Professor Agogische Wetenschappen VUB

‘Zelfs al herkennen we ons niet in wie achter de celdeur zit, het is in het belang van ons allemaal dat we er als samenleving voor zorgen dat mensen beter uit de gevangenis komen dan dat ze erin gingen’, schrijven drie onderzoekers naar aanleiding van het huidige debat over de situatie in onze gevangenissen.

Bij een etterende wonde kan je met oplapmiddeltjes tijdelijk de geur maskeren en de zwelling verminderen. De infectie zal echter weer de kop op steken, vaak feller dan voorheen. Dit geldt ook voor de situatie in onze gevangenissen. De Belgische regering wordt schuldig bevonden aan het schenden van mensenrechten tijdens detentie. We horen over stakingen bij het bewakend personeel. Het verdwijnt uit de media. We horen over de enorme overbevolking en het aanzienlijk aantal mensen dat op de grond slaapt. Het verdwijnt uit de media. We horen over gruwelijke feiten in de gevangenis. Afschuw. Maar ook dit verdwijnt weer uit de aandacht. De publieke opinie lijkt niet lang wakker te liggen van de problemen in onze gevangenissen, ook al weten we al lang dat de situatie achter die hoge muren zeer problematisch is.

Er is een diepgewortelde onverschilligheid die wordt gevoed door het idee dat “zij” niet zoals “wij” zijn en dat wie in de gevangenis belandt het zelf heeft gezocht. Eigen schuld, dikke bult. Het feit dat we ons niet herkennen in wie achter de celdeur zit, wordt versterkt doordat we ons liever distantiëren van die ander die strafbare feiten pleegt. Gedrag dat voor velen van ons onbegrijpelijk is. Sterker nog, we zien een andere persoon gemakkelijk als minderwaardig nét omdat het een dader is of iemand die foute keuzes maakte.

Dit wij-zij denken – waarin de ander als anders, gevaarlijk, onbetrouwbaar of zelfs onmenselijk wordt gezien – wordt ongetwijfeld versterkt door de recente gebeurtenissen in de gevangenis van Antwerpen. Wie doet nu zoiets? We vragen het ons luidop af. Wie het gevangeniswezen van binnenuit kent, zoals penitentiair beambten, gevangenisdirecteurs, hulpverleners, academici en advocaten, spreekt over de gebeurtenissen in de Antwerpse gevangenis als van an accident waiting to happen. Dat zegt eigenlijk alles. Neen, zij hebben geen glazen bol, maar kennen de realiteit in onze gevangenissen als geen ander.

In de publieke opinie wordt al te vaak de bredere context genegeerd van ongelijkheid, sociaal-economische factoren en trauma’s, die een grote rol spelen bij criminaliteit. We zien criminaliteit liever als een individueel falen en reduceren die contextuele factoren tot een verwaarloosbaar gegeven. Dit denken is problematisch en dreigt snel over te gaan in onverschilligheid ten aanzien van hoe mensen behandeld worden tijdens hun detentie.

Recent hebben wij als onderzoekers nog opgeroepen tot investeringen en structurele hervormingen, op basis van onze onderzoeksresultaten. Naast meer capaciteit en personeel, is het cruciaal dat de hulp- en dienstverlening zowel in als buiten de gevangenis worden versterkt. Belangrijk hierbij is het bieden van perspectief en continuïteit in de overgang van detentie naar vrijheid. Detentie resulteert vaak in bijkomende schulden, verlies van huisvesting, werk en betekenisvolle sociale contacten. Dit draagt bij tot uitzichtloosheid, trauma en het gevoel van niet van betekenis te zijn, wat een succesvolle re-integratie en een delictvrij leven belemmert.

Het wordt tijd dat zowel beleidsmakers als de publieke opinie de aanhoudende noodkreten serieus nemen. Want zelfs al herkennen we ons niet in wie achter de celdeur zit, het is in het belang van ons allemaal dat we er als samenleving voor zorgen dat mensen beter uit de gevangenis komen dan dat ze erin gingen.  

Liesbeth Naessens is lector en onderzoeker sociaal werk aan hogeschool Odisee  en onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen.

Peter Raeymaeckers is als professor verbonden aan de masteropleiding sociaal werk van de Universiteit Antwerpen en actief binnen het Centre for Research on Environmental and Social Change (CRESC) en het Onderzoeksforum Sociaal Werk.

Dorien Brosens is co-director van de onderzoeksgroep PArticipatie en Leren in Detentie (PALD) van de Vrije Universiteit Brussel. Daarnaast is ze postdoctoraal onderzoeker bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content