Hans Claus

‘Toekomst gevangenissen? Met populistisch armworstelen gaan we complexe problemen niet oplossen’

Hans Claus Directeur van de gevangenis van Oudenaarde

‘Er bereiken ons onrustwekkende berichten over wat aan de onderhandelingstafel voor de federale regering voor het armlastige gevangeniswezen bekokstoofd wordt’, schrijft gewezen gevangenisdirecteur Hans Claus nu de partijen die onderhandelen over een nieuwe federale regering aangekomen zijn bij het luik Justitie.

Gelukkig is men zich in die onderhandelingscenakels bewust van de onhoudbare situatie in de gevangenissen, voornamelijk wat de aanzwellende gedetineerdenpopulatie betreft. Dat zou er nog aan ontbreken. Die crisis sleept al dertig jaar aan en de uitvoering van de korte straffen drijft ze naar de top. Tot daar het goede nieuws.

De rest is ouwe koek, een amalgaam aan voorstellen die uit een knipselboek van toogpraat lijkt gegrepen. We horen spreken van gevangenisboten en -containers. En, o vondst van de eeuw: we kunnen ook gevangenissen huren in het buitenland. 

Voor wie de kwestie al meer dan dertig jaar volgt en uit ervaring weet welke ellende dit allemaal teweeg brengt op het terrein, is het huilen met de pet op. Ik mag hopen dat het wat losse flodders zijn, uitschuivers of provocatieve triggers om de onderhandelaars uit het centrum en ter linkerzijde uit hun kot te lokken. Stilletjes hoop ik dat het een kwakkel is, die door de pers als een lek uit de onderhandelingen gretig wordt uitgesmeerd.

Indien het ernstige voorstellen zouden blijken, dan is wel de hoogste tijd dat de alarmklok wordt geluid.  Het minste dat ik de onderhandelaars kan aanbevelen is om wat experten rond de tafel te halen. Met populistisch armgeworstel gaan we het complexe probleem niet oplossen. Strafuitvoering is meer dan een rekensommetje dat bovendien de negenproef niet doorstaat.

Het geheugen is blijkbaar kort.  We creëerden recent al eens tijdelijke gevangeniscapaciteit toen een hele gevangenis in Tilburg werd afgehuurd, in afwachting van de bouw van vier nieuwe gevangenissen. De Nederlanders deden het naar behoren, maar het finale doel werd niet gehaald. De opgekrikte cellencapaciteit bleek immers in de kortste keren verzadigd.

Dat moet men nu toch eindelijk al weten. Er bestaat niet zo iets als ‘voldoende capaciteit’. Zodra de cellen er zijn, worden ze gevuld. In Amerika worden procentueel negen keer meer mensen opgesloten dan bij ons.  Zal de ‘hervormings-‘ (lees besparings-) regering de capaciteit van 12.000 naar 100.000 optrekken?

De oplossing bestaat er in dat de actoren binnen de strafrechtsketen de bestaande capaciteit verstandig en met verantwoordelijkheidszin aanwenden en niet zoals nu de hete aardappel naar de volgende in de rij doorschuiven.

Daar kunnen slimme, goed doordachte, wettelijke quota bij helpen. Quota in de voorhechtenis, want iedereen weet dat die in België veel te lang aanslepen.  Geef de onderzoeksrechter een wettelijke rugdekking in zijn afweging of de aanhouding nu al niet lang genoeg geduurd heeft, zodat hij of zij aan de druk van het parket, de politie en het parket kan weerstaan en zijn geweten kan volgen. Quota voor geïnterneerden ook, natuurlijk.  Het is zo al godgeklaagd dat die mensen nog steeds in de gevangenissen zitten. Het zou niet mogen. Maar ook hier moeten we realistisch zijn. Zonder quota voelt geen enkele overheid zich genoodzaakt om de reguliere psychiatrische zorg terug op peil te brengen.

Dan is er nog iets anders.  Wanneer mensen opgesloten worden, moet er ook met hen gewerkt worden.  De kwaliteit van de detentie zou ook wel een zorg van de onderhandelaars mogen zijn.  Zeventig procent recidive dijk je niet in door de cellen op een boot te plaatsen en daar hetzelfde te doen als in de klassieke gevangenissen.

VZW De Huizen moeit zich niet met hoeveel mensen dit land achter de tralies wil.  Ze wil wel dat de detentie zinvol is, zodat men niet meteen hervalt.  Daarom moet ze kleinschalig zijn, gedifferentieerd en maatschappelijk verankerd.  In de voorbije periode werden transitiehuizen geopend voor gedetineerden die zich op het einde van een lange straf moeten voorbereiden op het leven buiten.  Er kwamen ook zogenaamde detentiehuizen voor de kortgestraften die voordien met een enkelbandje thuis zaten. Maar te weinig.

 In elke provincie zouden minstens één detentiehuis en één transitiehuis moeten staan. Hoe legt men het uit dat wie in het oosten van het land zijn straf uitzit dat maar tot op zijn laatste dag in een cel van een promiscue  gevangenis moet doen, terwijl zijn tegenhanger in het westen wel vooruit geholpen wordt? 

Daarnaast moet dringend werk gemaakt worden van Forensische Zorghuizen, voor het toenemend aantal psychisch kwetsbare, dikwijls jonge gedetineerden. Daar kunnen we wel mosterd uit Nederland halen. Misschien moeten we wel capaciteit huren in één van hun kleinschalige voorzieningen en daar ervaring opdoen?

Ik weet het. De rechtse partijen zijn bang van quota. Ze zijn vooral bang van het volk. Ze vrezen dat ze ‘de’ veiligheid in het gedrang brengen door gedetineerden vrij te stellen. Ze kennen er niets van. Hele dagen worden gedetineerden vrijgelaten, soms (maar veel te weinig) omdat de redelijke termijn van de voorhechtenis overschreden is, soms omdat de druk binnen de muren te groot is en er van vandaag op morgen verkapte gratiemaatregelen worden uitgevaardigd, zoals het verlengd penitentiair verlof.

Rechters en strafuitvoeringsrechters stellen hele dagen mensen vrij. Na rijp beraad. Moeten zij dat uit angst voor het volk dan niet meer doen? Bouwen, huren we maar bij? Uit angst? Of laten we de rede spreken en vertrouwen we op die rechters wanneer zij de opdracht krijgen om de hun toegewezen cellencapaciteit verstandig te beheren?  

Gevangenissen ontstonden als één van de producten van het verlichtingsdenken.  Is het licht nu terug uit ?

Hans Claus is voorzitter van vzw De Huizen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content