Terrorismeproces: dagelijkse naaktfouilles in kortgeding verboden
De Brusselse kortgedingrechter verbiedt de dagelijkse naaktfouilles die de beschuldigden op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 moesten ondergaan.
Dat meldt VRT Nieuws en het nieuws wordt bevestigd door de persmagistraat van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel.
Zes beschuldigden in het assisenproces hadden de minister van Justitie gedagvaard in kortgeding, over de omstandigheden waarin ze elke dag vanuit de gevangenis worden overgebracht naar het gerechtsgebouw in Haren. Het gaat om Mohamed Abrini, Sofien Ayari, Salah Abdeslam, Bilal El Makhouki, Ali El Haddad Asufi en Hervé Bayingana Muhirwa.
De zes klaagden aan dat ze dagelijks naaktfouilles moesten ondergaan, waarbij ze door de knieën moesten buigen, en bij hun overbrenging een blinddoek dienden te dragen. Tijdens de eerste dagen van het proces werd er in de transportvoertuigen ook luide muziek afgespeeld, maar dat was gestopt nadat de advocaten van de zes de minister in gebreke hadden gesteld. De voorbije weken hadden de beschuldigden ook meermaals de box in de zittingszaal verlaten uit protest tegen die behandeling.
Achter de schermen vond overleg plaats tussen de verschillende betrokkenen, onder wie de advocaten van de beschuldigden en de federale politie, maar dat overleg leidde niet tot een oplossing die voor iedereen aanvaardbaar was.
Wel blinddoeken
Volgens de advocaat van de Belgische staat waren zowel de naaktfouilles als de blinddoeken noodzakelijk om de veiligheid te waarborgen, maar dat ziet de kortgedingrechter anders. Volgens de kortgedingrechter vormen die dagelijkse naaktfouilles immers een vernederende behandeling en zijn ze dus in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, omdat ze dagelijks en systematisch plaatsvinden en te verwachten valt dat ze gedurende het hele, maandenlange proces zullen plaatsvinden. Bovendien lijken ze volgens de kortgedingrechter niet gerechtvaardigd in het licht van alle andere veiligheidsmaatregelen rond het proces, en toont de overheid niet aan op welke manier de verschillende beschuldigden een bedreiging vormen. De kortgedingrechter beveelt dan ook dat er een einde zou gemaakt worden aan de naaktfouilles, en legt de overheid een dwangsom op van 1000 euro per overtreding, per beschuldigde. Die dwangsom wordt wel beperkt tot een maximum van 50.000 euro per beschuldigde.
De blinddoeken vormen dan weer geen vernederende behandeling en zijn wel noodzakelijk voor de veiligheid, aldus nog de kortgedingrechter.
De Belgische staat krijgt nu acht dagen de tijd om de beschikking uit te voeren, en de maatregelen voor de overbrenging van de beschuldigden aan te passen. De overheid kan nog in beroep gaan tegen de beschikking, maar die is intussen wel uitvoerbaar.